Uruguay 2012

Casa de Pueblo, Uruguay

Van 30 maart tot en met 4 april in Uruguay

Buenos Aires | Argentinië - Colonia del Sacramento | Uruguay, 30 maart

Door de taxi wordt ik afgezet bij Colonia Express. Het gedeelte van de stad waar de haven zich bevindt is inderdaad een verlaten oord. Als je graag 2 km door niemandsland loopt met alleen asfalt en een hoog viaduct boven je, dan is dit je plek. Bij het boarden van het schip snuffelt er nog even een viervoeter aan mijn tas of ik niets mee smokkel. De tas gaat door de scanner en ik krijg er weer een stempeltje bij in mijn paspoort. Niets aan de hand. Beneden deks moet iedereen plaatsnemen in de grote ruimte met rijen stoelen. Voordat ik afdaal maak ik nog snel een foto van het drijvende casino van BA.

Bij de gekleurde lucht van de zonsondergang, schiet ik met een grote speedboot binnen een uur van Argentinië naar Uruguay. Het land waar de rijkere Argentijnen graag hun weekend of vakantie doorbrengen. Ik duik in wat informatie over Uruguay (het éna kleinste land van zuid Amerika. Suriname is het kleinst) en kom erachter dat ik precies op de goede dag vertrek. Gisteren, de 29ste was het namelijk de dag van de 'gnocci'. (echt,wie verzint zoiets?) Als ik ergens recent een enorme afkeer van heb gekregen, dan is het wel aan die kleffe, ranzige meelbal. Jak. Net op tijd dus. 

Mijn wandeling van de haven naar mijn hostel voert me door een heel rustig dorpje. Er rijdt zo weinig verkeer dat je bijna blindelings kan oversteken. Er heerst een rustgevende stilte. Wat een letterlijke verademing om na zo'n grote stad met luchtvervuiling en continue geluiden van auto's, elektra en mensen terecht te komen in een oase van rust. Als ik dan ook nog bij een hoek villa terecht kom, wat mijn 'Sur' hostel blijkt te zijn en waar vervolgens de deur ook nog voor me wordt opengehouden, kan ik mijn geluk niet meer op vandaag. Ik stap binnen in een grote hal met brede marmeren trap. 'Vast een praktijk geweest', denk ik. Het huis heeft een binnenplaats waar wat gasten nog aan het barbecuen zijn en boven op het dakterras klinkt een drankgelag. De dorm is even wat anders dan ik gewend ben.. Ruimte? Echt waar? En een enorm hoekraam, parket en een heel breed balkon.. Jee.

 

Colonia del Sacramento (Unesco), 31 maart

Zodra ik in de ochtend mijn 'villa' uitloop, loop ik al snel in een straat die bestaat uit kinderkopjes en grote bomen. Voor mij voelt het lente. Er staan bomen, planten en struiken in bloei. Op het zuidelijk halfrond hebben ze inmiddels de zomer achter de rug dus het is hier herfst.

Colonia is zoals het klinkt, écht een koloniaal stadje. Ik kom een straatbordje tegen met 'anno 1690'. Het kerkje in deze straat is gebouwd in 1680 maar inmiddels wel 2 herbouwd. In het oude centrum is het verkeersluw. Als er al auto's rijden, rijden ze keurig de voorgeschreven 30 km binnen de bebouwde kom. Andere hebben een golfkarretje gehuurd waarmee ze hobbelend en bobbelend over de ronde straatstenen tuffen. Bewoners kijken op terwijl ze hun stoepje aan het vegen zijn en zeggen vriendelijk gedag. In de verlaten straten staan verschillende oude auto's. Zo kom ik een oud rood Fiatje 600 tegen die in de schaduw van een grote Plataan staat. Een oude zwart Citroen 11CV (of Traction Avant) staat met een oude Chrystler Royal Sedan in een onbegaanbare straat van ruwe stenen die zijn begroeid met gras. Er hangt een authentieke sfeer van een paar honderd jaar geleden. De huizen hebben uitgehouwen ambachtelijke stenen en zijn voorzien van blindes aan de binnenzijde of luiken uit aan de buitenzijde. In een oud cobblestone (kinderkopjes) straatje staat het bekenste huisje van Colonia. Een atelier gevestigd in een oud rossig 1 laags huisje. Het lijkt onderkomen maar welke foto je er ook van neemt, het lijkt allemaal op een fantastische ansichtkaart.

