Polen 2012

Lazienki park & paleis, Warschau

Friesland - Warschau | Polen, 2 oktober

Welkom in Polen - Zaprazam w Polce

Na het vertrek van thuis om 09.46 uur en aankomst op het vliegveld in Eindhoven 14.10 uur, mogen we even wachten op onze vlucht naar Warschau Modlin. Op het dakterras rookt paps nog even zijn pijp en niet veel later wordt hij al aangesproken door een mede-pijp roker. Er word meteen een kaartje in de hand gedrukt over een pijpsrokerforum. 'Dat hij daar maar even op moet kijken.' Leuk en niet commercieel word er benadrukt. Het kaartje gaat in de zak en het e-ticket eruit. We komen weer moeiteloos door de controle en besluiten wat rond te neuzen in de vertrekhal. Mijn interesse word in de taxfree winkel door meerdere boeken getrokken die keurig uitgestald liggen. Ze gaan allemaal over de tweede Wereldoorlog en spelen zich allen in en rond Polen af. Toeval of let ik er nu meer op?

De Wizzair club stijgt netjes om 16.50 uur op, om voor tijds, om kwart over zes op de oude legerbasis ten noorden van de hoofdstad te landen. We nemen een gelijknamige bus die ons binnen een uur naar het centraal station brengt. Mét internet aan boord. Ik check nog even hoe we van het centraal station naar ons hostel in de 'getto' moeten komen. Dat we vastberaden zijn om bus 157 te nemen, brengt ons even later in twijfel. Bij het busstation is er geen nummer 157. Bij navraag worden we tot tweemaal toe naar 175 gestuurd, maar die hebben we niet nodig. Door met een omweg een andere bus te nemen, komen we toch bij een halte terecht waar onze bus langs komt.

Zeven haltes verder stappen we recht voor de deur van ons hostel 'El Hostel' uit. Onze kamer, voorzien van een stapelbed en privé badkamer voldoet helemaal. Ook voor mijn vader maak ik geen uitzondering. Zonder hoog salaris word er geen hotel
meer geboekt. Dus ook hij moet genoegen nemen met een hostel. (zonder gemor schikt hij zich. Eigenlijk vind hij het gewoon prima) Om eerlijk te zijn: hostels bevallen mij eigenlijk veel beter dan hotels. Al die proletariërs die een beetje dik doen. Nee, doe mij dan maar veel 'Lebensraum', met een woonkamer ipv lobby waar je ongescand door heen kan lopen en waar je met je benen op de bank kan zitten/liggen (zoals nu). Het ontbijt heeft meestal voldoende te bieden en een mooie kamer is leuk maar slaap je er nu echt beter door?

Na onze kamer goedgekeurd te hebben, maken we nog een klein ommetje om de buurt te verkennen. Al snel komen we een herdenkingsteken van de gettomuur tegen. De ijzeren plaat op de stoep heeft in verschillende talen de bewoording van 'muur' en 'getto'. Morgen duiken we verder in het verleden in 'de stad van Feniks'.

Warschau | Warsaw | Warszawa | Varsovia (Unesco), 3 oktober

'Uit de as herrezen' 

De stad heeft veel benamingen zoals ook de Feniks; de vogel die uit de as herrees. Als je weet dat in 1944 de stad Warschau voor 85% (!) verwoest was door de nazi's, sta je er van te kijken hoe mooi de stad nu is. Vooropgesteld: Denk niet dat Polen een typisch oost Europees land is of althans dat het nog dezelfde uitstraling heeft als 15-20 jaar geleden. Niets grijze muizen, oud communistische invloeden: dit is op en top modern. De wegen zijn nieuw (met dank dat ze zich bij de EU hebben geschaard), de stad is identiek nagebouwd hoe het was vóór 1939 (toen het Parijs van oost Europa genoemd) en daardoor zelfs op de Unesco lijst gekomen. De Trabantjes zijn ingewisseld voor Audi's en Mercedessen. De dames lopen er modegewijs leuker bij dan de Italianen die zich als een kudde schapen in de massamode van nu hebben gestort en de straten staan vol met keurig gesnoeide bomen, plantenbakken en uitnodigende terrassen. Geschiedenis lessen staan in het Pools én in het Engels en de hippekip koffie tentjes zoals het mondiale Starbucks of het lokale Coffee Heaven zijn ook hier uit de grond geschoten.

Na deze fijne verrassing van culturele hoofdstad met middeleeuwse uitstraling, is de regen helaas een beetje een domper.Als we iets voor de klok van elf ons melden onder het standbeeld van de Zweedse (..) koning Sigimund, staat daar al keurig een dame te wachten van de 'free walking tour'. Binnen twee uur krijgen we een enorme vloedgolf, tsunami kan ik wel zeggen, van informatie over ons heen. Wist ik dat Polen een democratisch gekozen Zweedse koning als heerser kreeg nadat het lang heersende hertogdom was uitgestorven? Nou nee. En dat die zelfde koning zijn paleis van hoofdstad Krakau naar Warschau (kasteel  Zamek Królewski) verplaatste om zo dichterbij Zweden te zijn?... In die tijd scheelde dat namelijk 23 uur. Nee, wist ik ook niet. De verhalen willen wel dat deze groot besnorde heerser eerst zijn kasteel in Krakau heeft laten ontploffen cq in brand heeft gestoken met één van zijn alchemie trucjes. Kortom; Krakau moest na eeuwenlang als hoofdstad te hebben gefungeerd, de titel overgeven aan het vele malen kleinere Warschau.

