Nieuw Zeeland, Zuidereiland
'God created the south island first, then the rest of the world'
(writer unknown)
Auckland - Wellington, 12 augustus
Een dag vertraging opgelopen, ben ik in de ochtend vertrokken naar Wellington. Mijn hele plan hoe NZ te bezoeken is voor 0% uitgevoerd. Het begon namelijk al toen de aswolk 1 week van de 9 geplande tot zich nam. Daarbij had ik niet voorzien, dat ik ten eerste familie zou ontmoeten en ten tweede nooit had gedacht zoveel tijd met ze te besteden. Het hele Tonga verhaal was ook maar een impulsieve actie. Een goede actie toch. Maar als resultaat heeft dat helaas wel minder te besteden tijd op het zuider eiland opgeleverd. De route naar het zuiden gaat op wegen die ik al vaker gereden heb. Alhoewel dat meestal richting het noorden ging. Het is super slecht weer onderweg. Er is zoveel regen dat stroompjes water over de weg heen lopen en delen van het grasland onder water staan. Met mijn eerste keer aquaplanning ben ik weer helemaal bij de les. De 659 km naar het zuidelijkste puntje zijn bijzonder vermoeiend. Het is geen 2 baansweg waar je standaard 120 km per uur kan rijden. De maximale snelheid is 100 en leidt door verschillende stadjes waar je 70 tot 50 mag rijden. De bochten in de wegen reduceren de snelheid soms tot 35. Wegwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om afgekalfde stenen en modder van de bergen op de weg te halen, vertragen nog meer. In Wanganui moet ik echt even 2 cappu's achterover slaan om niet achter het stuur in slaap te vallen. Gelukkig kom ik weer heel aan in Wellington waar ik bij het checken van de Ferry haven meteen een hostel vindt.
Wellington - Picton - Nelson, 13 augustus
Om half 7 gaat de wekker en om 10 voor 7 sta ik al bij de auto checkin voor de Ferry. Bij het toeristen informatie punt in Te Kuiti heb ik een deal kunnen vinden voor de oversteek. Voor de helft van de prijs heb ik een retourtje. Scheelt me toch weer 189 dollar. De zee is kalm. De laag hangende bewolking over de stad geeft aan dat de 'polar blast' op zijn weg is. Een dolfijn zwemt weg van de boot, gelukkig heb ik een getuige, Chris uit Blenheim. We kletsen op het buitendek totdat bijna mijn tenen bijna van mijn voetjes vriezen. Even naar binnen om op te warmen maar daar krijg ik het fantastische uitzicht van buiten niet echt mee. Weer naar buiten. Vandaag staat er op mijn voorhoofd 'praat tegen mij'. Een oudere man geeft me een compliment over mijn camera en blijft daarna door kletsen. Een aardige truckie uit Christchurch deelt zijn overzeese verhalen en een motorrijder uit Wellington die een ute gaat ophalen in Nelson, ziet samen met mij een zeehond zwemmen. Wat voor hem de que was om tegen me te praten. Voordat we de haven van Picton bereiken, zie ik nog meer zeehonden. Sommige zwemmend, andere badend in de zon. Een groepje dolfijnen zwemt naast de boot. Ik vindt het zuidereiland nu al leuk, zonder een voet aan wal te hebben gezet.
Vanuit Picton zet ik de reis verder richting Havelock, wat alleen te bereiken is via de Queen Charlotte track. Mijn uitzicht is een schilderij en ik rij er zo naar binnen. Bergen op de achtergrond, water op de voorgrond met ertussen in wat bomen. Ik heb nog niet met mijn ogen geknipperd en ben het volgende landschap portret al binnen gereden. Dit keer lijkt het op een prairie. Goudkleurige voorgrond en daarachter weer bergen. Ik snap er niets van. De gedaante wisseling van mijn omgeving gaat onnoemelijk snel. Aangekomen bij Nelson lijkt het op een heel vriendelijk stadje. Volgens de boeken is dat het ook. Èèn van de meest leefbare steden in NZ, blijkt. Voor het eerst in de 'nieuwe wereld' (bedoelende; de VS, Australië en NZ) kom ik een Europese stadsontwikkeling tegen. De kerk (met de meest lelijke toren ooit gezien), staat aan het einde van een brede straat. Zoals het in het westen meestal aan een markt is gelegen of aan een Voorstraat. De kathedraal sorry, geen kerk, staat op een berg. In Nederland staan ze vaak ook wat hoger of op een terp. Na wat onderzoek blijkt de originele kerktoren door een aardbeving ten gronde te zijn gericht. Maar dan snap ik nog steeds niet waarom de reconstructie dan zo ontzaglijk monsterlijk moet zijn.
Abel Tasman National Park, 14 augustus
Het is een super mooie dag. Het is een beetje chillie qua temperatuur maar de zon schijnt en de lucht is blauw. Ik vertrek richting het Abel Tasman National Park. Langs de kust aan mijn rechterkant zie ik de 'sounds' oftewel de fjorden in het water verdwijnen. Via Ruby bay, het dorpje Tasman, Motuekea en Riwaka denk ik via Marahau het Abel Tasman park binnen te komen maar dat gaat helaas niet. Ik rij terug richting de Highway 60 en rij via de haarspeldbochten Takaka Hill op en af. Hoog in de berg dwarrelen de eerste sneeuw vlokjes op mijn voorruit. Is dit het begin van de 'polar blast', wat ze al 2 dagen aankondigen? Ik rij zo noordelijk als Collingwood en keer dan weer om, om via de noordelijke kant richting het park te gaan. Via Clifton en Pohara rij ik weer langs de meest waanzinnige uitzichten. Het rustige water in de afgeschermde haven is helder en blauw. Verder richting Tata Beach zijn de stranden wit. (Waar het A. Tasman park ook om bekent staat.) In een oogopslag zie ik de besneeuwde bergen van het Kahurangi National Park, de witte stranden, rotsen die diagonaal uit het water steken en veel beboste bergen. Helaas is de weg naar het park een 'metal road'. Kortom, een onverharde weg. Aangezien er al een lichte schade aan de auto is door een te hoge stoep, (oeps) besluit ik om verder niets te riskeren. Bij het Pinquin café in Pohara staan 2-1 pk's te wachten op hun berijders die op het terras zitten. Een picknick tafel in de zon, is al wat er vrij is. 2 oudere mensen voegen zich aan mijn tafel. Voordat we het weten zitten we gezellig te kletsen onder het genot van een middagsnack en een koffie. AJ en Daphne reizen in hun motorhome hun eigen land door. Ze zijn al 2 keer de wereld rondgereisd en we delen onze ervaringen. Ik wordt uitgenodigd om nog even een wijntje mee te doen. Inmiddels hebben de sneeuwwolken de blauwe lucht afgeschermd en valt de eerste neerslag. 4 seizoenen in een dag. Ik moet de bergen nog door, dus moet helaas het wijntje afslaan. Van beide krijg ik een knuffel en hun kaartje met nummer en mailadres. Het is een rustige zondag. Met maar 1 miljoen inwoners op het zuidereiland, kom ik maar sporadisch auto's tegen. 8 van de 10 keer zijn dit ook nog toeristen. Een bord langs de weg waarschuwt voor overstekende pinguïns, te grappig. Mijn Takaka Hill (ik kan je vertellen, dit is echt geen heuvel maar een serieuze berg) beklimming begint weer. Inmiddels sluipen de donker grijze wolken over de bergkam dichterbij. De eerste echte sneeuwbui komt bij de eerste 200 meter al naar beneden. Toch gaat het tegen mijn biologische klok in; sneeuw in augustus.. Veilig aangekomen in Motueka vindt ik bij een statige koloniale villa (White Elephant) mijn onderkomen voor de nacht. Ik mag dan wel als een arme rugzakker op het moment door het leven gaan.. Wil nog niet zeggen dat ik niet in (betaalbare) luxe kan leven.
