Schotland 2013
... Monster van Lochness..
15 december,
Amsterdam-Glasgow
Met een Skinny-lemon-poppyseed-muffin | carrotcake | kaas-sandwich | cappuccino plus ginger-latte bestelling, nemen we plaats aan een tafel. Onze nieuwe aanwinsten, de LP Schotland en 'De moed van imperfectie' worden doorgesnuffeld en we maken ons geestelijk op voor een paar dagen Schotland.
Schotland.. om te zien en te voelen of dit echt het land van mijn dromen is...
Het heeft altijd hoog op mijn 'lijstje' gestaan. Misschien omdat het zo groen is, zo rauw natuurlijk kan zijn en omdat er zo weinig mensen wonen. Op een of andere manier vind ik het gebrek aan beschaving altijd een verademing, zeker als je net door de bebouwde kom van Purmerend tot Schiphol bent gereden.
We wachten in lounge 3 voordat we naar onze gate mogen. Door de tassen controle, besef ik dat ik nog steeds een hoeveelheid water in mijn koffertje heb zitten. Als een kameel probeer ik het in 'no time' weg te werken maar door het 'Starbucks diner', zit mijn maag al aardig vol. Gevolg; mijn volgetaste bak met persoonlijke bezittingen komt niet aan het einde van de band. 'O, nee waar is mijn jas met iPad?'
Een beveiligingsbeambte heeft hem apart gehouden omdat het losse flesje water niet in zijn geheel verder mag. (Mijn inziens heeft dat meer te maken om de plaatselijke middenstand te stimuleren, dan dat het met veiligheids maatregelen te maken heeft)
Het volgende reisbulletin wat we tegen komen in de gang, geeft aan met knipperende rode letters dat de 'gate aan het sluiten is'. 'Wattt? Nu al? Zal je toch niet zien dat we onze vlucht missen?!' We doen een klein drafje maar zien bij aankomst onze mede passagiers als koeien voor de slachtbank wachten.
De grondstewardess besluit daarbij dat onze koffertje niet mee mogen naar onze zitplaatsen maar dat deze onderin het vliegtuig moeten. 'Damnit, is zometeen weer lang wachten met alle risico's van dien. Niets aan te doen. Volgende keer een nog kleiner exemplaar van handbagage meenemen of zorgen dat we als eerste in de rij staat.' Het inschepen van 'het vee' gaat voorspoedig en nog geen 20 minuten later hangen we in de lucht.
Om 19.00 uur, plaatselijke tijd, landen we in Glasgow. De van te voren gereserveerde mini auto staat klaar op nummer 132. Een spiksplinternieuwe zwarte Seat Ibiza straalt ons in het in het licht van de lantaarnpalen tegemoet. 'Opletten', zeg ik tegen mezelf, dat ik meteen aan de juiste kant instap en natuurlijk: links, links, links! blijf rijden.
Op de M8, de snelweg die ons naar Glasgow leid, bestuderen we de route naar onze slaapbestemming van vanavond. Het Ibis budget hotel, net buiten het stadscentrum maar binnen loopbereik van markten met cafe's en restaurants. Wonder boven wonder, komt de Ibiza zonder krassen of deuken aan op de plaats van bestemming. 'En dat is best een opluchting, aangezien ik te gierig ben om een verzekering af te sluiten maar daar wel een eigen-risico van 700 pond mee op de koop toe neem...
Via de Tradeston Broomielaw Bridge lopen we richting het centrum. Aan gespreksonderwerpen geen gebrek, dus we kwetteren er lustig op los. Mijn reisgenoot is hier al meer malen geweest. Wat handig van pas komt als we op zoek gaan naar een leuke zaak waar al onze horeca-smaakpupillen en onze magen worden verwend.
De stad is een beetje verlaten. Op zondagavond had ik ook geen volle straten verwacht. Eerlijk gezegd hou ik van 'zondagen in de grote stad'. Minder impulsen van verkeer en mensen en daardaar meer concentratie om de sfeer, architectuur en de ambiance op te kunnen snuiven.
Snuiven doen we meteen als we op het Royal Exchange plein een oud bank gebouw binnen lopen. Een groot opgezet Italiaans restaurant genaamd "Zizzi'. Architectuur, inrichting, geuren, kleuren en personeel wat ons vriendelijk gedag zegt. We walsen bijna de geschaakte marmeren vloer over. Alles hierbinnen is indrukwekkend. Het plafond is hoog en antreciet met de plafoniere elementen helwit. De keuken is open met een echt houtgestookte oven in het midden, gerookte hammen hangen boven de snijmachine. Een aparte wijn cq cocktailbar vinden we aan de rechterkant. De kerstdecoratie is opgehangen maar niet 'overdone'. We genieten van het geheel. Nog meer als we een gekozen Pinot Grigio pink uitkiezen en ons een pizzabodem met pesto en tomatensaus word voorgeschoteld. Met wat tapas als hoofdmaaltijd, bestuderen we elk hoekje, elk overdacht detail van personeelskleding tot inrichting. En uiteraard het Schotse volk.. Waarvan de mannen er zeker mee doorkunnen maar de dames veel weg hebben van de Britse slachtoffers van Jack de Ripper..