De naam Warschau heeft volgens een legende te maken met twee zeemeerminnen. Het duo maakte een plons in de Baltischezee maar ze raakte elkaar kwijt. De één zwom naar Kopenhagen waar ze nog steeds zit te wachten op een steen en de ander kwam in de rivier Wisla terecht. De laatste was er echter gelukkig en zoals een tevreden 'serena' beaamt, begon ze een serenade. Vissers waren onder de indruk, namen haar gevangen, stopte haar in een kooi en toonde haar aan het publiek. Meerminnen zingen alleen als ze gelukkig zijn en zoals meerdere zich kunnen voorstellen; word je niet echt blij als je gekooid bent. Na wat smeekbedes werd ze door (een waarschijnlijk knappe) man bevrijd. Helaas geen Disney eind want hij werd verliefd op een ander. Trouwde daar mee en kreeg twee kinderen. De zeemeermin beloofde wel, als op de plek waar ze werd terug gezet aan de rivier er een stad werd gevestigd, dat ze deze ten alle tijden zou beschermen. Ze staat dan ook afgebeeld met zwaard en schild. Deze gast noemde de nieuwe nederzetting naar zijn vrouw; Warschawia. De zeemeermin hield zich echter niet helemaal aan haar woord. De stad heeft daarna meerdere oorlogen gezien, is 3x platgebrand, talloze keren door de Zweden overvallen, leeg geplunderd en in beslag genomen.

 

 

In de laatste horror versie van de vorige eeuw, zijn er veel mensen 'kwijt geraakt' aan het ernstig lijden in de Joodse getto enzijn afgevoerd naar oa het vernietigings kamp Treblinka. Als vergelding op de opstand die was ontstaan in de getto (Warschau opstand/Powstanie Warszawskie WP) op 1 augustus 1944, is de hele stad zwaar gebombardeerd. Wat er daarna nog overeind stond, werd moedwillig in de brand gezet (daarover meer). Volgens de cijfers zijn er in Polen in de tweede Wereldoorlog 3 miljoen mensen direct door de holocaust om het leven gebracht. In totaal, inclusief militiaren, burgers, gezaghebbende enz, zijn er 5 miljoen omgekomen. Wat een totaal is van meer dan 18% van de bevolking. Dat is het hoogste percentage van de (opgenomen) 55 Landen die hebben deelgenomen aan de WO II.*

We maken nog een stop bij een 'kindsoldaat' beeld, genaamd Pomnik Malego Powstańca, die verwijst naar de bijdrage die de kinderen (scouts) hebben geleverd in de oorlog; berichten door spelen, gewonden verzorgen en vervoeren naar ziekenhuizen. Een blik op de Barbakan uit 1548 wat onderdeel was van een 1200 meter lange verdedigingsmuur leid ons verder naar een laatste stukje godsdienst les in een 'nieuwe' kerk. Deze word echter hevig verstoord door de steigerbouwers waardoor we ons al snel verplaatsen naar een nabijgelegen café. De club luisteraars van onze enthousiaste en alwetende jonge gids is sinds tien voor elf uitgegroeid tot een man of 20. Voor ons allen staat er bij binnenkomst een plaatselijk bekend doorzichtig alchoholisch drankje klaar met een bijpassend hapje van toast met een augurk op een varkensvet-prakje, jak. De vodka laat ik me om één uur in de middag prima smaken. Het is een hele zachte variant en na twee uur door de regen te hebben gewandeld, is het alsof een welkom warm kacheltje in mijn buik word ontstoken. Paps giet even snel zijn glaasje achterover en knabbelt dan zonder vrees zijn varkentje op. De tour is tot zijn einde gekomen en we bedanken onze leidster hartelijk.

We gaan op zoek naar een leuk eetzaakjes maar zoals bij zovele malen eerder; als je er één nodig hebt, kan je er geen vinden. We besluiten dan maar onze banaan en volkoren koekje die we nog als voorraad in de tas hadden op de stoep op te knagen alvorens  het historische museum binnen gaan. Helaas is alleen de begane grond nog open voor publiek. De andere etages worden op volgorde van de geschiedenis gerestaureerd. We duiken verder in de wereld van de hertogdommen, koninkrijken, huwelijken en het nageslacht van de Poolse monarchen. Het museum wat een aantal panden aan de markt in beslag neemt, toont eveneens de gildes die zich ooit in het oude centrum hadden gevestigd en de vernietigende kracht van de nazi's als ze boos zijn. Er hangen foto's hoe het grote plein 'Rynek Starego Miasta' er voor en na het bombardement van WOII uit zag. Er is werkelijk niets van over. Hier en daar
nog een voorgevel met vierkanten waar ooit raamkozijnen hebben gezeten maar verder niets dan steen en gruis. Op eerder getoonde luchtfoto's mogen we aanschouwen hoe het kasteel en de getto letterlijk van de kaart waren geveegd. Het oudste gedeelte van de stad is doormiddel van prenten van de Italiaanse kunstenaar Cannaletto en ander beeldmateriaal identiek nagebouwd. Zelfs houten trapleuningen zijn nagemaakt en teruggeplaatst. Alles is nu zoals het vóór 1939 was.

Om drie uur word er een film getoond die alleen bestaat uit oude beelden van de oorlog. Helaas is deze in het Pools. 'Maar als er alleen interesse is in de Engelse versie, dan zetten we die op,' zegt de museum dame. Dat klinkt als een goed plan en vinden voor de tussentijd een klein knus café & cake cafeetje in één van de 'oude' statige pleinhuizen. Nieuwsgierig gemaakt door het vertelde verhaal over een gebakswedstrijd die drie jaar geleden is gehouden om Warschau naast de 'W-Z snelweg' taart te voorzien van een eigentijds zoetigheid, kiezen we voor het Sigismund gebak (inderdaad naar de Zweedse koning vernoemd). Met een latte machiatto en het moeilijk te eten macarone-chocolade-rode bessen-prijzengebak achter de kiezen, gaan we terug naar het museum. We sluiten ons als laatste aan om de Engels-talig versie te bekijken. Op lopend beeld is de tragedie van Warschau nog iets treuriger dan op de foto's. Er komt een stuk voorbij
 waar ik bij mezelf denk 'waar ben ik naar aan het kijken want ik zie niets'. Dat was het dus ook; niets. Zo ver de camera reikte, er was niets meer te zien dan een vlakte van stenen. Een gebied waar een stad had gestaan. Aan het einde van de film is te zien hoe de mensen moeten beginnen aan de opbouw.