Ik vind het onbegrijpelijk waarom Uruguay (land van geschilderde vogels) nog niet ontdekt is door Nederland. Ik heb er nog nooit iemand over gehoord. Afgezien van de afmeting van het land, wat nog steeds 4x Nederland is, is het in de 2de wereldoorlog groot geweest in haar slachtindustrie en heeft in Europa heel wat mensjes op been gehouden na de oorlog. Tegenwoordig speelt het globaal niet echt een economische rol al is het wel de 4de grootste wijn producent van Zuid Amerika en heeft het een goed voetbalteam. De rust, de uitstraling, de vriendelijkheid van de mensen spreekt me heel erg aan. Dit land hoeft zich niet te bewijzen tegenover andere. Het is juist zo gewoon gebleven omdat mensen tevreden zijn met wat ze hebben.

Op straten staan grote oliedrums op poten. Ze zijn doormidden gezaagd en op het onderste gedeelte ligt een rooster. De drums worden gebruikt als bbq waar ze zich hier met de gehele familie om heen verzamelen voor een zondagbrunch of laat diner. Ik ga even terug naar mijn hostel en klets met mijn Braziliaanse kamergenoot Osmar uit Sao Paolo. Samen lopen we in de middag naar de haven waar hij de boot neemt naar BA en ik mijn buskaartje regel voor morgen naar de hoofdstad Montevideo.

Daarna vind ik mezelf met een koud drankje op een houten lounge bed aan de monding van de Rio del Plata, die rood kleurt van onderliggend slib en begin te werken aan mijn Engelse versie van mijn verhalen. Bij zonsondergang wordt ik geteisterd door toeristen die voor mijn beeld blijven lopen maar de sfeer in het stadje is zo mogelijk nog warmer met de oranje gloed van de ondergaande zon.

 

Colonia - Ciudad Vieja | Montevideo, 1 april

De eigenaar van Sur hostel draait zelf een dienstje en ik maak nog even een praatje. Bij afscheid krijg ik een beso (zoen) op mijn wang en een 'hugg', wat hier standaard debegroeting en het  afscheid is. Bij de voordeur ligt een zwart langharig middelgrote hond, de warmte van de zon op te nemen. Ik geef hem een vriendelijke 'dierentaal' complimentje, waarop hij besluit om me te vergezellen bij mijn wandeling naar de bus. Ik begin me na een tijdje af te vragen wat ik moet doen als hij me met leden ogen aankijkt als hij niet mee de bus in mag. Wordt ik dan zo'n hippie die samen met zijn hond reist? En zou hij wel door de quartaine van het vliegveld komen? Zou die wel met katten op kunnen schieten? Wat een illusie, ik loop weer eens veel te ver op de feiten vooruit, want 250 meter voordat ik de busterminal heb bereikt, ziet hij een andere groep mensen en besluit daarmee verder te gaan. Dag hond.

Na een busritje van 2 uur komen we aan bij het 'Tres Cruses' (drie kruizen) busstation van Montevideo. Ik ga even wat info bij het toeristen bureau ophalen en klim in de volgende bus. Dit keer een stadsbus die me vlakbij mijn 'Willy Fog' hostel afzet. Illusie 'numero dos'. Ergens is er een foutje geslopen in de accuratie van mijn punt zetten op de stadskaart, met als gevolg dat ik als militair met zware bepakking in training  heuvel op heuvel af 2,5 km moet lopen. Via een grote piepende stalen deur, kom ik een soort oud pakhuis binnen waar wat jongenlui op een houten podium vol kussens naar een op de muur geprojecteerde film liggen te kijken. Stalen balken, rode bakstenen, gekleurd stukwerk, jutezakken en bordeaux rode chill stoelen, is een samenvatting van het stoere interieur.