16 december,
Glasgow - Loch Lomond - Fort William – Oban
De dag is druilerig en grijs. Vol goede moed verlaten we het rare Ibis budget hotel wat verstopt zit tussen een grimmige parkeerflat, bioscoop en de kliko-zone. Het zou een mooie filmlocatie zijn geweest als je een reconstructie van een Amerikaanse schietpartij bij een godvergeten mall zou willen maken. We lopen over het verlaten parkeerterrein en moeten opletten dat we bij het oversteken eerst naar links kijken ipv het aangeleerde rechts. Er komt zoals gister geen tellende mannenstem uit de ventilatieschachten van het bingo-complex. De arcade met flikkerende lichtjes die inspelen op je dopamine zodat je neurotransmitters ten volste werken is gesloten. Geen verslavende jeugd die de tijd niet in de gaten kunnen houden omdat net als in Vegas de klokken ontbreken.
De dag is ruimschoots begonnen en grijze muizen haasten zich met auto’s en per benenwagen naar de plek waar ze de economie draaiende houden. Als we de Tradeston-Broomielaw bridge voor voetgangers zijn overgestoken zijn we slechts toeschouwers van het mierennest wat zich op een nochtans geordende manier voortbeweegt. Glasgow zou zoveel mooier zijn als het licht zou zijn en het zou stoppen met regenen. Het is negen uur en de straatverlichting is nog aan. Het is zo schemerig dat je zou denken dat we twee uur te vroeg uit ons bed zijn gerold. Maar dan; een gouden gloed en hemelse geuren van verse koffie en broodjes. Patisserie in gezonde en calorierijke-vorm. Kasten ingeruimd met hebbedingen-bekers en andere attributen die je echt niet nodig hebt maar wel graag wilt. We trekken de deur open en staan in onze koffiehemel; de Starbucks!
De dag kan nog zo druilerig, triest en treurig zijn. Met een cappu in de hand, een stout ontbijt en zicht naar buiten op mensen die iets moeten (en ik lekker niet), kan het leven toch ineens zorgen voor zonneschijn. Dat blijkt geen illusie. Door de wolken komt echt licht, echte zonneschijn en ik ben zo blij dat ik hier ben. Fit als hoentjes en blij met onze warme winterjassen gaan we het centrum verkennen. Via het Royal Exchange Square, wat trouwens fantastisch mooi versierd is met lichtjes als overhangend plafond, gaan we richting het stadhuis wat bewaakt word door stenen leeuwen. Via George Square gaan we richting het Nelson Mandala plein waar zijn net verlaten wereldse tempel word geëerd met bloemen. We springen her en der wat hippe retailers binnen om design en nog meer hebbedingen te bekijken. We halen nog wat speciale thee voor ‘muoike’ Aaltje waar we overmorgen zullen langs gaan.
Met verse broodjes en drankjes zitten we rond een uur of 11 in de Ibiza op de M8 richting Paisley. Via Dumbarton en Alexandria rijden we het Loch Lomond & the Trossachs national park in. We maken onze eerste koffiestop, ik heb mijn mede koffiemonster gevonden, bij Duck Bay. Als enthousiaste kinderen rennen we naar het water wat de zon en de blauwe lucht weerkaatst. Dit is Schotland! Het meer is kalm en de dobberende eendjes vermaken zich prima. We slaan de koffies achterover want nog zoveel te zien en daarbij treffen we het met het weer, tot nu toe.
De slingerweg langs Loch Lomond leidt ons langs fijne uitzichten op het meer. Bossen aan de linkerkant en achter het meer rechts; bergen en bomen in verschillende herfsttinten. Bij Luss maken we een stop om toch nog even rustig te kijken of we het wel echt goed gezien hebben.. Luss blijkt een super schattig dorpje annex vakantie-woning-parkje te zijn met kerkje, oude bootje, pier aan het meer en gekleurde voordeuren. We scharrelen langs de waterkant tussen takken en natte voeten in om bij aanlegsteiger te komen. Ja, we hebben het goed gezien. Dit kleine knusse dorpje is ideaal om je als schrijver voor een aantal weken terug te trekken. In de zomer is het druk met toeristen die in het koele, heldere water hun verkoeling zoeken. Maar nu trekken de rookpluimen uit de hoge schoorstenen en geven de mossen in de tuinen een vochtige maar zoete geur af. Er worden gratis koekjes weggeven bij de kleine bakker. Hoe idealistisch wil je het hebben?