Met nog meer bewondering voor de stad, lopen we het museum uit en laten de indrukken hun werk op ons netvlies doen. Via de Krakowskie Przedmiescie, een prestigieuze straat, lopen we verder over de Nowy Swiat (nieuwe wereld) waar de grote universiteit van Warschau aan is gelegen. Aan de andere kant van de rivier ligt de wijk Praga waar veel Vietnamezen wonen. In een zijstraat Chmielnagenaamd, vinden we een restaurantje van deze bewoners en we nemen er plaats om te beginnen aan een niet zo plaatselijk maar wel vleesloos maal. Soep is in beide culturen belangrijk en veelvuldig aanwezig, daar houden we ons dan wel weer aan.Het interieur is vrij minimalistisch dus we gaan voor de gezelligheid even verderop bij trendy Karamello een aprés diner drankje drinken en verlekkeren ons aan prachtig uitziende chocolaatjes. Via Traffic club, een immense boekenzaak van vier etages inclusief cocktailbar, gaan we richting 'huis'. Ons adres in de getto kunnen we een stuk makkelijk vinden dan gisteren.

(wijze les hierin: vertrouw nooit een zeemeermin)
*Joodse Holocaust slachtoffers -Bron: Martin Gilbert, Atlas of the Holocaust '88, Blz.244 ISBN 0-688-12364-3

Warschau - Krakau, 4 oktober

Een zonovergoten dag die haar warmte uitstraalt over naar wat het lijkt een landschap met louter en alleen bestaat uit fruitgaarden. De herfst is doorgedrongen in het oosten van Europa. De bladeren zijn geel en goud en de appels hangen er als mode rood geplaatste attributen tussen. Het landschap wat mijn ogen streelt vanuit de trein naar Krakau, is verder vlak met akkerbouw afgewisseld door bossen. Veel vrijstaande huizen in de kleuren oker, oranje en warm wit, verraden de nederzettingen van de boeren. Een rivierbedding die met een oever van zand en een achtergelegen naaldbos uitnodigt om pootje te komen baden. 'Veel natuur' is wat bij me op komt als ik het uitzicht moet beschrijven. Een palet van primaire gemengde kleuren is gebruikt om het uitzicht in te kleuren. Mooi.

Aangekomen op het Kraków Glowny, het centrale station lopen we een grote 'mall' in. Zelfs de C&A en de Peek&Cloppenburg zijn vertgenwoordigd. We stappen de buitenlucht in en het is zomer. Hier loopt iedereen nog in korte rokjes en shirtjes. Mijn kolletje is erg overdressed. We steken de grote markt schuin over en melden ons bij Flamingo hostel. Dit keer geen privékamer maar voor bijna hetzelfde geld een kamer in een apart gelegen appartement. We worden nog twee straten verder gestuurd, lopen door een parkje, over de trambaan en vinden onze gigantische deur in een nog groter gebouw. We heisen onze iets minder dan tien kilo trolleys op (anders mogen ze niet gratis mee van de budgetaanbieders) en klimmen drie hele hoge gedraaide trappen op. Op de bovenste etage vinden we onze keurige kamer met uitzicht op een enorme klok met een afbeelding van een Griekse god. De trams rollen wel onder het raam door, maar ach, geeft meer stadse sferen. Het kolletje verruil ik voor een t-shirt en we dalen het trappenhuis weer af voor een goede wandeling.

De lucht is blauw, het voelt als 23 graden, de zon schijnt en als je niet zou weten dat het oktober zou zijn, zou de dag makkelijk voor een lekkere juni-dag door kunnen gaan. We gaan in oostelijke richting op onze Podwale straat en steken niet veel verder over naar de Sw. Anny die ons naar de Reynek (markt) leid. De inmense vlakte die dat beslaat, word bevolkt door heel wat studenten en toeristen. In het midden staat een hoge toren genaamd de Rathuze en een enorm gebouw wat voor de 'kleedmarkt' of 'lakenhal' doorgaat. Hier verkochten ze vroegen allerlei soorten van kleding. Tegenwoordig nog steeds. Aangevuld met heel veel amber, opgevist uit de Baltische zee.

Als we op het plein een rondje hebben gedraaid laten we de drukte achter ons en lopen we de Grodzka straat uit, die ons rechtstreeks naar het kasteel van Wawel leid. We beklimmen het kasteel op de berg wat op heldere dagen uitzicht heeft op de bergen hier ver, ver vandaan. Dichterbij stroomt de Wisla rivier. Het kasteel is geen Frans kasteel. Daarmee probeer ik te zeggen dat het niet de grandeur heeft wat je in zuid Europa wel ziet. Misschien komt het omdat Sigimund in zijn tijd bij het goud maken de verkeerde stoffen bij elkaar heeft gemikt, maar het kasteel is meer een groot gebouw wat uit verschillende delen bestaat dan dat het een 'chateau' is. Op het binnenplein strijken we neer voor een goede cappu en verbazen ons over het aantal toeristen wat er langs loopt. Dat zijn er veel. Heel veel. We lachen een grote groep dames en heren uit, die allemaal in blauwe shirtjes keurig achter hun gids aan lopen. 'Geen haar op ons hoofd die er aan denkt om er zo bij te lopen.' In het blauw dan.

