Malawi 2013
Mokoro bij Lake Malawi met Nyika berg op de achtergrond
Een beetje Malawi..
De Republiek van Malawi heeft een oppervlakte van 118.000 km2 waarvan 42.500 km2 bestaat uit water: Lake Malawi. Er wonen 13 miljoen mensen en de hoofdstad is Lilongwe. Vroeger heette het land Zuid Rhodesië en was het broertje van Noord Rhodesië, het huidige Zimbabwe. Waar Malawi misschien wel het meest beroemd door is, is Madonna. Ze is hier vaak omdat haar geadopteerde kinderen uit dit land komen.
21 april, South Luangwa - Chipata | Zambia - Lilongwe | Malawi
Het uitzicht is al meteen heel anders dan Zambia. Er zijn geen rieten hutjes meer. Er staan alleen 'echte' rechthoekige stenen huizen op grote terreinen die allemaal ommuurd zijn. Het land heeft een hoog aantal Islamitische inwoners en er torenen dan ook verschillende moskee torens boven de bomen uit. De velden staan vol met maïs en andere groenten. De geasfalteerde weg is tig keer beter dan de wegen die we net achter ons hebben gelaten. Het lijkt veel rijker dan Zambia maar als ik navraag doe bij David blijkt dit niet zo te zijn. Malawi stond een aantal jaren geleden nog in de top 5 van armste landen in de wereld. Het land heeft geen natuurlijke bronnen zoals de buurlanden die ijzer of koper hebben. De vorige president trok veel investeerders, vooral uit Zuid Afrika naar zijn land. Hij stierf in 2012 aan een hartaanval en de vrouwelijke vice president heeft hem nu opgevolgd. Op het moment is de inflatie enorm en kan de prijs van een pak suiker wekelijks 30 Malawi Kwatcha schelen. Het land ontvangt veel gedoneerd geld uit het buitenland en dat is al jaren zo. Eerlijk gezegd: eigenlijk weten ze dus niet hoe ze zichzelf als natie kunnen onderhouden. Daarbij sterft 12% van de bevolking aan Aids.
Toch geeft het geheel op mij een zeer verzorgde indruk. De bermen zijn schoon, er rijden nieuwe auto's, er zijn veel scholen, mensen zien er netjes uit, vrachtwagens zijn vol geladen en er is veel politie controle, kortom: er is duidelijk een structuur in het land aanwezig.
De voltallige bemanning van Pavarotti komt aan bij het 'Barefoot' kamp. David heeft bij iemand van de grens wat weten te regelen. Ottavia en Jamal hebben ieder 50 dollar in hun paspoort gestopt om 'meer mogelijk' te maken. Ze hebben beide een brief meegekregen waarin staat wanneer en waar ze de grens zijn overgekomen. Ergens tijdens ons verblijf in Malawi zullen we naar een consulaat moeten. Ze zullen als het goed is een stempel in hun paspoort krijgen waar ze dan weer 70 dollar voor moeten betalen. Enrico heeft zijn visa van te voren in Brussel in orde laten maken. Dat koste hem 130 euro.
We slaan rechts af van de geasfalteerde weg om over een hobbelige zandweg het Barefoot kamp te bereiken. Ik kijk reikhalzend naar mijn beloofde internet uit maar als we aankomen hebben ze helaas onlangs het contract veranderd. Geen gratis internet meer en de kaarten die je moet kopen voor een code, zijn uitverkocht. Balen. We zetten de tent op, hebben een gezonde sandwich lunch en hebben dan een uurtje om even van de rust te genieten. Vandaag hebben we op de planning: een opvang tehuis voor wilde dieren. Hartstikke goed natuurlijk dat we dat sponsoren maar als we daar aankomen is één van de gidsen ziek en moet één andere gids ons en 50! andere bezoekers rondleiden. Het is zondag en de meeste bezoekers zijn mensen met kleine draken. Al leven de dieren in verblijven, ze kunnen zich mooi verschuilen achter de bebossing in hun verblijf. ..en dat zou ik ook doen met al die jankende en tbc hoestende kinderen. Er is dus geen ruk aan. De gids praat onverstaanbaar Engels (arme jongen, hij doet zo zijn best) dus ik kan niet de motivatie op brengen om vooraan te gaan staan en intensief te luisteren. Als ik één van de laatste personen ben die blijft staan bij een verblijf waar ik nog steeds niet van heb begrepen wat er eigenlijk zit, ligt er een schildpad op zijn rug. Ik begrijp niet helemaal of ze die nu expres op zijn rug laten liggen zodat hij hier kan 'leren' hoe hij terug op zijn pootjes terecht kom maar ik besluit een handje te helpen. Er staan nog wat andere blanken mensen naar het trappelende beestje te kijken. Ik pak een lange dunne stok, steek het door het gaas en geef de schildpad een duwtje. Hij komt netjes op zijn pootjes terecht en ik doe alsof ik niets heb gedaan.