Moteuka - St. Arnauds - Blenheim, 15 augustus
Onder het dekbed en mijn 2 maal dubbele dekens is het 22 graden. Daarbuiten is het helaas 16 graden en dan heb ik het niet over de buitentemperatuur maar over de kamertemperatuur. Buiten is het weer zonnig met een strak blauwe lucht. Mijn geplande trip gaat langs het Kahurangi (treasured possession) Nationaal Park naar het Nelson Lake district waar St. Arnaud gelegen is. De eerste resultaten van de Antarctische sneeuwstorm dwarrelen een uur later op de auto neer. Naarmate ik de bergen in rij, wordt het erger. Op veel plekken is er geen vangrail en de afgrond is nabij. Mijn net gewassen ondergoed hangt te drogen over de warme lucht inblaas van het dashboard. (je wordt bijzonder inventief zonder beschikking te hebben over witgoed of tijd..) en ik wil natuurlijk niet zò dood gevonden worden onder in het ravijn. Voorzichtig rij ik de steile heuvels op en af. Aangekomen in St.Arnaud zijn de strepen op de weg niet meer te zien. De neergedaalde sneeuw heeft inmiddels op sommige plekken al de 5 cm bereikt. Ik denk een leuk vroegtijdig overnachting plekje gevonden te hebben maar de eigenaar verteld me dat als ik blijf, ik waarschijnlijk wordt ingesneeuwd en mijn verblijf onvrijwillig wordt verlengd. Hhmm, geen 4x4, geen sneeuwkettingen, oh bugger, dat wordt dus weer terug rijden. Bij Highway 6 aangekomen vraag ik mezelf af waarom ik ook al weer niet de Highway 63 rechtstreeks naar Blenheim wilde nemen.. O, ja, dat was teveel voor de heuvels en de kans op sneeuw is vele malen hoger dan terug naar het noorden te gaan en dan richting het oosten. Aangekomen in schattig Nelson: het journaal. Sinds 1939 heeft het niet meer gesneeuwd in Auckland en Wellington heeft blizzards, sneeuwstormen. Het hele noorder eiland is inmiddels in winterweer gedompeld. Op het zuidereiland, waar ik dus ben, zijn inmiddels in het zuiden en oosten openbare gebouwen en vliegvelden gesloten. De weg tussen TopHouse en Blenheim, de 63, is door de hevige sneeuwval ook net afgesloten. Kortom, goede keuze gemaakt. Nelson ligt nog in de zon maar heeft al wel te maken met windstoten. Een lege grijze kliko wordt voor mijn neus omver geblazen en buiten de stad zorgt een klein wervelwindje voor rondvliegende plastic recycle bakken. 50 km later heeft de sneeuw me ingehaald. De temperatuur buiten is nog te hoog om het hier te laten liggen. Voordat ik Blenheim in rij, kom ik langs wijngaarden, wijngaarden en wijngaarden. Bekende en onbekende namen kom ik tegen. Mijn speciaal uitgekozen hostel 'Winegrape' backpackers brengt me helemaal in wijnse sferen. Dus ga naar de New World supermarkt om er 1 uit te zoeken. Er staan zeker 30 wijnen uit de Marlborough regio in de schappen. Met zeker 7 namen/logo's die ik net ben tegen gekomen. Een Banrock, wordt de winnaar vandaag.
Blenheim - Kaikoura, 16 augustus
Dierendag
Vandaag geen kilometervreterdag maar een korte route van 129 km naar Kaikoura. Afgezien van wat ijzel op de parkeerplaats, begint de dag weer zonnig en blauw. Iedereen is in de ban van het winterse weer maar voor het moment blijven de sneeuwwolken nog even achter de bergen. Bij het vertrek uit het Marlborough landschap, nog een aantal wijngaarden met namen als; Mount Riley, Brancote, Yealands Estate, Sedgebrook Estate en Raupo. Schaapjes lopen tussen de wijnranken om als kleine grasmaaiertjes het gazon ertussen kort te houden. Ik kan er niet over ophouden maar dit landschap is zo onbeschrijfelijk. Ik denk dat ik het medicijn voor depressie heb uitgevonden.. Als je in dit landschap rijdt, loopt of op wat voor manier je je dan ook voortbeweegt, je krijgt vanzelf een glimlach op je gezicht. Heuvels met een laken van sneeuw, daarachter bergen met een deken. Aan de andere kant de zee met een donkergrijs zandstrand. De golven zijn hoog en beuken genadeloos tegen de rotsen die in het water liggen. O, bugger, reed ik nou net over een klein vogeltje heen..? Volgens mij is het nog in leven. Bij de eerst volgende mogelijkheid maak in een draai van 180 graden en parkeer de auto. Met een kort sprintje over de weg, kom ik bij het mini-vogeltje aan. Het is een zogenaamd 'suicidal' vogeltje. Ze zijn ter grote van een mus maar hebben een geel borstje of hoofdje. Ik heb ze al meerdere keren gespot. Uit het niets komen ze op een auto afgevlogen, doen er soms een salto over heen en vliegen dan gewoon weer verder. Dat zijn de 'best case scenario's', om het zo maar te zeggen. Het vogeltje blijft zitten en laat zich oprapen. Gelukkig geen ingewanden die ergens uithangen of bloed. Ik neem het mee naar de kant en zet het op een grote rots, beschut onder een boom. Het hupst vrolijk verder. Even voor de goede orde; ik heb het vogeltje dit keer niet aangereden, (dat ik inmiddels al 2 vogeltjesmoorden op mijn geweten heb, vindt ik al erg genoeg) ik ben er alleen over heen gereden. Nog geen 5 km verder wèèr een exemplaar op de weg. Dit keer een volwassen birdie. Auto weer aan de kant en ook dit vogeltje probeert niet te vluchten. Hij/zij heeft last van zijn vleugeltje maar als ik het in een holletje in het gras zet, lijkt het of ze het wel gaat halen. Aangekomen in Kaikoura verandert de Artic blast hier net over de bergen in regen ipv sneeuw. Ik maak een stop bij het Whale watching station. Alle bootritjes zijn tot nadere orde geannuleerd ivm het slechte weer. Ik rij door naar de zeehonden kolonie op het laatste stukje van het schiereiland. Een paar boerderijen staan op het smalle stukje land tussen de zee en de bergen. Ik ben getuige van een lammetje wat net zijn eerste stapjes doet. Nog helemaal nat en geel wordt het door zijn moeder schoongelikt. Arm beestje om in deze natte, koude omstandigheden op de wereld te worden gezet. Ik rij door en vindt daar meteen slapende zeehonden op de rotsen. Het kost me niet veel tijd om te ontdekken dat ze overal liggen.. Op de houten loopbrug, op een stukje gras naast de parkeerplaats, onder de bomen. Als je wil kan je ze zelfs aanraken, zo dicht bij. Al wordt dat natuurlijk wel afgeraden ivm hun scherpe tandjes. Door een Fransman wordt ik op een babyzeehondje gewezen die net achter een stenen muurtje ligt te slapen. Ik kan hem zo oppakken en in mijn tas stoppen. Super schattig! Nu weet ik weer waarom ik mijn handtekeningen actie een aantal jaren geleden heb gehouden. Even verder op, ligt een groot exemplaar te slapen. Ik zit er halve meter vandaan om een foto te maken. De zeehond ligt te dromen, precies zoals een hond dat doet. Met zijn vin maakt hij een beweging, zijn snoet beweegt en hij maakt zachte geluidjes. Een aalscholver zit een stukje verder zich op te poetsen. Niet gestoord door iets of iemand. Er staat een ijzige wind en het regent continu. Ik ga maar eens een warme plek opzoeken. Mijn voet gaat van het gas, om te checken hoe het met mama schaap en haar kind is. Het lammetje is onder de buik van haar moeder gekropen om te schuilen voor de regen en maakt van de gelegendheid gebruik om zo droog mogelijk zijn melk te drinken.