Daarnaast verbazen we ons over de vele kapelletjes aan de katholieke kerk die tegen het kasteel zijn aangebouwd. We tellen er verschillende en ze zijn allen in een andere tijd en dus andere stijl gebouwd. Na op adem te zijn gekomen, dalen we de trappen weer af en gaan we richting de rivier. Tussen de muren van het kasteel en de Wisla staat een 'echte' vuurspuwende draak. Waarom? Mijn vader die al een keer eerder in Krakau geweest is, (voor een taalcursus van 2 weken) moet het antwoord ook schuldig blijven. We wandelen dus maar verder in de namiddag zon naar de zuidelijk gelegen wijk 'Kazimierz', het joodse kwartier. Paps heeft in een boekje een leuk vegetarisch tentje gevonden, gelokaliseerd op het Wolnica plein. Dat het ook een betaalbaar restaurantje is, hoef ik er natuurlijk niet bij te vertellen.

Krakau | Kraków | Cracow (Unesco), 5 oktober

(Centrum, de toren van Wawel, Kazimierz & Podgórze, Schindlers fabriek)

'De legende van Smok Wawelski'
Draken zijn intrigerende beesten. Of ze nu bestaan hebben of niet, zeg nu zelf,  - ze lijken toch wel een beetje op een dino?- ik vind ze intressant. Waar een koninkrijk, een stoere prins op zijn eveneens stoere ros of een prinses in nood is, de draak is er altijd bij. Lieve draken, kwade draken, kleine en grote, Zwelgjes of Zwelbasten. Dit gaat over de draak van Wawel: 'Onder de berg waar het kasteel Wawel op gebouwd is, is een grot. In die grot woonde al jarenlang een grote groene draak. De koning in die tijd, koning Krak(ów) wist zich geen raad meer met het beest. Het at namelijk maagden en die raakte op. De koning loofde de helft van zijn koninkrijk uit en de hand van zijn dochter, de laatste maagd -haar leven stond dus op het spel-, aan diegene die de draak zou verslaan. Prinsen en edellieden hadden het geprobeerd maar niemand was sterk genoeg voor Smok(y) de draak. Op een dag kwam een schoenmaker achter zijn leest vandaan en vroeg de koning of hij het mocht proberen. Hij bracht als Ibrahim een schaap naar de grot. Met veel Marokkaanse kruiden had hij het sish kebab schaapje volgestopt met onder andere zwavel. In de ochtend ontwaakte Smoky maar de 'bandiet' was al gevlucht. De schoenmaker was zo slim geweest om zijn offer achter te laten en zelf een veilig heen komen te zoeken. De draak had enorme trek want al enkele dagen geen maagden of edellieden mogen verorberen. Hij vrat alles in één keer op. Doordat Smok zelf een vuurspuwer was en de combinatie van het zwavel wat hij net had binnen gekregen zorgde voor een directe verbranding, sprintte hij zijn hol uit wat fortuinlijk naast de rivier de Wisla was gelegen. Hij dronk en dronk en dronk en dronk en dronk en dronk en dronk en dronk en dronk net zo lang en net zo veel totdat zijn maag zo vol was dat hij... uit elkaar barste.' Moraal van het verhaal? ..Dat hebben de Polen nog steeds niet begrepen want ze staan nog steeds bekend als één van de grootste alcohol drinkers ter wereld.

'De trompetter van Krakau'
Vanuit de hoogste toren van de kerk Mariacki die diagonaal op de Rynek de grote markt van Krakau staat, klinkt trompet geschetter. Binnen een minuut trekt de trompettist zich terug, zwaait naar zijn fans gestationeerd op de markt beneden en sluit het raampje. Aan de achterzijde van de toren opent een ander raampje zich, de trompet word naar buiten gestoken en hetzelfde riedeltje word geblazen. Weer een ode aan de fans en het raam word weer gesloten. Waarom aan twee kanten? Omdat de barbikans, de wachttorens, aan verschillende zijde van de stad stonden en als er naar het noorden werd geblazen, hoorde ze dat niet in het zuiden. De trompetters werden voor de 15de eeuw in de torens gestationeerd. Bij de komst van vijandige troepen die zich in de verte of al voor de stadspoorten stonden te verdringen werd de legermacht gewaarschuwd. Een genoteerde legende uit Krakau luid: 'De trompetter van Krakau' door E.P. Kelly. 'Een jonge man in de ochtendienst zou een leger Tartaren via de moerrassen naderbij zien sluipen. Hij sloeg alarm door zijn trompet te spelen waardoor de toegangen naar de stad extra werden beveiligd. Hij werd echter door een pijl in zijn keel getroffen, waardoor de noten bleven hangen en hij het leven liet. Het zou wel de stad (weer) hebben gered van een catastrofe.'

Andere verhalen willen echter dat de stad deels wél werd verwoest. Al was een ingenieus plan verzonnen om de hoofdingangen van de stadspoorten aan de zijkant van de toegangspoort te vestigen in plaats van er tegenover. Als er namelijk met een stormram werd gewerkt, was de eerste poort makkelijk te doen. Als men echter 'in' de poort was, moest er een kwartslag worden gedraaid om de volgende poort in te beuken, die de daadwerkelijke toegang verschafte tot de stad. Als de vijand dus aan het hannesen was met die boomstam, om hem te draaien, stond er natuurlijk vanaf het balkon allang een legerunit klaar met pijl en boog om de prutsers neer te schieten. Enfin, of de stad nu wel of niet ongeschonden uit de strijd kwam, de illusie over dit mooie verhaal word in de morgen door onze 'free walking tour' gids in de grond gestampt. Het hele verhaal van 'De trompetter..' opgetekend door de auteur Kelly... is een fabel. Niets 15de eeuw. Gewoon een Amerikaanse journalist die in de jaren '90 naar Krakau kwam, een trompet uit een raampje zag verschijnen, met wat zout strooide en voila; een 'nieuwe' legende. (Dat verhaal van die stormram en die poort is trouwens wel waar. De trompetters trouwens ook maar dan zonder de pijl door zijn keel)

We lopen in een grote groep profiteurs braaf achter onze grappige gids verder van de markt, langs de oude universiteit, het oude onderkomen van de paus, verschillende kerken voorbij naar het kasteel van Wawel en terug. Wij hebben geen blauwe shirtjes aan maar we voelen ons af en toe wel lopen. Ik noteer het nogmaals; het is druk. Overal worden er tours gelopen. Er worden met golfkarretjes, golfkarlimousines, fietsen en paardenkoetsen rond getourd. Overal touristen, jong en oud. (Die budget vliegtickets moeten ze echt aan banden gaan leggen want dit is niets hoor).