We lopen langs wat Vervet aapjes (met fel blauw gekleurde ballen) en de Olijf Bavianen die in verschillende verblijven zitten. Ze hebben veel ruimte en kunnen moeiteloos van de ene begroeide boom naar de andere slingeren. In een ander verblijf moet een luipaard zitten maar die zie ik niet. Hij zou in een soort berenklem van stropers zijn gestapt en nooit volledig aan zijn poot zijn genezen. Een super grappig wit met zwart stekelvarken scharrelt door het gras. Er is een leeuwin die gewond was aan haar oog en is opgenomen in het verblijf. Ze heeft nog maar één oog en zij zal dus nooit meer terug worden gezet in het wild. Als wij er zijn wordt ze net gevoerd en geeft ze kopjes tegen het hekwerk, bijna net een echte poes maar dan wel een hele grote.
Jammer dat we dus weinig hebben begrepen van het hele dieren tehuis. Het zal met het grootste hart zijn opgezet en hopelijk worden de meeste dieren weer teruggezet in hun natuurlijke habitat, voor zover dat mogelijk is.
Als we terug komen heeft Vincent weer heerlijk gekookt. Ik neem nog even snel een douche en was mijn kleding in de wasbak. Iedereen komt langzaam weer binnengedruppeld bij de dinertafel.
Er is er één in de groep die denkt dat kippen niet kunnen vliegen. Het is niet erg dat je niet weet dat kippen wel of niet kunnen vliegen maar als je een betoog houd met feiten die zijn gebaseerd op de animatie film 'Chicken run'... dan krap ik toch wel even achter mijn oren hoor. Voor de duidelijkheid: ja, kippen kunnen vliegen. Niet goed en het gaat met veel gestuntel maar ze kunnen zeker 30 meter overbruggen om in een boom te komen waar ze slapen. Aangezien kippen in het wild niet altijd over een 'kippenhok' beschikken, slapen ze , inderdaad in een boom. Ik wil bijna vragen of ze dan ook denkt dat Keizerpinguins op Antarctica kunnen vliegen? Aangezien wetenschappelijk materiaal van Happyfeet II toch echt aantoont dat ze dat proberen. Haar tentgenootje weet niet dat als je je weerstand goed wil houden of wil verbeteren, je dan vitamine C moet nemen. 'Waar zit dat in dan..?' vraagt ze.. Zijn mensen nou echt zo onwetend..?
22 april, Lilongwe - Kande beach aan Lake Malawi
We verlaten het Barefoot camp om zeven uur in de ochtend en rijden in zeven uur naar Lake Malawi. Onderweg zien we een tropisch klimaat wat eigenlijk wel wat weg heeft van Azië. Zeker als we kilometers langs het meer rijden. Ik ben misselijk en voel me even niet 100%. Meestal ben ik bijzonder sociaal en kijk altijd naar buiten om kindjes die hard roepen en zwaaien te belonen met een hartelijke lach en een groet van mijn kant. Nu hang ik even over mijn mini- me en kijk niet naar buiten. Rond het middag uur maken we een stop in een dorp om wat inkopen te doen. Althans Enrico, Beth en Nick. Nomad en andere reisorganisaties komen hier vaak genoeg en ik zie zelfs een blanke dame over straat lopen (wat heel zeldzaam is) maar de mensen blijven toch naar je staren of ze nog nooit blanke mensen hebben gezien.