Ik ben na een uurtje acclamatiseren weer klaar om de stad te verkennen. Het is weer zondag en er zijn wederom hele straten leeg. In een stad.. leeg. Ik kom een verzamelaar tegen die in een kliko iets is verloren en naarstig op zoek is naar dat iets tussen het huisafval. Een andere verzamelaar heeft ouderwets een paardje voor zijn wagen gespannen en vult de wagen met allerlei goederen. Ik loop een rondje op het mooie Plaza Constitución alias Plaza Matriz voordat ik de poort doorstap naar de winkelstraat 'Sarandi'. Alles is gesloten, zelfs de koffiehuizen. De stap over een stoep uit de winkelstraat blijkt letterlijk een stap in een andere wereld. De verzorgde straat met neo classicistische en Art Deco panden zijn vanaf de een op de centimeter verwaarloosd en vies. In de verte hoor ik een spel wat gefloten word en wat aanmoedigende kreten. Tussen de stad en het laatste stukje van de penunsila 'Escollera Sarandi' is een sportveld waar een wedstrijd voetbal wordt gespeeld. Jong en oud staan te kijken of hangen over hun scooter. Een stukje verder aan het water staat een rij, over het algemeen mannen, wederom jong en oud met hun hengels in de hand. (Dit is geen plek waar je in de avond of nacht moet zijn en zeker niet met een camera om je nek)

Terugkerend in een zijstraatje merk ik wat leven op. Ik kom terecht op het plein van  Pérez Castellano. Terasjes zijn open en kunstenaars en handelaars brengen hun spullen aan de man. Ik betreed een oud haven gebouw wat gedragen wordt door een enorme stalen constructie. 'Mercado del Puerto' is een overdekte markt met daarin verschillende restaurants en barren. De keukens zijn open en je kijkt zo op de grote grills die vol liggen met groenten en 'asado's' (halve ribbenkast van de koe). Ook hier zijn het echte carnivoren. In Montevideo hebben ze het langst durende carnaval van de wereld. Welgeteld 2 volle weken achter elkaar. En daarvoor hebben ze een heus carnavals museum in het leven geroepen wat aan de aan de overkant van de straat ligt. Helaas op zondag gesloten. Jammer (..)

 

Punta del Este - Casapueblo | Punta Ballena, 2 april

Ik ben een beetje een kluns in deze stad. Ik pak de goede bus naar het Tres Cruses station, waar ik een bus naar Punta del Este pak. Ik let altijd goed op waar ik moet uitstappen maar mis nu mijn halte. Ik kom er enigszins op tijd achter maar heb geen zin om terug te lopen. 'Alle bussen rijden hun route altijd in rondjes.' Nou deze mooi niet. Hij voert me mee naar een ander busstation waar zijn dienst erop blijkt te zitten. Ik moet met een andere bus terug. Zucht.

Eindelijk op het goede busstation regel ik een retourtje naar dé jetset plaats van Uruguay. De lijst van 'vaak-een-bezoek-brengende-beroemdheden is een lange, inclusief onze eigen Thijs Verwest. Aangekomen in Punta (in een bus met wifi) maak ik een foto van het bekenste kunstwerk van deze plaats; 'La mano en la Arena' oftewel 'de hand in het zand'. De hand sculptuur van ijzer en cement wat maar een deel boven het zand uitkomt, staat symbool voor de naar hulp reikende hand voordat men in de golven ten onder gaat. Opgedragen aan zwemmers en vissers die voor de kust zijn omgekomen. Ik boek een ander buskaartje voor mijn bezoek aan Casapeublo. Bij het instappen vertel ik de chauffeur dat ik daar heen wil, aangezien er daar geen legale bushalte is. Halverwege merk ik nog even op waar ik moet zijn. Het lijkt alsof hij met zijn ogen rolt en denkt 'stomme toerist' maar ik zit nog niet of ik wordt teruggeroepen. Ik kan hier uitstappen. De chauffeur is er voorbij gereden. Langs de snelweg loop ik terug en zie een klein blauw bordje staan, waarop staat aangegeven dat ik rechts moet voor de route naar het museum. Ik ken Casapeublo van 'Google afbeeldingen'. Soms zie ik een plek en daar wil ik gewoon geweest zijn. Zoals deze. Het hindert me dus niet dat ik een halve km langs de snelweg door het gras moet lopen en daarna 2 km door de intense hitte langs bouwterreinen met half naakte bouwvakkers, naar een verder onbekende plaats moet lopen. Casapeublo zal voor het grote publiek ook onbekend zijn maar het is een aanrader en mag zeker niet gemist worden op een reis door Uruguay.