Kaikoura - Christchurch, 17 augustus
Mijn kamergenootje Yin uit Maleisië komt in de ochtend het goede nieuws brengen dat haar bus vandaag eindelijk arriveert. Ze zit al 4 dagen in Kaikoura te wachten op de bus naar Nelson. Deze heeft een startpunt in Christchurch maar aangezien de weg al een paar dagen afgesloten is, is ze niet in staat geweest om haar reis te vervolgen. Gisteren met haar en Mattew uit London, die de afgelopen jaren gespendeerd heeft als piloot in Azië, gaan uiteten. Het goede nieuws voor Yin is ook goed nieuws voor mij. Dat betekend namelijk, dat ik mijn rit verder naar het zuiden kan voortzetten. De tocht lijdt me weer langs een besneeuwd landschap. Maar dit keer heeft dit niet mijn interesse. Het is de oceaan, deze is bijzonder ruw vandaag. De golven zijn hoog en het water is wit. Zelfs de zeehonden hebben een plekje hoger op gezocht. Ze liggen bijna op de weg maar worden blijkbaar niet gestoord door de langsrijdende auto's. Als ik het wassende sop achter me moet laten en verder landinwaarts rij, zijn de bergen weer mooi glooiend en wit. Net op het moment dat ik mijn momentje heb van 'oh, hier zijn alle miljoenen schaapjes', zie ik een aanhanger vol met dode lammetjes aan de kant van de weg staan. Ze hebben de koude nachten, die hier voor zelfs ongewoon zijn, helaas niet overleefd. Ik berust in hun lot. Wetende dat de angst dat ze bij hun moeder worden weggehaald en op brute wijze naar de slachtbank worden gebracht, hun bespaard blijft. Beter, dat ze op een vredige manier zijn ingeslapen.
Ik kom aan in Christchurch. In de buitenwijken is er niets te zien van de serie aardbevingen die ze hier hebben gehad. De laatste naschok was om 11 vanmorgen. Het is nu 1 uur. Ik vervolg mijn weg naar het stadcentrum, wetende dat dit afgesloten is met hekken. Het nieuws over de ramp blijft gelukkig een nationaal gesprek van de dag, al is het op de internationale radar verdwenen. Het centrum is als een spookstad. De hoge gebouwen met grote namen staan er verlaten en onverlicht. De straten zijn leeg met uitzondering van enkele auto's. In het grote Hotel Chancelor hangen de gordijnen buiten de gebroken ramen te wapperen in de wind. Vrachtwagens, bulldozers en gravers zijn gebouwen aan het afbreken. Op veel plekken is het asfalt gescheurd en bij de bruggen die over de rivier lopen, hangen de verbindingsrubbers los. Bij 1 brug staat een 3 punter van verwrongen staal. Ik denk dat het een soort peiler van de brug is geweest. Net buiten het hekwerk staan veel huizen die onbewoond zijn. Ieder huis en bedrijf in deze regio heeft een brief op de deur. Een rood briefje dat het niet veilig is en binnen gaan is dan ook verboden. Niet eens afgeraden maar verboden. Ik check in mijn hostel op Chester East street, zo'n 200 meter van de afgezette stad. Ook hier een notitie van een inspecteur, dat het gebouw is nagekeken. Het oude huis heeft echter niet geleden onder de bevingen en is goedgekeurd voor bedrijvigheid. Afgezien van het slechte weer, grijs, koud en regen, besluit ik ik toch om de boel te gaan verkennen. Christchurch heeft altijd op mijn lijstje gestaan. Jammer dat de kathedraal niet meer te zien is, al is deze niet meer intact. Het centrum stond namelijk bekend als mooi historisch. Het geheel doet nog droeviger aan door de smeltende sneeuw. Ik sta bij 1 van de 3 toegangspoorten te kijken hoe een scheepscontainer diagonaal in de lucht wordt gehouden, zodat het makkelijker is om vanuit een de 4de (open) verdieping alles te dumpen. Er staan 2 soldaten op wacht die verantwoordelijk zijn voor de inschrijving en uitschrijving van werkmannen. De vrouwelijke Maori soldaat komt met me praten. Ze ziet dat ik oprecht geïnteresseerd ben en niet zomaar een ramptoerist ben. Het is serieus echt heel droevig als je langs de hekwerken kijkt en ziet hoe alles gewoon is achtergelaten. Het lijkt op een oorlogs gebied. Gescheurde muren, ingestorte gebouwen, winkelketens die je over de hele wereld ziet maar dan verlaten. De soldate is eigenlijk een burger maar heeft zich opgegeven om mee te helpen met de opbouw van de stad. De eerste keer dat ze hier kwam heeft ze gehuild. Gehuild om het feit dat haar post schuin tegenover een gebouw staat, waar 18 mensen om het leven zijn gekomen. Een Maori leider heeft later de plekken waar de dode lichamen waren gevonden, de grond ingezegend. Zodat de doden hun rust en eer kunnen vinden in het hiernamaals. Ik vraag haar of ze weet wat het stuk staal is wat bij de volgende brug staat. Ze verteld me dat het een ijzeren bint was die een naast gelegen kerk ondersteunde. Bij de laatste aardbeving is het los geraakt en over de rivier gecatupuleerd... Het is tijd om verder te gaan. Ik bedank haar voor haar tijd. Ze geeft me een Maori groet en vertaald het voor me: 'reis voorspoedig en veilig'. Ik loop verder een doodlopende straat in. Het laatste huis in de rij is afgekeurd. Het muurtje wat om het huis staat, is grotendeels ingestort. De naastgelegen ruïne kan ik na het bestudeerd te hebben, definiëren als wat een carport was. Op de kapotte veranda ligt een stilleven van potten verf, een kroonluchter, plastic zakken, dozen en wat servies. Schijnbaar zijn de mensen halsoverkop vertrokken. De buren zijn er beter van afgekomen. Op hun ommuring staat in graffiti: We're ok! Een straat verder staat een groot roze Victoriaans huis. Op de poort staat dat de toegang tot het terrein verboden is. Beide zijkanten van het huis zijn weg. Aan de rechter kant staat nog een deel van de openhaard. Aan de linkerzijde lijkt het huis op een poppenhuis. De buitenmuur is volledig ingestort en het zicht op de geel geschilderde slaapkamers op de eerste etage is geheel vrij. Na een tijd rondgelopen te hebben kan ik het voor mezelf een naam geven. Het centrum is geen spookstad of spookcentrum. Het voelt helemaal niet grimmig aan maar er heerst juist, zelfs met dit weer, iets heel positiefs. Een gevoel wat de NZ'rs als karakter hebben, optimistimisme. Voor de mensen die gebleven zijn, een herinnering dat ze elkaar nodig hebben. Voor de 25000 mensen die vertrokken zijn, de start voor een nieuw begin.