Na een uurtje voel ik me na wat zoute pinda's en zoete rozijnen weer beter en ga weer vrolijk verder met mijn koningin Beatrix gewuif. Het kan je echt blij maken als die kindjes zo super enthousiast naar je zwaaien maar tegelijkertijd is het dan ook zó teleurstellend dat sommige naar je toe rennen met een opgeheven hand. Alsof je als blanke alleen maar iets komt brengen. De kids roepen ook vaak iets wat meestal neerkomt op 'fusbal', vertaald: voetbal. Ze willen graag een bal om mee te spelen. Eten hebben ze hier echt wel voldoende. Ze telen meer dan ze zelf kunnen eten. Vrachtwagentjes zijn overvol geladen met zakken oogst en de eigenaren zitten er bovenop om het mee naar de markt te vervoeren. Er zijn overal waterpompen en zeker in dit gedeelte met een meer of zee eigenlijk, van meer dan 40.000 km² groot is aan water geen gebrek. Speelgoed is wat ze willen, dat is dan wel weer grappig. Alhoewel ik het nog steeds een afbreuk vind aan de puurheid als ze een bedelende hand opsteken. We zijn door David al twee dagen voorbereid op het feit dat er bij Kande beach, waar we zullen verblijven, 'beachboys' zijn. Het zijn jongens die van alles willen verkopen maar niet altijd eerlijk zijn. Zo moeten we geen cake of iets van eten aannemen aangezien het vaak spacecake is. Als je iets koopt, zorg dan dat je eerst het product in handen hebt en dan pas betaald (duhh). De jongens zullen drugs (cannabis) verkopen en iniedergeval altijd een praatje met je willen maken.
We zijn nog niet koud op de camping aan het strand (heeft een meer ook een strand?) en ik moet David al gelijk geven. Er komt meteen een jongen mee helpen met de lunch. Wat wil hij? Om drie uur zijn we helemaal vrij en iedereen trekt meteen zijn zwemkleding aan en loopt de 50 meter naar het strand. De accommodatie personen en degene die zich voor deze gelegenheid hebben geüpgraded naar een huisje, zitten recht aan het strand. Het water is heerlijk en helder. Het is zo kalm en op de bodem groeit bijna niets. Alsof je echt aan zee bent maar dan met zoetwater. Voor de 'kust' ligt een klein eilandje. Grootspraak van iedereen dat ze er wel even naar toe zwemmen maar uiteindelijk zijn het alleen Beth en ik die daadwerkelijk naar het eiland zwemmen. Ik probeer de gedachte uit te bannen dat ik ergens heb gehoord dat er ook krokodillen zwemmen. Er drijven enkele plaatselijke gasten rond in hun uitgehakte bootje om te vissen. Twee blanke gasten hebben van een windsurf board een peddelboard gemaakt en dobberen bij het eiland. Één heeft de lol gevonden in het beklimmen van het eiland en dan van de hoogste rots (ongeveer 6 meter) te springen.
Ik neem als bewijs een takje van een boom mee om te laten zien dat we echt op het eilandje zijn geweest en de twee kilometer hebben gezwommen. Nu we er toch zijn kunnen we net zo goed ook van de klif afspringen. Mijn zonnebril reist zelden niet met me mee. Samen met het takje klem ik het in mijn handen om het niet los te laten als ik het water raak. Bij drie springen we en gelukkig blijkt het water diep genoeg. We nemen een paar goede happen adem en beginnen aan de terugtocht. We spreken met de jongens af dat we alleen zwaaien als er iets aan de hand is. Ik verzeker Beth ervan dat ik haar wel red als het niet meer gaat en ik haal mijn jeugd 'reddings brigade' verhaal er even bij als ondersteuning.
In de laatste 100 meter komen Hellmut (Enrico) en Mermaid (Ottavia) ons tegemoet gezwommen. Voor de gelegenheid hebben we allemaal een andere naam en land aangenomen om de beachboys te misleiden. Jamal is Yoda uit Albanië, Beth is Hold-on uit Wales, Sam is Gaston uit Uruguay, Kate is Camel (omdat ze een liter water uit haar pads van haar bikini kan knijpen) uit Tonga, Hellmut komt uit Duitsland, Mermaid uit Buenos Aires, Nick is Maxwell uit IJsland, Nadien is Olga uit Polen en ik ben uiteraard Anna, dit keer uit Kopenhagen. Om iedereen in het verhaal te betrekken moeten David: McCloud uit Rotterdam, Vincent: Epic uit Frans Genua en Scoe: Vladimir uit Rusland (origineel allemaal uit Zimbabwe) er ook aan geloven.
