Brazilië 2012
Foz do Iguazú, 21 maart
Als iemand zich altijd al heeft afgevraagd waar toch die (gestolen) VW busjes zijn gebleven; die zijn naar Brazilië verscheept en allen, nou 99,9% dan, zijn incognito wit gespoten. (Een beschouwende opmerking van de auteur)
De busreis duurt niet de geplande 20 uur maar 26 uur. Mede door een monsterfile waar werd aangesloten. Bij het ongeval staat er ook een militiar politievoertuig schuin in de berm, althans wat er van over is. De gehele politie brigade die zeggenschap heeft over de openbare wegen, rijdt in VW. Laten we zeggen dat het een Bora was. Het dak is namelijk nog maar 60 cm breed inplaats van de gewoonlijke 1.85 cm. Ik hoop dat er niemand ten tijden van de crash inzat, want die kan het duidelijk niet meer navertellen.
Als ik ergens rond 4 uur s' middags bij mijn 'Your place' hostel aankom, ben ik ook gebroken. Het heeft geen zin om nu nog naar de Iguazú watervallen te gaan. Ik vind het prima om op een grote bank, bij een ventilator in kleermakers zit, een beetje op internet te rommelen. In de avond schuif ik aan bij 3 Belgische dames. Voor de kost zingen ze bij het opera maar nu even niet. We blijven tot middernacht kletsen als het onweer zachtjes naderbij komt. Hopen doen we dat het morgen allemaal is overgedreven.
Parque National Foz do Iguazú (Unesco), Foz do Iquazú, 22 maart
Een ontbijt met 2 eitjes die tegelijkertijd mijn lunch zijn, in het gezelschap van de Belgische dames. Ik neem het openbaar vervoer naar het park en zit even later in een bus zonder ramen het groen van de bomen af te kijken. De onweersbui van vannacht en vanmorgen is overgewaaid maar de regenbui is blijven hangen. Ik ben blij (heel blij) met mezelf dat ik bij de twijfel 'wel of geen paraplu mee in de rugzak?' heb gekozen voor 'wel'. Foto's onder een paraplu maken gaat nog altijd een stuk makkelijker dan dat geklooi met een regencape. Er komt nog een flinke regenbui over, die niet zozeer mijn droge pak verpest als wel mijn foto's.
Maar zie daar, mijn humeur klaart: een klein wollig mormeltje met een lange staart
die voorbij komt geschuifeld. Wat is dat? Dat is meneer Coatis oftewel een neusbeertje. In de jaren al lang gedomesticeerd door alle toeristen en stiekem toch eten gekregen al staan er 1001 borden om ze niet te voeren. Waggel waggel met zijn antenne staart loopt hij te snuffelen langs het hek om vervolgens met zijn achterpoot even achter zijn oortje te krabben. Gevaarlijk zijn ze niet maar toch doe ik een stapje voorruit als hij wel heel dicht langs mijn enkels loopt. Ik heb geen specifieke voorkeur om ook nog een rabiës prikje in mijn vaccinatie paspoort te krijgen. Naast alle andere doorweekte mensen neem ik plaats in de bus die me vervoert naar de stadsroute 120 van Foz.
Ik ga mijn grote tas en achtergelaten belangrijke spullen ophalen bij het hostel en neem de bus naar de grens. In mijn beste Portugees vraag ik of hij stopt bij de grens. 'Si', zegt de rakker achter het stuur. Nooit de situatie helemaal vertrouwend kijk ik gebiologeerd naar de weg voor ons en scan op mogelijke tekens van een grensovergang. 'Oh oh oh, dit is.... Ja, dit toch? Of
niet? Misschien niet'. We rijden een 'post' voorbij. Het lijkt op een grenspost maar kan net zo goed een douanepost zijn. We rijden de brede rivier over. In mijn topografische geheugen is dit toch de natuurlijke grens van Brazilië en Argentinië. De bus stopt nu wel bij een grensgebouw. Samen met alle andere passagiers stap ik uit. Bij de beambte breng ik niet zo vlekkeloos als ik had gehoopt 'trenta diaz' oftewel dertig dagen over mijn lippen. Veel toeristen gaan de grens namelijk voor één dag over, om de watervallen aan beide of soms zelfs vanaf 3 zijden (Paraguay) te bekijken. Ik heb echter een visum nodig voor zeker een maand en kan dus niets met de standaard dag-stempel die ze hier geven. Ik vraag, tegen beter weten in, of ze hier ook nog een Braziliaanse post hebben. Ik moet me wel laten uit-stempelen in Brazilië, anders krijg ik een boete als ik in augustus weer terug kom. 'No', is het antwoord. Dus weer busje in, terug naar Brazilië. Busje uit. Stempeltje halen. Busje weer in. En dan moet ik volgens die chauffeur de bus weer uit om me in Argentinië te laten stempelen. Mijn paspoort dan. 'Nee, dat hoeft niet want die heb ik al'. Tja, leg dat maar eens uit in het Portugees, niet dus. We halen versterking. Iemand die Engels spreekt. Oké, hij snapt. Maar nu moet ik de bus uit om door de douane heen te gaan. Tas door de scanner. Andere tas door de scanner. Ik door de scanner. Daar ben ik dan:
Tot ziens Brazilië, Hallo Argentinië!