Christchurch - Dunedin, 18 augustus
Een moeilijke keuze vandaag. Blijf ik nog een dag langer om de stad te bestuderen of ga ik verder. "Het uiterste eruit halen wat erin zit. Ik heb echt veel te weinig tijd hier." Ik besluit later in de ochtend toch maar te gaan. Ik kan altijd op de weg terug nog een nachtje blijven slapen. De grootste trekpleisters St. Jozef Glacier en de Milford Sounds, moet ik misschien ook maar laten voor wat het is. Ik heb mezelf toch al voorgenomen om hier nog een keer terug te komen. In een ander seizoen weliswaar. De sneeuw is een beetje een spelbreker qua het bereiken van de plaatsen. Alhoewel het zicht erop natuurlijk fantastisch is. Maar vandaag is het uitzicht saai. Misschien ben ik een beetje verwend geraakt in de afgelopen weken maar al 100 km is het vlak en nogmaals, saai. Het regent nog steeds. "Had ik net zo goed in Nederland kunnen rijden." Maar als ik Timaru uit rijd, verandert het landschap weer net zo snel als op mijn eerste dag hier. De zon breekt door en opeens trekt het regengordijn open en dan zijn er ineens weer 'mijn' besneeuwde bergen. (Mt. Cook). Het landschap verandert van vlak weer in heuvelachtig en de schapen worden afgewisseld met alpaca,'s, honderden alpaca's.. Niet veel later wordt ik beloond voor mijn vertrouwen, 'dat het wel weer goed komt.' Ik kom aan bij het plaatsje Oamaru waar een oud centrum is. Mooie gebouwen in oud Engelse stijl. Pinquins lopen bij de Penunsila rond. Ik ben helaas nog te vroeg, want zo komen pas rond zonsondergang terug uit de zee. Maar heeeeel veel albatrossen staan op de afgesloten krakkemikkige pier, alsof ze te wachten staan op de eerst volgende boot. Een stuk verder, heb ik het eindelijk gevonden. Iedereen aan wie ik het vroeg, trok zijn schouders op. 'Waar ligt Palmerston south, als er ook een North is? Nou, ik heb het gevonden hoor. Precies waar ik dacht dat het lag.. Op het zuidereialand. Niet zo groot als Palmerston North, is (gewoon) Palmerston maar een lange straat met enkele zijstraten groot. De zon reflecteert aan het einde van de dag, haar roze kleuren op de wolken boven de bergen. Het licht is fel maar zacht. (of mijn zonnebril heeft buitengewoon goede glazen) De loofbomen zijn goudbruin van kleur, de sneeuw op de toppen van de bergen kleuren ook zachtjes roze. Het is donker als ik Dunedin in rij. De oudste studenten stad van het land bruist. Ik ga vanavond de stad in. Het is dan ook donderdag.
Dunedin - Otega Peninsula - Invercargill, 19 augustus
Een rondje door de stad en dan bedoel ik letterlijk een rondje. Het Europese plein met bovenin een kerk en daaronder de 'Spaanse trappen' geven Dunedin een heel vriendelijk karakter. Oude kerken en schijnbaar een zeer fotogeniek treinstation verder, ga ik richting de Otega Peninsula. Het weer is eindelijk weer goed te noemen en het is windstil. Het water tussen de stad en de Peninsula is zo glad als een spiegel en de foto's ervan zijn dan ook merkwaardig. Bergopwaarts wordt het uitzicht helaas overschaduwd door regenwolken en kan ik hier helaas niets meer van zien. Op Sandfly bay (net je daar wil staan zonder sokken..) helaas geen yellow eyed pinguins vandaag. Ik ga verder naar het zuiden om via de heerlijke toeristische route naar de zuidelijkste stad van het land te rijden, Invercargill. De route door de 'Catlins' wordt van tijd tot tijd onderbroken voor wat foto's van beekjes, Kauri bomen, wederom groene heuvels en een ruige kust met wit strand. Mijn vertrouwen in de zuinige auto wordt op het laatste stukje door de wop wop's erg op de proef gesteld, als de wijzer wel heel dicht bij de E van empty komt. Gelukkig is daar een landelijk pompstationnetje die me van mijn dialoog, 'haal ik het wel, haal ik het niet, haal....', afhelpt. De kerel gekleed in een licht blauwe overal lijkt me een man te zijn met kennis van techniek. Aan de voorzijde van de auto, net achter de bumper hangt iets los. Of het komt door het stoepje.. weet ik niet maar het moet weggewerkt zijn voordat ik de auto terug breng. Ik heb al een boutje en moertje theorie uitgedacht maar nog niet in praktijk gebracht. De garagist en ik zitten voor de auto om te zien wat er aan te doen is. 'It is rental, not mine' vertel ik hem voor de 2de keer als hij plots zijn zakmes uit zijn zak haalt het en het stukje plastic in een vloeiende beweging afsnijd. 'Oh', zeg ik beduust. 'It didn't hold anything?' Schijnbaar niet... Als ik ergens in de bergen rijd en de bumper valt eraf dan weet ik dat het iets te rigoureus was. Met 20 dollar aan benzine in de tank, leg ik het laatste stukje van het zuidereiland af. In Bluff, wat op de kaart lijkt als het zuidelijkste puntje, wat niet zo is, ben ik nog maar 4810 kilometer van de zuidpool verwijdert. Waarschijnlijk ook het verst van huis.. London is namelijk 18.958 kilometer verderop. Nu ben ik ècht aan de andere kant van de wereld!
Invercargill - Te Anau, 20 augustus
Ik verlaat Invercargill vroeg in de ochtend om op tijd in Te Anau te zijn. De besneeuwde bergen en velden zijn nog maagdelijk wit. Geen schaapjes of hertjes die hier met hun hoefjes doorheen zijn gedribbeld. Het water in de stromende beekjes is kristalhelder. Afgezien dat er overal sneeuw ligt, is de weg schoon en droog. Er wordt gewaarschuwd voor ijzel maar tot dusver nog niet gezien. Een grote donker grijze wolk hangt een paar kilometer voor me boven het landschap. Er in aangekomen, zorgt het voor nul uitzicht. De dauw die daardoor echter aan de bomen blijft hangen wordt meteen bevroren en dat zorgt voor winters witte bomen. Aangekomen in Te Anau ga ik meteen bij het informatie punt informeren of de Milford weg vrij is van sneeuw. De weg is vrij maar ik zie een goede aanbieding die me met de bus heen en terug brengt, inclusief lunch. Vandaag is het niet bijzonder goed weer, dus ik besluit morgen vroeg in de ochtend te gaan, met de bus. In het stadje zelf is niet veel te beleven. Ik besluit naar Manapouri te rijden. Onderweg kom ik de bordjes tegen van de 'Kepler track'. Ik moet mijn oude straatnaam natuurlijk wel even eer aan doen, dus ga deze voor een uurtje verkennen. De hangbrug over de snel stromende rivier kan me geen angst inboezemen. En evenmin het feit om hier in mijn eentje door een groot donker bos te lopen. Er zijn geen beren, wilde honden, slangen of spinnen. 'Don't you love NZ?!' Het bos is wederom uit een fantasie film gehaald. Het zal natuurlijk wel andersom zijn; als je hier loopt, ga je automatisch terug naar je kindertijd. Het lijkt of er een groen tapijt in het bos voor me is uitgespreid. De bomen zijn ongelofelijk oud (hier wordt niet gerooid) en zijn alle versierd met groen hangend mos. Kleine stroompjes met ijskoud helder water zoeken hun weg langs afgesleten stenen naar de woeste rivier beneden. Het lijkt wel of alle varens net hun takken hebben uitgerold, zo vers groen. Ik verwacht Tinkebel ieder moment.