23 april, Kande beach (Cannabis beach)
Soms ben ik mensenschuw. Dan kruip ik het liefst weg in een hoekje en moet iedereen me met rust laten. De tourgids van een andere groep die vlakbij ons campeerd moet me meteen een hand geven als ik aan het ontbijten ben. (Ik kan ook heel vies zijn van andere mensen...) Hij wil ook weten wat ik verder vandaag ga doen. (Bemoei je lekker met je eigen zaken) Dat hij gisteren heeft mogen vertellen dat een groep Hollanders van een Sawadee reis 10.000 dollar voor hem hebben ingezameld om een huis te kopen, wil nog niet zeggen dat ik meteen beste vrienden met je ben. (Laat me met rust) Mijn humeur gaat als een canyon naar beneden. Om iets over acht staan we klaar voor een wandeling naar het dorp. Op de planning staat onder andere een bezoek aan een schooltje voor kinderen tot 12 jaar. Gisteren heeft iedereen een paar dollar ingelegd om schriften en pennen te kopen om daar aan de draken of leraren te geven. Alhoewel ik sterk ga denken; dat als je maar dingen blijft 'geven', mensen nooit zullen leren om voor zichzelf te zorgen, doe ik mee. (Kinderen zijn natuurlijk net iets anders)
Als we bij de poort van de camping zijn, staan achter het hek iets van 30 mannen te roepen en te schreeuwen. Ze zullen heel het stuk met ons meelopen en hun uiteindelijke doel is, inderdaad iets te verkopen. Hier heb ik dus geen zin in. Ik kan al nauwelijks meer geld uitgeven en heb dan ook niets bij me. Ik heb helemaal geen zin om twee uur lang het woordje 'nee' terug te verkopen. Het voelt alsof ik als een wild konijn op een jachtterrein word vrijgelaten en de jagers en hun honden staan al te wachten. Geen voorsprong. Ik heb de gekochte goede doelen pennen en schriften die in een tas zitten aan Enrico gegeven en draai weg van de groep. Ik ben gewoon een normaal mens! Geen witte geldboom!' De gids vraagt of hij zijn verhaal mag afmaken en wil vertellen dat de mannen heel vriendelijk zijn. Maar uiteindelijk is hun doel toch om iets te verkopen. 'I already made up my mind' zeg ik geagiteerd. Zijn verhaal is klaar. Ik heb geen zin om naar verhalen te luisteren, daar ook nog op moet reageren, als het me alleen maar geld kost. 'Bye guys', zeg ik en draai me om en loop terug naar de truck. Jamal heeft ook geen zin in dit verhaal en loopt met me mee. David vraagt wat er aan de hand is als we binnen vijf minuten terug zijn in plaats van twee uur.
Ik haal wat spullen uit het kluisje in de truck en zeg dat ik ook gewoon 'maar' mens ben. Ik kom voor andermans culturen te observeren, niet om gezien te worden als één of andere boom waar je aan kan schudden en er dan geld uitvalt (zoals mijn oom altijd zegt). Het huilen staat me naderbij dan het lachen. Iedereen moet me met rust laten. De eerst komende uren zijn voor mij alleen. Mijn koptelefoon gaat op en de eerste 'beachboy' die ook maar iets van mijn weinige kalmte wat ik nog in me heb probeert te verstoren; ram ik op zijn neus. (Laat me met rust! Rot op iedereen!) Na twee uur ben ik redelijk gekalmeerd al ben ik nog wel gefrustreerd over het feit dat ik (gisteren en vandaag) geen Wifi heb. Er is wel internet en er zijn computers maar ik kan bij geen van mijn mailadressen omdat ik extra wachtwoorden in moet voeren omdat de mailprovider het IP adres niet herkent.