Als we het vuur uit onze sloffen hebben gelopen, nemen we een welverdiende pauze bij het boeken café 'Bona'. Het geheel doet aan als een boekenzaakje maar achterin staan de baristas de latte machiatos op te schuimen naast een etagère met cakjes. Ruime stoelen, zachte banken en donkere tafels met verse bloemetjes in glanzende glazen vaasjes staan tussen de boekenkasten. We bestellen twee van die heerlijk met zorg gemaakte latte's en bestellen er ondeugend een cheesecake en een citroentaartje bij. Alle tijd van de wereld hebben we niet omdat we om drie uur met de volgende tour mee willen.

Braaf sluiten we ons later aan bij een gezelschap van rond de 40 man. De groep word in tweeën gesplitst en wij gaan met een schattige dame mee van mijn leeftijd. In een onberispelijke beige  parka met een eveneens keurig centuur wandelt ze op haar hakjes de groep voorruit. De tour in het teken van de joden, leidt ons langs het joodse Kazimierz waar we worden geduid op de plekken waar de film 'Schindlers list' is opgenomen. We bekijken verschillende synagoge die om tegenstand te voorkomen gedeeltelijk in de grond zijn gebouwd in plaats van erboven. Bij de synagoge Isaac, die voor rijke joden is, krijgen we een verhaal: 'Isaac zou op jonge leeftijd hebben gedroomd dat als hij naar Praag zou gaan en als hij één van de bruggen zou overlopen, dat hij een schat zou vinden. Toen hij wat ouder was ging hij naar Praag en stak de betreffende brug over. Er gebeurde niets. Dagen achtereen begon hij de brug over te lopen maar nog steeds vond hij geen schat. Op het moment dat hij dacht 'waarschijnlijk was het gewoon een droom die niets betekende' en de brug wilde verlaten, werd hij aangesproken door de brugwachter. 'We zien u hier al enkele dagen rondlopen, wat voert u hier uit?' Isaac voelde zich een beetje dom en vertelde de man maar van zijn rare idee om een schat te zoeken op de brug in Praag simpelweg omdat hij daarover had gedroomd. De brugwachter schaterde het uit om zijn stommiteit en zei; 'als ik mijn droom zou moeten volgen, zou ik bij de jood Isaac/Ayzik Jakubowicz... in de tuin onder de boom gaan graven naar de schat die daaronder verborgen ligt.' Hij lachte en wuifde zijn onzinnige opmerking weg. Isaac dacht;' Hè maar dat ben ik, dat is mijn naam!' Hij raapte vervolgens zijn spullen bij elkaar, reisde terug naar zijn huis in Krakau en vond in zijn tuin, onder de boom: de schat.'

Iedereen weet dat een deel van de joodse gemeenschap goede handelaren zijn. Wijze mensen die investeren en produceren. Sommige omdat ze gewoon hun droom volgen.. Een aantal voorbeelden uit de regio;
Helena Rubenstein uit Kazimierz. Maakte met haar oma's recept voor foundation haar eigen imperium. Ze verkocht voor de crisis van de vorige eeuw (niet deze) haar concern voor meer dan 8 miljoen dollar en kocht het na de crisis terug voor een luttele 2 miljoen. Dat noemen ze slapend rijk worden.. (alweer)
Max factor, Maksymilian Faktorowicz, begint zijn carrière bij een pruikenmaker in de buurt van Warschau en verhuisd in zijn pubertijd richting Moskou. Verhuisd dan met zijn oom mee naar Amerika en maakt daar een fortuin.
Marks en Spencer, hadden hun eerste winkel in Engeland. Nu wereldwijd bekend.

We steken de 'brug van de liefde' over naar het zuidelijk gedeelte Podgórze. Het rasterwerk van de brug is volgehangen met
slotjes. Geliefde bezegelen (sinds 2009) hier hun affectie voor elkaar en hangen een klein Axa exemplaar aan de wand. Er van uitgaande dat hun liefde voor altijd is, gooien ze de sleutels in de rivier. Wat er in heeft geresulteerd dat er inmiddels al heel wat slotjes uit de brug zijn geknipt.

We komen aan op het voormalige joodse getto plein van '39 - '45. Het Plac Bohaterów Getta was een plein waar de joden uit verschillende delen van Krakau werden gedumpt. Duizende mensen verbleven in kamertjes in huizen die bedoelt waren voor een paar honderd man. Roman Polanski (echte naam: Rajmund Roman Liebling, geboren 18 augustus 1933), heeft hier als kind met zijn ouders gewoond. Hij wist in 1943 in zijn eentje uit de getto te vluchten en werd daarbij in zijn been geschoten door een officier. Daarna heeft hij zich verscholen bij een boer en daar gewerkt voor onderdak. Bij terugkomst na de oorlog in Krakau bleek zijn moeder in Auschwitz te zijn omgekomen. Zijn vader leefde nog.