Milford Sounds, 21 augustus
Ik ben geveld door een ernstige verkoudheid. Ik weet niet precies hoe beroerd een hond zich kan voelen maar ik begin een aardig idee te krijgen. Mijn wekker gaat in de morgen en ik ben niet zo fit. Mijn boeking voor Milford Sounds is gisteren omgezet. Dit betekend voor mij een uur en een kwartier langer in bed liggen. Yee! Helaas is het niet voldoende. :( Het is 10 uur, is sta te vernikkelen van de kou met hoofdpijn, een volle neus, een zwakke maag en 2 aperines achter de kiezen. De bus vertrekt 40 minuten later dan gepland. Had ik toch nog ff in mijn mandje, warm onder mijn dekentje kunnen liggen. De bus zit bij aankomst al bijna helemaal vol. Ik moet ergens achterin een plekje zoeken. Tijd voor de volgende medicatie: een reispilletje. Mijn algehele gesteldheid gaat er niet op voorruit. Het landschap kan me ook even gestolen worden. We komen langs een bordje (niet gezien, lag even horizontaal maar de chauffeur vertelde het) waar op staat dat we precies tussen de evenaar en de zuidpool zitten. Leuk. Bij de eerste stop 'Mirror lakes', wordt ik weer helemaal enthousiast (lees, alle pillen beginnen te werken) en schiet weer de nodige plaatjes. Voordat we de Sounds bereiken, hebben we nog een paar pauzes. We lopen een woud in met snelstromend bergwater. Het water heeft in de jaren de stenen op kunstige wijze afgesleten. Zo ziet het er dus ook uit, als een kunstwerk. Op de parking komen we 2 Kea's tegen. Een bijzondere NZ vogel. Ze zien er enigszins onschuldig uit maar stelen je lunch, maken je spullen kapot en dat doen ze het het liefst in groepsverband. (Zoals wij onze k.. Marokkanen hebben) We rijden verder over lawine gevaarlijke wegen en mogen dan ook niet stoppen. Er zijn er al een paar geweest (stops en lawines), aan de hopen sneeuw te zien. Watervallen van honderden meters komen naar beneden. Anderen zijn op de bergen bevroren en eindigen als ijspegels onderaan de berg. We zien de Christies gletcher en rijden door een super smalle tunnel met minimale verlichting om eindelijk bij Milford Sounds aan te komen. Ik voel me inmiddels een stuk beter. De Jucy boot vertrekt zodra we allen van de bus aan boord zijn geklommen. Het weer is perfect zonnig vandaag. Het water is weer super blauw, de bergen lopen stijl het water in, watervallen links en rechts, besneeuwde toppen in de verte. Het klinkt bijna verveelt maar dat is het echt niet! Fiordland National park (Unesco) mag je ècht niet missen als je een bezoek aan New Zealand brengt. Na 2 uur rondgedobberd te hebben en alle jeugd, (want daar zit ik mee in de bus) weer ongegeneerd aan hun vriendje of vriendinnetje kunnen plukken op hun plekje in de bus, is het tijd om te vertrekken. Dit keer geen stops meer, waar ze narcistisch 20 foto's van zichzelf laten maken, maar in 1 ruk naar huis. Althans, ik naar Te Anau en de rest naar Queenstown. Met een gratis bakkie thee, een bakje muesli met melk van de free-food-shelf, een aspirientje en een filmpje op de bank in het hostel, beëindig ik de imponerende dag en duik op tijd mijn mandje weer in.
Te Anau - Queenstown, 22 augustus
Na een lange slaap voel ik me veel beter dan gisteren. Keel is nog wel opgezwollen, neus zit nog een beetje dicht maar het algehele miserabele gevoel is inmiddels verdwenen. Ik check uit en ga in alle vroegte informeren over de weer/wegen omstandigheden bij het informatie punt. Op mijn route vandaag staat Queenstown. Gisteren op de boot ben ik een Fransman uit Lyon, Raphael, tegen gekomen. Althans, voor de 2de keer want we sliepen in dezelfde kamer in Dunedin. Hij reist ook naar het noorden van het zuidereiland. Ik heb mijn nummer gegeven en gezegd dat hij me kan bellen als hij mee wil rijden. In de avond stuurt hij al een sms dat hij graag op het aanbod in gaat. Ik vertrek dus naar Queenstown en zal daar zien of we hetzelfde idee hebben. De route naar Queenstown heeft hetzelfde karakter als de route van gisteren. (Super zonnig) Veel besneeuwde velden, heuvels en bergen. Bij een groot meer maak ik even stop voor een foto en verwonder mezelf weer over de helderheid van het water. Aangekomen in de stad vindt ik al snel het zwarte schaap hostel waar ik moet zijn. We zitten in de keuken gebogen over de kaart met een koffie en een thee te verzinnen wat de beste route is. Het wordt al snel duidelijk dat ik hier een nachtje blijf en dat we morgen de route naar het noorden verder zullen voortzetten. Aangezien het lunchtijd is maken we eerst een stop bij de supermarkt voor, hoe kan het ook anders, stokbrood en brie. De tweede stop is bij een track wat we willen gaan lopen. Helaas is de parking gebarricadeerd door een auto en staat er een bord; dat bij elk explosief wat zal worden gebruikt 2x een luchthoorn zal worden gebruikt. Bij het eindigen ervan zal de hoorn 3x klinken.. We laten het explosie,- en lawine gevaar maar voor wat het is en vertrekken naar de 2de optie. Deze optie lijkt een korte route naar Lake Dispute. Door heel wat gebagger in de modder door de smeltende sneeuw èn de daadwerkelijke sneeuw, zijn de schoenen al snel doorweekt. Het mag de pret net drukken want het uitzicht is weer 'magnifiek'. Raphael doet bij de laatste afdaling door de sneeuw nog even een kunstje slapstick-hard-op-je-bek-gaan. Ik kom niet meer bij van het lachen. Wat natuurlijk niet zo vriendelijk is, maar kan er echt niets aan doen, als ik zie hoe hij door de zwaartekracht wordt aangetrokken, slippend voetenwerk heeft en in de lucht een halve flikflak probeert te doen om niet plat op zijn rug terecht te komen. Ik probeer ècht heel serieus te zijn en wil natuurlijk gemeend vragen of alles goed met hem gaat, wat ook echt zo is. Maar het enige wat ik voor me kan zien is hoe stuntelig hij ten val komt. Leedvermaak, it's a bitch. Ik vindt het altijd super sneu voor de mensen die wat overkomt maar als een herhalingsknopje, komt de situatie keer naar keer voorbij en moet ik altijd super hard lachen. Enfin, na 3,5 uur als een hardcore 'tramper', 'hiker', 'berggeit' of 'off road wandelaar' steile paden te hebben bedwongen en uiteraard te zijn afgedaald, is het 'finit' voor vandaag. Wat niet voor mijn Franse lessen geldt, want die gaan gewoon door. In de avond zitten we in de gezamenlijke keuken en vragen we een meisje aldaar bij ons aan tafel plaats te nemen. Ze is Russisch en komt uit St. Petersburg. Ik oefen meteen even mijn woordjes Russisch, wat zeker niet zo uitgebreid is als mijn Frans. Met een andere jongen uit Breda.., hoe kan het ook anders, wereldstad, heb ik ook nog een korte conversatie. We call it a day en besluiten morgen naar Lake Takepo te gaan waar je schijnbaar het beste zicht van de wereld hebt op de sterrenhemel.