Als de rest van de groep terug is na twee en half uur, zijn ze enthousiast. Gelukkig voor hun. Ik heb lekker mijn ding kunnen doen en dat houd in schrijven, genieten van het uitzicht en luisteren naar wat muziek, om het compleet te maken. Na de lunch gaan we met z'n allen naar het strand en laden we ons op om naar het eiland te zwemmen. Beth heeft de lunch gemist en ligt nog steeds te slapen in haar geüpgraded hutje. Gisteren voor het eten kwam ze met een grote smile terug en Nick idem dito. Nick had wat wiet gekocht en dat hadden ze blijkbaar gerookt. David had gewaarschuwd dat de wiet heel zwaar kon zijn. Ik weet dus ook niet of ze ziek is van de verkoudheid die er heerst of van de geïnhaleerde plantjes. Het water is een stuk ruwer dan gisteren. Helemaal niet spiegelglad zoals onze overtocht gisteren was. Enrico en Jamal beginnen met een borstcrawl en Nadien, Ottavia en ik doen een rustige schoolslag. De rest heeft een peddelboard gehuurd en dobberen al ergens rond het eilandje. Jamal is gestopt met zijn crawl en raakt achter. Ik vraag of alles goed met hem is. Hij heeft kramp in zijn been en wil niet verder zwemmen. We zijn nog niet op de helft van de ongeveer 1 km oversteek, dus beter om nu terug te gaan. Ik kan hem niet in zijn eentje laten gaan. Mocht hij kopje onder gaan, ... dan moet ik natuurlijk in mijn eentje in de tent slapen... Ik besluit met hem terug te zwemmen zodat ik zeker weet dat hij de oever haalt. Inmiddels is iedereen volgens mij op het eiland aangekomen en wij kletsen wat op het strand.
Als de zwemmers terug zijn en (gesponsord hockeyer en roeier in eigen land) Kate en ouder ingeschatte Nick (nog maar 25) terug zijn met hun peddelboards moet ik er nu echt aan geloven; beach volleybal. Ik hou niet van spelletjes en volleybal hoort daarbij. Zowiezo in deze warmte is het even iets anders dan op het Hollandse strand. Vooruit; ik offer me op. Samen met Enrico speel ik tegen Scoe en Ottavia. Sam komt na een vertraging van een half uur ook eindelijk aan op zijn board. Scoe geeft een harde service en ik sla te hard en verkeerd de bal terug. Pijn! Mijn pols doet iets raars en het lijkt of hij dubbel klapt. Ik speel nog even verder, gewoon bikkelen natuurlijk. Kate komt ons team versterken en Sam is ook bijna klaar om in te springen. Ik wenk hem zodra hij komt langs gelopen. 'Je moet me overnemen,' zeg ik. Auw auw auw, pols. Zeer. Auw.
Pfff, ik heb het ook zo warm. Ik ga eerst maar even in het zand zitten en krijg dan een golf van misselijkheid over me heen, dan maar even liggen. Ik voel me even niet zo tof. Als ik bijgekomen ben, loop ik naar de bar en vraag om wat ijsklontjes die ik in mijn handdoek stop en om mijn rechterpols leg. Ik ga in een hangmatje liggen om met een schuin oog naar de zonsondergang en het verloop van het spel te kijken. Ik voel me een beetje zielig en ben een beetje boos. Boos omdat ik zonodig over gehaald moest worden om zo'n klote spelletje te spelen. 'Je weet toch...' zeg ik tegen mezelf. Ik neem een douche om het zweet en zand van me af te spoelen maar bikini bovenstukje afdoen is niet zo makkelijk met één hand. Haar wassen met één hand, gaat bijna niet. Ik heb geconcludeerd dat mijn pols is gekneusd. De aanhechting tussen de ellepijp en het polsgewricht, daar is iets fout gegaan. De pols draaien doet heel zeer (tranen in mijn ogen) maar ik kan al mijn vingers nog steeds bewegen. En aangezien ik -0- jaar geneeskunde heb gestudeerd 'weet ik' dat er niets is gebroken. Er is een zwelling aan de rechterkant die door het koelen niet erger is geworden en er zijn erge blauwe plekken. In de wetenschap dat ik (behalve mijn hart) nooit wat heb gebroken lijkt het al met al onmogelijk dat er iets is geknapt. Een dokters bezoek acht in dan ook niet noodzakelijk. Over drie dagen zal het wel over zijn. Na het eten blijf ik nog een tijdje met David praten die verteld over zijn voorgevoel en over een ernstig ongeluk wat hij heeft gehad toen hij 18 was. Drie collega's zijn daarbij omgekomen en hij heeft het net gered. Een bijzondere man deze David.