De kunstenaar Carlos Paez Vilaro is in 1958 begonnen met de bouw van zijn atelier op een stuk rots aan het einde van Punta Ballena, met een fantastische uitzicht op zee. Toen nog helemaal ongerept maar nu voor de grote investeerders maatschappijen de plek om resort en huizen in het hogere segment te financieren. Het witte gebouw, wat bestaat uit veel ronde vormen en torens, heeft hij in 36 jaar compleet gemaakt. Het omvat nu onder andere een hotel, restaurant, kunstgalerij, museum en een winkel. Op jonge leeftijd was hij naar een minder bedeelde wijk in Buenos Aires verhuisd. Zo onder de indruk van de Afrikaanse kunst, besloot hij een reis naar Afrika te maken. In veel van zijn werken is dit terug te vinden. Hij begon als schilder maar bleek ook talenten te bezitten als regisseur (Dahlia & Batouk, hierbij begeleid door Brigitte Bardot in Cannes) architect en beeldhouwer. Hij maakte keramiek, sculpturen en heeft verschillende muziekstukken gecomponeerd. In 1958 is hij begonnen met de bouw van dit 'dorps huis' en heeft alle torens, gangen en kamers met de hand 'gekneed'. Op het eerste gezicht lijkt het atelier op het witte Griekse dorpje op Santorini (met blauwe zee als achtergrond) wat men vaak krijgt voorgeschoteld als Griekenland in het nieuws is. Dat niet alles rozengeur en maneschijn voor de getalenteerde man was, bleek toen zijn zoon met het Uruguanese rugby team op 13 oktober 1972 neerstortte in de Andes. Nadat de reddingteams waren gestopt met zoeken heeft hij, omdat hij niet geloofde dat zijn zoon dood was, een team van vrijwilligers bij elkaar gebracht en is gaan zoeken. Op 23 december vonden hij en zijn team de 16 overlevende van de vliegtuigramp, waaronder zijn zoon. De overlevende hielden zich in leven door te eten van de overleden mensen. De film Alive is hier op gebaseerd. Carlos Paez Vilaro is nog steeds in leven.

Ik verlaat deze heerlijke plek en vind het een beetje jammer dat mijn budget het niet toe laat om in één van de hotelkamers te overnachten. Al was het alleen maar om er 1 te zien. Ik loop in de brandende zon weer terug en ik overweeg het even om een lift naar de snelweg te vragen maar die 2 km stelt eigenlijk niets voor, dus loop door. Daarbij ben ik mijn appel al lopend aan het schillen met mijn zakmes en dat geeft mensen ook niet echt de gelegenheid voor me stoppen. Althans, ik ken niemand die zou stoppen voor iemand die met een zakmes in zijn hand langs de weg loopt. Bij de snelweg aangekomen is er op de weg terug ook nergens een bushalte te bespeuren. Er zit niets anders op dan een bus te 'vlaggen'. De eerste 'lange afstand bus' die ik moet hebben rijd door en de volgende is een gewone bus. Weet niet waar die precies naar toe gaat. Iniedergeval in de richting waar ik ook moet zijn. Er staat 'terminal' boven en dat is toch waar ik moet zijn? Met handen en voeten vraag ik of hij stopt bij mijn terminal. 'Si', zegt de man, 'ok' en ik stap in. De bus maakt vervolgens een hele andere route en gaat landinwaarts en volgt niet de kustweg richting waar ik moet zijn. Ik voel me voor de tweede keer vandaag echt weer een kluns! Uiteindelijk stoppen we bij een andere terminal die ik toevallig al gezien heb vandaag en ik stap over op een andere bus. Deze brengt me keurig in de buurt waar ik moet zijn. 2 blokjes lopen en ik ben er. 'Gelukkig, we zijn er weer'.

In alle bussen waar ik vandaag in heb gezeten, ben ik de enige 'backpacker'. Komen hier geen andere toeristen of ben ik echt zo buiten het seizoen? Ik moet weer engelen geduld op brengen als ik terug in Punta 'de hand in het zand' zonder mensen wil fotograferen. Maar waar een wil is, is een weg en ook dat krijg ik voor elkaar. Ik slenter door het oude gedeelte van de badplaats ik kan de plaats terug brengen naar wat het meest lijkt op Knokke-Heist in België. In de avond neem ik zonder gekluns de bus terug naar Montevideo en reis, wederom zonder gekluns, met de stadsbus naar de halte die het dichtst bij mijn hostel is.