Hoge muren werden als rond afgewerkte grafstenen rond de wijk gezet. Het was meer een waarschuwing dan dat het fungeerde als echt niet te beklimmen afscheidingsmuur. Op het plein staan verschillende grote bronzen stoelen die symbool staan voor de getuige van de oorlog. Op het hoekje van de markt zat een apotheker die door inwonende 'de engel van de getto' heette. Hij gaf medicijnen aan mensen die geen geld hadden. Verzorgde haarkleuring zodat oudere mensen hun haren konden verven en er zo jonger uit zagen. Waardoor ze aan werk werden gezet in plaats van dat ze meteen werden afgevoerd. 'De engel' schreef een boek over de gebeurtenissen en de 'belangrijke' mensen in de getto, tijdens de oorlogjaren. Alhoewel we een halve 'Schindlers' tour  maken en de boel gedeeltelijk word afgekraakt omdat veel dingen in strijd zijn met de werkelijkheid, noemt deze man, Schindler in geen enkel van zijn memoires. Dat zet je wel aan het denken.

Toch zijn we geintresseerd in het Schindler museum. Het museum is naast de locatie van de oude fabriek. Deze is echter in het leven geroepen ná dat de film is uitgekomen. De exhibitie 'Krakow onder de bezetting van de nazi's 1939-1945 bied via een tijdreizend idee een kijkje in het verleden. De historie van de heer Schindler is echter een beetje duister. (In 1939 sloot hij zich aan bij de Nazipartij) Alhoewel het vast staat dat hij duizend joden het leven heeft gered door ze aan het werk te houden waardoor ze niet werden afgevoerd naar één van de kampen, is niet onomstotelijk bewezen dat dit met alle goede intenties is geweest. Hij kreeg een subsidie voor het te werk stellen van joden. De mensen moesten hem grote sommen geld betalen om op die lijst te komen en hij verhandelde maar wat graag de bezittingen van hen op de zwarte markt. Het museum staat gelukkig in het teken van het leven voor de oorlog, de omschakeling naar de oorlog, de veranderingen voor de burgers, de invloed van de nazi's en de weg naar de concentratiekampen en niet in het heldhaftige (?) teken van de heer Schindler. Uiteindelijk zijn maar twee kamertjes in het museum aan hem gewijd en dat is voldoende. Wat verder niet word vernoemd maar door onze derde gids van vandaag word verteld is, dat mevrouw Schindler meer voor de joden heeft gedaan dan haar man. Uiteindelijk heeft ze hem ook overleefd. Na de oorlog en nadat de fabriek van akkerbouw machines naar artillerie, failliet was gegaan, vertrok de familie naar Argentinië waar opnieuw het banksaldo op nul kwam te staan. Oskar Schindler geboren in 1908 is in 1974 in Duitsland overleden. Hij heeft zich laten begraven in Jeruzalem.

Zoutmijnen van Wieliczka (Unesco) | Krakau, 6 oktober

Het is weer een zomerse dag en meer dan een jeans en een shirtje zijn vandaag bij de 25 graden niet nodig. Toch nemen we een trui en een jack mee want vandaag gaan we ondergronds. Met bus 304 die vanuit de bushalte van ons Podwale straat vertrekt, zijn we binnen 40 minuten in Wieliczka. De stad waar lands grootste zoutmijn gevestigd is. Om 12 uur hebben we een Engelstalige tour en 10 minuten na vertrek drentelen we nog steeds de 25 etages houten trap treden af.

De zoutmijn die al vanaf 1044 bestaat, heeft inmiddels een diepte van 327 meter, is in zijn totaliteit 300 vierkante km groot en heeft 9 niveaus. We zijn niet de eerste maar zeker niet de laatste toeristen die naar de diepte der aarde afdalen. Voor ons, zijn Copernicus (oa sterrenkundige, arts, jurist en wiskundige), Goethe (schrijver, filosoof, wetenschapper, staatsman) en paus Johannes Paulus de tweede al naar de kunstwerken in de mijn gaan kijken.

In eerste instantie was de mijn natuurlijk gegraven voor het delven van zout. In de tijd van de inmiddels voor ons bekende koning Sigismund, was één derde van de inkomst van het land te danken aan het zout. Een waardevol goedje. De mijn is nu goed verlicht en de houten trappen zijn onder vakmanschapsoog aangelegd. De steunbalken en plafonds zijn over het algemeen wit 'gekalkt' omdat kalk brand vertragend werkt. In de tijd zag het er alles behalve sjiek uit, als je al wat zag. Er werkte naast mensen en kabouters ook paarden in de mijn. De paarden waren bijna blind door het gebrek van licht. Hun gezondheid anderzijds was in betere conditie dan die van paarden die in de buitenlucht liepen. Er worden geneeskundige krachten aan de schone lucht van de mijn toegeschreven en aan de Spa en gevestigd relax-oord te zien, is dat niet tegen dovemans oren gezegd.

Als we ons geestelijk voorbereiden om de kapel van de heilige Kinga te bezoeken vangen onze ogen een bekende blauwe gloed op. Het is de groep die we daags geleden bij het kasteel van Wawel nog hebben zitten uitlachen. Het (uit)lachen vergaat ons al snel als het hier om een Noors koor blijkt te gaan. De akoestiek in de met de hand gemaakt kapel van tientallen meters hoog blijkt te zijn gecreëerd voor deze acapella groep mensen. Ze beginnen te zingen en met het uitzicht op de schitterende balzaal met grote kroonluchters van hout en zoutkristallen is dit op zijn zachts gezegd: fan-tas-tisch!Een perfect gepland concert had je niet meer kippenvel kunnen geven dan dit. De timing is perfect. En het koor, eerlijk is eerlijk zingt geweldig. Ik zweef als het ware met mijn cameraatje om mijn nek om alle (wederom) met de hand gemaakt Jezus en Mariabeelden van zout op de gevoelige plaat vast te leggen. 'Het laatste avondmaal' is als een reliëf uit de wand van zout uitgehouwen. De vloer lijkt op een keurig gelegde mozaïek, maar ook deze is van zout en keurig met hamer en beitel bewerkt. Dit is een stukje vakmanschap waar je 'U' tegen zegt. Waar de mijnwerkers (en kabouters) de tijd en energie vandaan hebben gehaald om naast hun 10 tot 12 urige werkdag ook dit nog op te kunnen brengen? Ik zal het Joost eens gaan vragen.