De grote donkere regenwolken zijn samen gepakt boven het meer. De met Van Gils bussen bestrooide bergtoppen kunnen we nog net zien als de regen ons weer gevonden heeft. Bij Ardlui aan het einde van Loch Lomond zien we nog een ruig stromende waterval uit de bergen komen voordat we vanaf Clifton, de Glen Coe inrijden.
Glen Coe, de mistige grijze slingerweg die leidt naar ‘Skyfall’. Het ouderlijk huis van James Bond in de gelijknamige film. Toen ik die beelden al zag dacht ik; dat is Schotland, dat wil ik zien. Het dramatische zal niet bij iedereen voor de verbeelding spreken maar ik vind het geweldig. Er zijn bergen zo hoog. Besneeuwd alsof hier wederom iemand met poedersuiker heeft gestrooid. Er lopen knappe Schotse Hooglanders met hun lange bruine haren, onderin de vallei. Je word nietig bij het aanzien ervan. Dan zijn wij mensjes zo klein en zie je hoe machtig (mooi) de natuur is. Water heeft de bergen uitgesleten en de loofbossen maken plaats voor dennenbomen die op hun beurt weer keurig stoppen bij de boomgrens. Dramatisch-pure-woeste-schoonheid, zo zou je het uitzicht het best kunnen omschrijven. Het is Nieuw Zeeland maar dan dichtbij. Bij elke inhalering van verse lucht voed ik letterlijk mijn ziel met dit fantastische uitzicht.
Het weer is net als het uitzicht; dramatisch. Maar ‘it’s all in the scene’. Het past perfect en verstrekt de pre-historische uitstraling van weide, water, stromende beekjes, diepe dalen, hoge pieken, groene valleien en rauwe grijze keien. Harry Potter and the prisoner of Azkaban, Highlander, Monty Python and the search for the holy grail en Rob Roy zijn hier allemaal opgenomen.
Verder heeft Glen Coe een dramatisch verleden met een het afslachten van clans in 1692. Dankzij onze Willem de 3de van Oranje… http://www.celticbritain.net/glencoe.htm
Het fascinerende landschap achter ons latend, wat eigenlijk smaakt naar meer, rijden we Ballachulish in. Hier besluiten we, overkijkend op het Loch Leven, dat we doorrijden naar Fort William, de plaats dichtbij de hoogste berg van Scotland; Ben Nevis. Onderweg rijden we de slingerende route langs de ‘Inner seas off the west coast of Schotland’ wat verder doorloopt in het Loch Linnhe. Smalle kronkelwegen die ik met 50 miles per uur moet nemen om de rest van het verkeer niet op te houden. Ik heb het gevoel dat ik juist altijd teveel op de middenstreep rijd, terwijl mijn passagier soms doodsangsten uitstaat dat ik te dicht langs de berm rij. Hhmm, het zal echt aan de breedte of juist aan het ontbreken daarvan liggen. Toch hebben de veel aanwezige brede Defenders daar klaarblijkelijk geen last van.
Varens, laag hangende bomen, meertjes, bergen, af en toe een nederzetting, alles keurig onderhouden. Wat een genot om hier te rijden. Fort William is leeg en verlaten. We parkeren de auto om zelf warm te worden bij een warme choco en warme appeltaart. Aan het raam, hoog verheven van de waterpartij onder ons, kijken we hoe de visserboten aan het werk zijn. Forel, zwemt hier na wat navraag.
In het duister scheuren we terug de A82 af met veel verblindende tegenliggers in de stromende regen. Door intensieve bestudering van de kaart parkeren we onze trouwe Ibiza zonder te zoeken op de parking van het geboekte hostel in Oban. Het is donker en we zien dan ook niet waar we precies zijn. Al weet ik dat we morgen een schitterend uitzicht uit ons slaapkamerraam moeten hebben op het tegenoverliggende eiland Balliemore.
Pff, veel gereden, veel gezien, alles in ons opnemend. We zijn nog maar net hier en ik heb al het idee dat mijn hersens beelden van een week aan het verwerken zijn. Eerst een karaf wijn met eten in een restaurant bij de plaatselijke ferry. Helaas geen dagje naar The island of Mull voor ons. Of geen Harry Potter-achtige taferelen in de trein die hier vertrekt en in het oosten van het land uitkomt. Een peeling, dat is wat we krijgen als we het restaurant verlaten. Een peeling van keiharde en grote hagelstenen. Geen peeling die soothing en rustgevend is. Maar ach, wie klaagt er. De uitzichten zijn meer dan fantastisch, we hebben een volle buik en het is gezellig. Wat willen we nog meer?