gebouwd, waar demonstratief de terugkeer van de nostalgische trolley wordt geëist. In de lagere gelegen wijk Lapa bezoeken we de bekende Lapa trap oftewel 'Escadaria Seleron'. Een trap van 250 treden die met 2000 tegeltjes uit 60 landen zijn versierd. De kunstenaar Jorge Seleron woonde in de tijd, en nog steeds, aan deze trap. Hij begon deze te renoveren in 1990 en tot op de dag van vandaag is hij bezig om tegeltjes te verzetten, verplaatsen of vernieuwen. Hij bekostigd(e) deze hobby door zijn 'wereldbekende', schilderijen te verkopen. Al deze schilderijen tonen hem met een Salvador Dali snor in een zwanger negerinnen lichaam... Klinkt een beetje absurd maar ogenschijnlijk heeft hij er wel 25.000 stuks van verkocht.
één van de bekenste stranden van Rio: Copacabana. Ik informeer bij wat landgenoten in het hostel waar een bushalte is en ga op pad. Ik heb echt geen idee welke bus ik moet pakken maar als er een bus voorbij komt met 'Copacabana' 136 in de display, neem ik aan dat deze voor mij bedoeld is. Ik koop een kaartje en neem plaats. Volgende vraag is waar ik uit moet stappen.. Toevallig weet ik dat we eerst een tunnel onderdoor moeten en dat de zee aan de linkerkant hoort te liggen. Ik moet namelijk naar het zuiden. Willekeurig druk ik op het stopknopje en stap uit. Het strand is een blokje verder. We hebben afgesproken bij het Copacabana Palace hotel (Ik spreek natuurlijk wel in stijl af en niet zomaar bij een strandtentje) en word opgewacht door Rodolpo, een Rio-jongen die zijn master heeft in infrastructure & engineering. Hij gaat in juli naar Rotterdam, Antwerpen en Frankfurt voor zijn werk en het leek hem leuk om het daar onder andere over te hebben.
wandelaars, fietsers en skateboarders. Aan het eind van het strand lopen we een oud militair terrein op, Forte Copacabana, waar we bij het afweergeschut links over onze net afgelegde wandelroute kijken en rechts, Ipanema strand met de 'Dois Irmãos' (oftwel '2 broeders') overzien. Aan de wandelpromenade, in de schaduw van de bomen en een heerlijke zeebries snuiven we de geur op van verse koffie, vruchtensapjes en vers gebakken patisserie die worden geserveerd in een nostalgisch koffiehuis met terras. We nemen plaats op een houtenbankje met uitzicht over de surfboardpeddelaars. Een verfrissende en verkwikkende shake van de Amazone Acai-bes wordt genomen en we besluiten richting Ipenama te gaan.
coole en alternative figuren en bij nr. 8: de homo's. 7 tot en met 1 slaan we over (want voetje in het verband) en nemen plaats op de rotsen van Parque Garota de Ipanema. Hier zijn we (en met ons duizend andere mensen) getuige van een drenkeling redding met een helikopter. Klinkt spannender dan dat het was. We sluiten mijn rondleiding af met een mango-passievrucht shake (YAMMIE!!) en ik vertrek weer met de bus richting Botafogo. Nogmaals, geen idee waar ik uit moet stappen. Op een of andere manier kom ik toch weer waar ik moet zijn, doormiddel van wat herkenningspunten. (Het voetbal stadion van de Botafogo boys, is ook wel héél moeilijk te missen.)