Queenstown - Lake Tekapo, 23 augustus
Ik kom terug bij mijn eerste zin van mijn zuidereiland verhaal 'God created the south island....'. Ik geloof niet in (1) god. Niet in een god die mensen angst inboezemt of mensen hun zonden laat afwassen met een weesgroetje. Maar als er een god was, dan was dit eiland zijn speeltuin. Met achter elke berg een verzinsel. Achter elke heuvel een nieuwe creatie. Op elk vlak stuk land een imitatie van zijn gedachten. We rijden door een vallei met gouden bomen. Gevolgd door een steppe met kleine pollen gras. Aan de andere kant van de heuvel grazen honderden Marino schaapjes in hun dikke winterjas. Bij de volgende afdaling staan er dennenbomen in een uitsnede van een berg. Dan is er opeens Lake Pukaki met een weerspiegeling van Mount Cook. We rijden door een nietszeggend landschap, een maanlandschap, een toendra. We zijn in Afrika, in Mongolië, in Canada, in Rusland, in Nevada USA en dan zijn we bij Lake Tekapo. Waar het smeltwater van de bergen wordt gevormd naar een zelfde kleur als de blauwe hemel die er boven hangt. Van dichtbij althans. Als we weer een (lange) wandeling gaan maken, over steile paden, sneeuw, 2 uur heen en 2 uur terug (Mt. John), zien we dat het water van een afstandje turqoise is. We zien de zon ondergaan en de hemel verkleuren. Je zal maar niet hoeven te werken, een lange vakantie hebben en dit schouwspel live op je netvlies krijgen. Dit is waar het allemaal om is begonnen. De wonderen der natuur, de schoonheid zien en opnemen. Geen 10 jaar werk terug zien in mijn filmpje, als ik dat ooit te zien krijg. Maar het zullen hopelijk deze momenten zijn die aan me voorbij flitsen. En als ik ooit dement wordt, hoop ik dat dit opgeslagen blijft. Zodat ik het 100 keer tegen de broeder kan vertellen in het bejaarde huis.
Bij 1 ding had ik vandaag mijn vraagtekens. Waarom er voor Omarama allemaal stenen bergjes staan. Uit 10 tot 20 keien zijn er overal kleine torentjes langs de kant van de weg gebouwd. De enige logische verklaring die ik heb zijn: trollen! Ik kan me ergens vaag herinneren (hoef helaas niet te wachten op die dementie, want die is al toegeslagen) dat er in een boek stond dat deze bergjes in de nacht garant stonden voor een trollen dorp. Ofzoiets... Of het was een film.. Iets met kabouters geloof ik.. Anyways, ik heb aan de oever van Lake Tepanko mijn eigen creatie van een stenen toren gebouwd. Dus mocht er een trol dakloos zijn, voor mij geen bouwvak vakantie, hierbij een nieuw onderkomen.
Na een warme douche lig ik op tijd op bed. Onze andere kamergenoot komt binnen met een sprookjesachtige foto. Aan het meer staat een oud kerkje van steen. Met de juiste sluitertijd van zijn camera heeft hij dit in de donkere nacht weten vast te leggen met de Melkweg op de achtergrond. Ik wordt helemaal enthousiast. Dit wil ik ook! Ik trek mijn kleding over mijn pyjama aan, ga op zoek naar Raphael en om kwart voor 11 in de avond, zitten we weer in de auto richting het kerkje. Ik ben heel erg tevreden over mijn camera maar helaas kan het geen wonderen verrichten. Het lukt wel om foto's te maken maar ze hebben niet het sublieme resultaat wat je hebt met een lens die 10 minuten open blijft staan. Gelukkig is er Benny uit Maleisië. We geven hem ons email adres en hopen dat hij niet vergeet zijn perfecte worldpress foto te sturen.
Lake Tekapo - Kaikoura, 24 augustus
Het weer is zoals de afgelopen paar dagen, weer zonnig met een blauwe hemel. De route vanuit het binnenland naar de oostkust is een beetje saai. Maar hoe dichter bij de kust, hoe groener de bergen weer worden. Het begint even op het noordereiland te lijken. Wat bij mij voor altijd in mijn gedachten blijft zitten als bijzonder heuvelachtig en groen, groener, groenst. We rijden door Christchurch. Via een sluipweggetje langs het centrum rijden we weer langs een grijze kerk (had ik al eerder gezien) die veel schade heeft. Het raakt me echt om te zien dat het centrum zoveel heeft geleden. De verwoeste gebouwen is enkel een weerspiegeling van het leed van de mensen. Net buiten. Christchurch, in Belfast, maken we een koffie/lunch stop. Toevalligerwijs bij 'Loef's', een Nederlandse bakkerij. (The Dutchies are everywere). De lange rit vandaag eindigt weer in Kaikoura. Raphael is hier nog niet geweest, dus ik neem hem meteen mee naar het zeehonden uitkijkpunt. We staan op een muurtje, te kijken naar alle rustende, slapenende, luie honden, als ik in een ooghoek een zeehond 30 cm achter Raphael zie lopen. Deze lag eerst te slapen tussen de beplanting op de parking maar nu heeft besloten om een stukje te gaan zwemmen. Hij poept en plast er lustig op los en verdwijnt dan achter de rotsen.
Later op de dag heb ik mijn eerste 'couch surfing' ervaring. Voor de mensen die nog niet deel hebben genomen in deze gratis-vorm-van-nachtelijk-verblijf een uitleg: Couch surfing is een organisatie waar je je kan aanmelden op internet. Er zijn mensen die een bed of bank hebben, die dit beschikbaar stellen aan (mede) reizigers. Reizigers die geld willen besparen, sociaal zijn en graag nieuwe mensen willen leren kennen, sturende 'hosts' een mailtje met de vraag of ze plek hebben. Er is onderling contact en voilà, een gezellige avond een gratis bed. Wij komen aan bij een ieniminie cottage op het terrein van een boerderijtje. De mat op de vloer is, de plek waar de hond zijn koeienbeen op eet, met een extra kleedje de eettafel, zonder kleedje de salontafel, de tv kamer en onze slaapkamer. De hosts zijn een grote blanke Zuid Afrikaan en zijn Amerikaanse vriendin. Zij is marine bioloog maar tijdelijk zonder baan en hij was professioneel muzikant maar is nu vis quote controleur op schepen in dienst van de regering. Het is een gezellige avond. Ze praten meer over zichzelf dan dat ze geïnteresseerd in ons zijn. En dat doen ze dus 7 dagen per week. (gasten ontvangen en over zichzelf praten) Ik zou er niet aan moeten denken om elke dag vreemdelingen over de vloer te hebben. Maar schijnbaar vinden ze het leuk en is dit hun soort van levenstijl. Ik ben nog steeds van mening dat ik een meer 'einzelgänger' dan sociaal dier ben.