 

Montevideo, 3 april

Ik mag vandaag uitslapen van mezelf en dat betekend dat ik welgeteld 3 kwartier later wakker wordt dan normaal. Ik lees mijn digitale krantje bij mijn ontbijt en bel mijn zus. Tijdens het telefoongesprek neemt ze de temperatuur van mijn nichtje op en dat blijkt niet goed te zijn, ze heeft koorts. In haar geval is dat altijd nog een kritieke zaak. Mijn zus verontschuldigd zich want ze moet dringend een telefoontje maken met de oncologie afdeling in Groningen.

Ik ga verder met mijn dag en ga een wandeling maken naar de waterlijn, wat niet zoveel voorstelt en slenter door de stad. Inderdaad, op een doordeweekse dag ziet de winkelstraat er heel anders uit. Niets zozeer de etalges die nu niet achter een metalen rolluik zijn verborgen maar de terrasjes zorgen voor een vriendelijk geheel. Ik wordt aangesproken door een vrouw op straat over mijn camera. Het zou niet veilig zijn om met het ding om mijn nek rond te lopen. Ik heb inderdaad wel wat mensen met argus ogen er naar zien kijken maar ik denk (hoop) dat ik goed genoeg mijn omgeving in de gaten hou om iets te zien aankomen. Je weet het nooit en het kan zo gebeurd zijn. Haar raad is niet tegen dovenmans oren gezegd. Ik klik nog een paar stadsplaatjes en duik dan een restaurantje in om hem weer veilig in mijn tas op te bergen.

Het valt me op dat de mensen hier verslaafd aan hun 'mate' zijn. Hun kalabas gevuld me kruiden en het metalen rietje gaat overal mee naar toe. In de hand lurken ze eraan alsof het ene pijp is. Onder de andere arm dragen ze een thermoskan met heet water. Als hun mate op is, schenken ze er nieuw water bij en zo kunnen ze heel de dag doorgaan. Het is ook een sociaal iets. Want de mate wordt net als een joint gewoon in een groepje doorgegeven. Onafhankelijk of je nu bouwvakker, chauffeur, student of man in pak bent,  mate in de ene hand en thermoskan onder je arm. Bij de bushalte, aan het strand, in het park, in de winkel, in de auto, op het terras. Mate is overal.

In de laatste zonnestralen van de dag, probeer ik nog een kleurtje mee te pakken op het rustige dakterras. Ik krijg mijn zus niet meer te pakken om te vragen wat de stand van zaken is. Ik informeer bij mijn moeder en krijg te horen dat mijn zus met mijn nichtje is vertrokken naar het ziekenhuis. De koorts is opgelopen tot 39,5. Later op de avond krijg ik te horen dat 'mijn pluis' een longonsteking heeft. Slecht nieuws. Het goede nieuws is dat ze niet in het ziekenhuis hoeft te blijven en dat haar bloedwaarde goed zijn. Hopelijk morgen meer (goed) nieuws.

Montevideo - Colonia, Uruguay - Buenos Aires, Argentinië, 4 april

'Pluis' heeft naast longontsteking helaas ook de waterpokken gekregen en ligt op bed. Met nog een telefoontje naar de oncologie afdeling komt er een antibiotica kuurtje aan en is het hopen dat het lichaam sterk genoeg is. De afgelopen maand heeft ze al 2 injecties gehad tegen de waterpokken. Mocht ze ze toch krijgen, wat wel aannemelijk was omdat haar broertje er ook door geveld was, dan zou het proces een stukje milder verlopen. Ik moet de gedachte aan haar blijven verdringen vandaag, want het huilen staat me nader bij dan het lachen. Erger nog, bij elke keer dat mijn gedachten naar haar afdwalen, worden mijn ogen vochtig en bid ik stiekem naar alle goden om de ouderen, zwakkeren en slechte mensen tot zich te nemen maar geen kleine pluis, die niets verkeerds heeft gedaan in deze wereld. Die niets dan vreugde en blijheid brengt en niet mag boeten voor een slechte DNA constructie. Ik verlaat Montevideo in de regen.

Een gesprek met een Deense meneer die al 30 jaar in Uruguay woont, biedt een beetje afleiding. De regen met onweer en bliksem achtervolgt ons een tijdje. Bij aankomst in Colonia is de lucht hemelsblauw en is het zonnetje aangenaam warm. Ik krijg weer toestemming om naar Argentinië te reizen en stap aan boord van de boot.

                                                                              *** lees verder bij Argentinie ***

Maak jouw eigen website met JouwWeb