24 april, Kande beach | Lake Malawi - Chitimba | Lake Malawi
We zijn vertrokken om zes uur in de ochtend. David heeft Jamal geholpen met de tent omdat dat even niet lukt met mijn 'lamme klauwtje'. Het slapen ging prima, geen pijn maar zodra ik een kantelende beweging met mijn pols maak, is de pijn weer terug. De pols was aan de zijkant gezwollen maar nu ook bovenkant. Hij ziet er een beetje mismaakt uit maar heb het volste vertrouwen dat het goed komt. Het water klotste op de oever. Er staat een harde wind die het water opzweept en zorgt voor een flinke golfslag. Een half uur nadat we zijn vertrokken is daar de beloofde regen. Het komt met bakken uit de hemel. Dat zal hier vaker gebeuren want het is ongelofelijk groen. De afgelopen dagen hebben we veel katoenplantages, zonnebloemen, cassave en tabaksvelden zien staan. Vandaag zijn het vooral de bananenbomen en de rubberplantages die indruk maken. Ze hebben ook houtbouw. Ze planten bossen aan die ze kappen na 30 jaar. Wat ik weer sinds lange tijd zie; zijn naaldbomen. Deze staan vooral in de bergen aan de linkeroever van het Malawi meer.
Iets na achten in de morgen komen we aan in Mzuzu waar het immigratie kantoor is. Jamal en Ottavia krijgen eindelijk een stempel in hun paspoort en wij hebben de tijd om bij een koffiezaak: te internetten! Eindelijk! David is de goedheid zelve als hij naar de apotheek is geweest en een Diclofinac zalf voor me heeft gehaald. Voorzichtig smeert hij mijn pols in.Tot half één rijden we berg op en berg af naar Chipata waar we aankomen bij het gelijknamige kamp, van een stelletje Hollanders. Het ziet er keurig verzorgd uit en er is veel groen van de palmen, bananenbomen, bamboe en riet. Er waait nog steeds een flinke wind maar deze is midden op de dag heerlijk verkoelend. Het is een klein stukje lopen naar het strand waar je kan genieten van Malawi's eigen Tafelberg (De Nyika bergen) maar dan aan een meer. Er liggen originele 'Mokoro's' op het strand, die wel zijn uitgehouwen uit hout en niet van fiberglas zijn gemaakt. In de avond komt er een storm vanuit het meer opzetten. Op het water is het een schouwspel van bliksem flitsen. We trekken een extra zeil over de tent en hopen dat deze 'oudere' versie van canvas ons beter gaat beschermen tegen de regen. Als we zitten de eten, wat weer heerlijk! is, komen de eerste takken van de bomen al naar beneden gezeild.
Na een complete dag bij de bar vragen kan ik eindelijk gebruik maken van het internet. De stroomspanning is heel de dag telaag geweest waardoor de server niet werkte. Je mag geen gebruik maken van internet op je iPad en je mag niet skypen omdat je dan alle bandbreedte gebruikt. Zeker Hollanders die de tent runnen..? Alleen maar regels. Als ik na een uur het traagste van het traagste internet heb gebruikt voor wat uploading, moet ik 5 F. dollar afreken. Internet is nog duurder dan in Australië! Het zullen inderdaad geen Hollanders zijn die je poot uitdraaien. Zelfs chocolade kost 2 US dollar. Oplichters. Alleen koud water in de douche.. Voor de hele camping twee douches en twee toiletten voor de dames waarvan er van ieder net één is geverfd. Die kan je dus niet gebruiken.
25 april, Lake Malawi | Malawi - Iringa | Tanzania
Voor de zekerheid maar met mijn armen boven mijn gezicht geslapen, mocht er een grote tak van een boom recht naar beneden vallen. Het stormt in de nacht verschrikkelijk. De wind is zo hard en de regen slaat op de tent. Ik heb slecht kunnen slapen. Ik voel aan mijn hals als ik denk dat er een beestje loopt maar het is een zweet druppel. Heel mijn hals is nat van het zweet. Het stormt maar het is zo broerig. Vroeg het bed uit en dan heb ik mijn eerste positieve ervaring met een kakkerlak. Er zit een middelgroot exemplaar bij de douches en toilet.. Mijn eerste gedachte is: 'oh, het is maar een kakkerlak'. Fijn, na jaren panisch van die beesten te zijn geweest, blijkt het hele beestje niets voor te stellen als je moet uitkijken en omkijken voor slangen en schorpioenen.
- Lees verder bij Tanzania -