Kaikoura - Picton, 25 augustus
We nemen afscheid van onze hosts en vervolgen de bochtige oceaanweg naar het noorden. Ik besluit dat ik nog niet genoeg zeehonden heb gezien en maak een stop in de buurt van Hapuku. Waar een grote kolonie de rotsen domineert. Door een dame worden we op het feit gewezen dat bij de waterval pups zijn. Dat laten we ons geen 2x zeggen. We lopen door een bos, langs een stroompje richting de ijzige 'Ohau stream' waterval. In het meertje onder de waterval is het een kleine crèche voor de 5 Kekeno pups. (NZ fur seal) Het enige wat ze daar doen, is met elkaar spelen. Een beetje rondzwemmen, koppeltje duikelen, uit het water springen en aan elkaars snuitje ruiken. De moeder zeehonden laten hun pups hier achter als ze in zee gaan vissen. Het is een sociale aangelegenheid voor de kleintjes. Ze leren hier met elkaar om te gaan en verbeteren hun zwemkwaliteiten. Als ze oud genoeg zijn, volgen ze de beek, richting de zee waar de rest van de kolonie op de rotsen woont. We kunnen er beide geen genoeg van krijgen om de 60 cm grote pups in het water te zien ravotten. Maar de temperatuur in de schaduw bij de gesmolten sneeuw stroom uit de bergen is heel koud. We zitten daarna nog 3 kwartier op de rotsen aan zee, in de zon, om de dagelijkse gang van zaken van de rest van de familie te observeren. In het begin van de middag komen we aan in Picton waar we een kleine picknick aan de waterfront hebben. 2 eendjes eten het aangeboden brood uit de hand en zijn dus ook niet weg te slaan tijdens onze pauze. Een kleine stop bij het toeristen informatie punt, doet ons besluiten om nog een 'hike' van 2 uur te nemen. We gaan richting Snout point, wat leidt over 1 van de sounds aan de rechter kant van de stad. Onderweg pikken we nog een Duitse, Helena, op die in haar eentje aan het wandelen is. Op het Queen Charlotte Sounds point, waar je uitzicht hebt op de overkant van de baai, besluiten we de laatste 40 minuten steil naar beneden ook maar even mee te nemen. Puf puf, uiteraard ook weer op. De gele bloemen aan weerszijde van het pad tintelen het reuk orgaan. Het is een combinatie van kokos en vanille. Samen met het uitzicht, en de temperatuur doet het heel zomers aan. Terwijl er vorige week nog een stormpje van Antartica langs kwam. De wandeling duurt uiteindelijk geen 2 uur maar 3,5 uur. We komen in het donker weer terug bij de auto. We zetten Helena af bij haar hostel. Niet in verleiding gebracht door het gratis toetje en gratis ontbijt wat ze er bieden, rijden we verder naar een hostel waar ik positieve dingen over heb gelezen. De Tombstone is een hostel met een deur van een lijkenkist, is gelegen tegenover een begraafplaats en ligt net buiten het centrum. Aangezien ik geen gothic typje ben, zijn dit niet de punten die mij aantrekken. Het is de goede keuken, de 'hotel' kamers met super de luxe linnen, elektrische deken, eigen badkamer, zeepjes en shampoo èn een jacuzzi (en oh ja, gratis ontbijt), die ik interessant vindt. Om te vieren dat het onze laatste avond samen is, staan we 10 minuten te treuzelen om een goede wijn uit de regio uit te kiezen (en dat zijn er nog al wat). Na een simpele Italiaanse pasta bereid met 1 ui, 4 champignons en tomaten ketchup (en wat hulp van de aangeboden keuken kruiden), zitten we in de avond te genieten van een koude Souvignon Blanc uit de Marlborough in de jacuzzi met uitzicht over de haven. Wijn 5 euro. Hostel 15 euro. Ervaring, onbetaalbaar.
Picton - Wellington - Napier, 26 augustus
Heb je eindelijk een goede privé kamer met alle luxe voor jezelf, zal je altijd zien dat je er minimaal van kan genieten. Om iets voor half 7 gaat de wekker. Om 7 uur moet ik mezelf weer melden bij de check in van de Blue Ridge Ferry naar Wellington. Het water tussen de sounds is bijna windstil. In de 'straat' is het iets ruwer dan op de heenweg maar het is dan ook maar een kort stukje. Aangekomen in Wellington vertrek ik meteen naar het noorden. Dit keer via de Highway 2 richting Napier. Stond al een tijdje op het lijstje maar het kwam er maar niet van. Het noordereiland laat me meteen weer zien in wat voor uitstraling ze goed is: groene heuvels en bergen. Zo mooi! En wel verdomd, ook hier hebben ze die stenen torentjes staan. Dit keer in een rivierbedding. De torentjes zijn hoger dan op het zuidereiland en zijn eigenlijk niet te missen. Mijn nieuwsgierigheid over dit tafereel wordt weer aangewakkerd. Een stuk verder rij ik door het Township Greytown. Wat een enig stadje! Huisjes zijn allen goed onderhouden en het lijkt wel of alle inwoners bij het MKB zijn aangesloten. Overal staan of hangen bordjes met souvenirs, kunst, massage, reiki, houtsnijwerk en andere gildes. Tussen de snelweg 2 en de kust is er een berg met de naam: Taumatawhakatangihangakoauauotamateaturipukakapikimaungahoronukupokaiwhenuakitanatahu. Echt, wie verzint zoiets?!
De route is lang en leidt langs veel wijngaarden, veel schaapjes en tot mijn vreugde ook langs een horde Falabellaas. Het bekende NZ bier 'Tui' wordt in een nietszeggend uitgestorven dorpje gebrouwen. Desalniettemin is de marketing zeer goed, want je komt het overal tegen. In de avondschemering als de pastel tinten aan de hemel verschijnen, rij ik Napier binnen. De kleur past precies bij de uitstraling van de stad: Art Deco. In de jaren '30 is het grootste gedeelte van het stads centrum verwoest door een aardbeving. In die tijd is alles ook weer opgebouwd. Wat heeft geleid tot een uitdagende mix van Victoriaanse,- Koloniale,- en Art Deco stijl.