Na het pronkstuk van de mijn te hebben gezien, dwalen we verder af naar beneden. Een opgezette 'fata morgana' met wat muziek, knipperende lichten en wat bijverzonnen drama, is dan weer een beetje jammer. De tour houd zo'n 3,5 kilometer wandelen in. Daar word niet bij verteld, dat je aan het einde van de tour nog drie kilometer door een allervaagst gangenstelsel moet lopen om bij de lift naar de oppervlakte te komen. Na nog wat foto's van het zout wat als bloemkoolroosjes tegen het hout aangroeit, te hebben genomen is het echt tijd om te gaan. De truien en jacks waren geen overbodige luxe. Onder de grond is het gemiddeld 14 tot 16 graden. Dat is vandaag tien graden kouder dan wat de thermometer in de zon aangeeft.

We nemen de bus terug naar Krakau en hebben ons voorgenomen om op een terras van de zon te gaan genieten. Nadat we de halve stad weer hebben doorgelopen op zoek naar een plek in de zon mét goede koffie, nemen we genoegen met twee zitstoelen bij de Italiaan. Voor de dorst neem ik maar een cola en paps gaat aan de Zywiec, oftewel een Pools biertje. We aanschouwen de topdrukte van toeristen, de paard en wagens die soms in file vorming terug richting de markt gaan en de trambestuurders die hun les bij een meerdere aan het volgen zijn. Als we weer op adem zijn gekomen en ons grootste orgaan weer gehydrateerd is, stappen we nog even door om onze laatste twee pleintjes van de stad te gaan bekijken. We lopen daarbij nog enkele passen mee in een protest tegen vlees eten en dierenleed. Bij het uitstappen van de stoet, steek ik nog even twee duimpjes op ter goedkeuring van hun initiatief. Per ongeluk lopen we niet veel later tegen een groot bord 'wegetarianskie' op. Bij de Greenway hebben ze een trendy en snel concept. Je besteld je voor,- hoofd en nagerecht bij de counter, of iets van die waar je trek in hebt en wacht door om het mee te nemen. Er zijn twee etages met keurige tafels en stoelen en het eten is super gezond. En lekker, ook wel belangrijk. We noemen het op tijd de dag en gaan na  een klein uurtje bij de Castor Coffee Club te hebben gezeten (hadden nog steeds geen koffie op) richting onze Podwale straat. 

Auschwitz I - Birkenau II (Unesco) | Krakau, 7 oktober

Het is een treurige dag. De dag is grauw, grijs en het regent zonder enige belofte dat het ooit nog een keer droog gaat worden vandaag. Het is ook een treurige dag omdat we naar één van s'werelds grootste moordfabrieken gaan: Auschwitz-Birkenau. Het weer vandaag is symbolisch voor de daden tegen de mensheid die zich hier hebben afgespeeld. Eigenlijk ben ik blij. Blij dat het 10 graden kouder is dan gisteren en dat de wolken meehuilen. Het voelt op één of andere manier gerechtvaardigd. Het zou altijd moeten regen bij dit concentratiekamp.

'Arbeid macht frei' staat er boven het ijzeren hek te lezen. Veel mensen kennen de tekst. Kunnen de spelling en de uitstraling zelfs voor de geest halen. We lopen onder het hek door met onze Engelstalige gids die minimaal een pakje sigaretten per dag rookt. Ze heeft een klein microfoontje. De rest van de volgers hebben een kastje om hun nek en een koptelefoon op de oren om haar beter te verstaan. Het kamp is nog net niet zo druk bevolkt als 70 jaar geleden maar het lijkt erop. De belangstelling is groot. 'Na zelfs al die jaren, willen we niet vergeten.'

Ik maak een zwart wit foto van het 'welkom' bord. Alles gaat in zwart wit vandaag. Zo was het vroeger namelijk ook: zwart wit. De meningen waren zwart wit. Je was goed of slecht. Je was jood of niet. Je was zigeuner of niet. Je was nazi, verzetsheld of slachtoffer. Oude beelden waren in het zwart wit. Er is niet veel veranderd. De stenen barakken bij Auschwitz schijnen ieder wat individueel te willen vertellen. We worden er als een roedel hongerige wolven langs geleid. Het gaat te snel. Er is zoveel te zien. Gelukkig niets nieuws voor mij in de zin heuverinwekkende foto's of beeldmateriaal. Ja, ik weet van de duizenden schoenen. Hoe de mensen alles werd afgepakt. Hetgene wat ze onder valse voorwaarde mochten meenemen. Al was het niet meer dan een koffer van 25 kilo. 'Je bouwt een bestaan ergens anders op,' werd ze verteld. De belangrijkste spullen gingen mee. Joodse Bidkleden, goud, sieraden, zilver bestek, de mooiste kleding en de beste schoenen. Afhankelijk van het seizoen waarin ze als het vee van nu in een wagon werden gestopt, kozen ze voor laarsjes of open schoenen. Kleine hakjes, gekleurde schoenen, rode schoenen met 3 geborduurde kruisjes erop, alsof ze uit Amsterdam kwamen. Er ligt van alles achter de grote glazen wand. Haar werd afgeknipt en verkocht.. Het was een goede business. Er is een kamer vol met potten en pannen. Zes vierkante meter ligt vol met borstels en kammen.

Voor verschillende landen zijn er verschillende barakken. De meest shockerende foto voor mij, was van een Hongaarse dame die in de zomer van '39 met man en dochter bij een zwembad in haar bloemen-bikini stond te poseren. Na de oorlog werden de weinig overlevende in de barakken -die om werden gebouwd tot ziekenhuis-, verzorgd. Ze staat met behulp van een dame achter haar, tussen twee bedden. Haar hoofd is gebogen. Ze is naakt. Ze weegt 6 jaar later, na de bevrijding in '45 nog maar 25 kilo. Een skelet is ze, met levend vel eromheen. Wat er met haar man en dochter is gebeurt weet ik niet. Ben benieuwd of ze er zelf wel achter is gekomen.