Napier - Gisborne - Tauranga - Mt. Maunganui, 27 augustus
Ik kan me niet heugen wanneer ik op een zaterdagmorgen door een winkelstraat heb gelopen. Met über toeristisch mijn camera om de nek, schiet ik wat plaatjes van de architectuur. De 2 winkels die wat naar mijn gading verkopen zijn helaas nog dicht. Gelukkig, spaart weer geld. Aan de overkant staat Greenpeace een petitie te houden tegen de tonijn visserij. Ik vraag meteen waar ik kan tekenen. Uiteraard even een praatje en alweer: 'The Dutchies are everywhere'. Dit keer een man uit Callantsoog die hier al 13 jaar woont. Ik ben een vroege vogel vandaag, nou ja, meestal op deze trip maar nu extra vroeg. Om 10 uur ben ik al weer klaar om mijn volgende route te rijden. Ik rij verder oostwaarts naar Gisborne, hier uitgesproken als Kisbin. Ik rij langs Hawkes bay en Poverty Bay met een idee dat het kust plaatsje Gisborne 'gezellig' is. Dat is het helaas alles behalve. Grote ketens staan zonder charme langs de brede weg. Nul uitstraling heeft het plaatsje, althans wat ik er van zie. Ik zal toch even een kleine pauze moeten inlassen, om de andere 140 km fris en fruitig weer geconcentreerd door de bergen te kunnen rijden. Het grootste gedeelte van de reis gaat langs de Waioeka rivier. De weg slingert als een slang gelijk aan de rivier. Plots rijdt ik het 100km gebergte ook weer uit en kom in een Hollands aandoend landschap, vlak. In Opotiki waar ik links afsla om de 2 te volgen kom ik de Brabant street tegen.. Ff een fotootje als bewijs en in een fruitstalletje gaan vragen hoe ze dat hier dan uitspreken. In de schemering kom ik in Tauranga tegen. De hostels zijn al flink geprijsd. Volgens een receptioniste komt dit door de world rugby cup. 'De rugby begint pas over 2 weken, beetje raar dat de prijs nu al zo hoog is'. Hebben ze natuurlijk weer geen antwoord op en verantwoording afschuiven is en blijft 1 van de makkelijkste dingen die je kan doen. Een 3de hostel heeft geen plaats. Hhmm, naar Mt. Maunganui of de laatst 200 km terug naar Auckland. Het eerste lijkt me een beter plan aangezien ik al heel wat km gemaakt heb. Ik kom weer terecht bij een hostel waar ik eerder ben verbleven. Met een kom wilde rijst, wat maïs en geïmproviseerde satésaus heb ik weer een studentikoze maaltje klaar gemaakt en vertrek met een volle maag naar de Mac voor draadloos internet.
Mt. Maunganui - Aukland, 28 augustus
Het is lente!
De zon schijnt heerlijk en het is warm. De Magnolia bloeit samen met de Cherry blossem (Japanse kers) als eerste na de winter. De bomen krijgen een groene gloed over hun takken en kleuren helemaal mee met het weidegras. Ik lach hardop als ik mijn favo radiozender The Edge weer vindt. Er zijn 2 mannelijke dj's en een vrouwelijke dj die het muziek programma presenteren. Ze zijn zo goed op elkaar ingesteld. Hilarisch om naar te luisteren. Ik kom weer langs Morton Estate gereden en besluit om er even binnen te kijken. Morgen is er iemand jarig en ik wil graag een gepast kadootje geven. Ik vind een Chardonnay van 2009 die in de prijzen is gevallen. Strikje eromheen en klaar. Het is nog maar half 11 in de morgen maar ik kan het niet weerstaan om in deze vroegte een wijntje te proeven. Ik heb nog nooit van de druif Vigonier gehoord. Het is een combinatie van een Chardonnay en een Sauvignon Blanc. Vandaag de laatste km van mijn trektocht door een land wat ik heel erg ben gaan waarderen. Mijn doel heb ik hier bereikt en dat was 'vooral veel natuur zien'. Sommige wegen, dorpjes, gebouwen en bergen heb ik al meerdere keren gezien. Ik weet soms wat ik te zien krijg na een volgende afslag en kan denk ik al als gids fungeren voor mensen die hier nog nooit zijn geweest. Ik rij de 4 baansweg die Auckland in leidt, inmiddels blindelings. Het voelt als een 'thuis'. Alhoewel NZ een beetje 'backwards' is, oftewel achterloopt in verschillende dingen, met het rijke(?), hippe Europa, zorgt dat juist voor een langzamere pas. Het verkeer gaat (letterlijk) trager, mensen hebben meer geduld en houden meer rekening met elkaar. Alhoewel het service niveau in restaurants niet de kennis of het gastvrije gehalte heeft wat ik als plezierig acht, maken de barrista's betere koffies dan een gemiddelde Italiaan. Is het aangeboden assortiment bij een café of bakker altijd inclusief iets glutenvrij en vegetarisch. En zijn de prijzen voor een cappu of flat white standaard onder de € 2,50. De natuur is 'stunning'. Nog nooit zoiets gezien in mijn leven. Bij een benzine station tanken ze je auto vol, dus geen benzine ruikende handjes. Alleen maar vriendelijke geïnteresseerd mensen tegengekomen. Maar mocht je een houte couteur jurkje zoeken? Dan ben je hier aan het verkeerde adres. Maar voor alle overige Marino-Possem sjaals, warme wollen kleding, fantasie-films, wintersport, natuur die buiten je verbeelding gaat, All Black rugby club supporters materiaal, kiwi's (vogel & fruit), extreme sporten en heerlijke wijn, het is een stukje vliegen maar absoluut waard: New Zealand!
Aukland, 29 augustus
Mijn laatste dagje staat vol gepland met sociale 'verplichtingen'. Eerst beginnen we met een huishoudelijke taak en dat betreft de auto stofzuigen. Deze moet voor 1 uur terug vandaag. Ik ben eerlijk gezegd een beetje bezorgd om het feit of ze de krassen op de bumper kunnen vinden. Het is niet veel en je ziet het bijna niet maar ik weet het. Met een vriendelijke lach, een leuk gesprek en een door mij gevraagde brief waarop staat dat er geen naheffingen zullen plaatsvinden, loop ik de deur weer uit (gniffel gniffel). Een chauffeur staat te wachten totdat hij mijn tante en mij comp kan terugbrengen. Het bedrijf heeft een ophaal en wegbreng service voor gasten naar hun hotel. Uiteraard hebben we netjes meegespeeld en zijn de vorige keer opgestapt bij een hotel in de buurt. Nu vraag ik of hij ons op de hoek van Ponsonby & Williamson kan afzetten. Altans, daar mag ik me zelf afzetten. De chauffeur geeft mij de sleutels van de nieuwe Honda Prelude automaat en met een laatste zwaaitje zeg ik mijn Ugly Duckly gedag. Afgezien van de lelijkheid en het terugschakelen naar zijn 2 om een berg op te komen, heeft hij me nooit in de steek gelaten. Met een extra 10200 km (om precies te zijn) verdwijnt UD uit mijn zicht. We zijn te laat voor onze lunchafspraak met tante Yvonne en de rest van de familie. Paul is jarig vandaag en ik overhandig hem de wijn. Veel te snel moet ik afscheid nemen van de familie om me klaar te maken voor een afscheidsetentje. Ik maak nog even een familie kiekje en we zijn weer vertrokken. In de avond hebben we afgesproken met Hetty, de NL vriendin van mijn tante en Chloe en Tania mijn achternichten. Met een extra BYO wijntje in de Thai- Chinees nodig ik weer iedereen uit om naar Holland te komen. Over en paar uurtjes staat mijn taxi klaar om me naar het vliegveld te brengen. We gaan weer terug naar Ozzie. Dit keer naar Tasmanie.