De barakken staan als stille getuige in de gietende regen. Groepjes toeristen die braaf de gids volgen durven niet te zeuren over hun doorweekte kleding of hun modderige schoenen die bevuild worden door de onbestrate wegen tussen de barakken. De 'muur des doods' ligt tussen twee barakken. Zonder pardon werden hier mensen afgeschoten; professoren, intellectuelen, sympathisanten van de joden. De gids verteld; 'Kampcommandant Höss woonde op het terrein in een groot wit huis met zijn vrouw en vijf kinderen. Hij heeft in 1940 het kamp mee helpen opzetten wat leger bekend stond als 'modelkamp'. Alvorens had hij in kamp Dachau gewerkt. In 1945 werd hij opgepakt. Na een rechtszaak in de bekende 'processen van Neurenberg' is bepaald dat hij de doodstraf kreeg. Zijn vrouw vertelde dat 'Auschwitz voor haar het 'paradijs' was. Ze hadden zo'n grote tuin en de joden hielpen deze onderhouden. Commandant Höss zou straf ondergaan in Auschwitz, naast één van de crematoriums. Er werd speciaal een galg gebouwd voor de bezoekers.' Wat?! De bezoekers...? Oeps, foutje van de gids. Ze versprak zich even. Een lachsalvo buldert over het terrein. 'Mag dat wel, lachen in Auschwitz?' In zekere zin had de gids gelijk; voor de 'bezoekers', al was het jaren geleden, was alles gebouwd. De galg echter, was speciaal voor kampcommandant. Op 16 april 1947 is hij verhangen.

Als sluitstuk van de Auschwitz rondleiding worden we door de gaskamers geleid. Met Zyklon B (een anti-luizen middel wat werd geproduceerd in een fabriek nabij, waar de joden natabene te werk waren gesteld) werden de vooral oudere, zieken en jonge kinderen vergast. Systematisch gingen de Duitsers te werk. Aan alles was gedacht en veel dingen werden precieus uitgewerkt. Bij aankomst met de trein werden mannen en vrouwen al gescheiden. Daarna werden de zwakkeren dus linea recta naar de gaskamers gestuurd. Zonder enige vorm van bangmakerij, dat wel. Het crematorium was in hetzelfde gebouw gelegen en dagelijks konden er duizenden mensen worden gecremeerd. (De lijken die over waren, werden buiten op een stapel gelegd en daar in brand gestoken) Het as werd over de akkers gestrooid als bemester. Wij als groep, komen er beter vanaf. We lopen naar binnen én naar buiten. Bij het museum geven we de koptelefoons en kastjes weer af. Met enigzins een schuldgevoel knagen paps en ik ons goedkope halve krakelingetje van 1,50 Zlotie (€ 0,37) op die al enkele dagen als goedkope lunch fungeert. We hebben ook nog een flesje mineraalwater én een appel. Wat een luxe! De gevangenen 70 jaar geleden kregen 300 gram brood per dag. Ze zouden bij wijze van een moord doen voor een echte maaltijd. De gemiddelde levensduur van een gevangene in een kamp bij de vrouwen was dan ook drie maanden. Bij de mannen een jaar.

Als we een half uur later, eveneens door de stromende regen, door onze chauffeur bij Birkenau worden afgezet, is het eerste wat opvalt dat de afmeting van dit kamp weerzinwekkend groot is. Hier staan vooral houten barakken, in tegenstelling van Auschwitz waar het over het algemeen steen is. De treinrails gaat hier de poort des doods onder door. De hoge houten uitkijktorens staan over heel het terrein, keurig op juiste afstand van elkaar gerangschikt. Alles is omheind met prikkeldraad en die angstige gegoten betonnen palen waar het aan bevestigd is. Een groep barakken is tot nihil gereduceerd. Als herinnering staan er alleen de opgemetselde schoorstenen. We brengen een kort bezoek aan de herdenkings monumenten. Hier liggen verschillende stenen plaqueten van verschillende landen, geloven en andere betrokkenen. Op de railsen zijn vooral rode rozen gelegd. Her en der tussen het prikkeldraad en een betonnen paal hangt een roos, zwaar van de regendruppels, naar de grond gebogen. Dit beeld zegt meer dan de hopeloosheid die de barakken uitstralen, de gids kan vertellen of mijn geest kan bedenken. Bij het betreden van de barakken, doet het interieur niet meer aan dan een koeienstal. Op de 'britsen' als ik ze zo mag noemen ligt stro. Als de mensen geluk hadden, matrassen gevuld met stro. In een barak van nog 75
meter lang en 20 meter breed, konden duizend mensen worden gehuisvest. Dat kan natuurlijk helemaal niet! Maar toch. Op één brits sliepen soms wel zes mensen. (Een brits heeft de grote van een twijfelaar of een queensize bed) De toiletten, in een ander gebouw bestonden uit een rij 'latrines'. Dit was niet meer dan een betonnen bak, zoiets als een trog, met houten planken erop waar ronde gaten in zaten. Mensen werden echt behandeld als beesten... En dat geeft je ook weer te denken.(...)

Afgezien van de blauwe regenjas die mijn vader aanheeft, is hij compleet doorweekt. Mijn laarzen zijn van een Leffe blond kleur naar een Leffe dubbel gegaan in de paar uur tijd dat we bij de hel op aarde zijn geweest. We klagen niet over de regen. We zouden niet durven. Leven is weer even in perspectief gesteld.
Terug gekomen in Krakow waar de Rynek voor het eerst helemaal te overzien is, door het gebrek van toeristen (met dank aan het weer), realiseren we ons dat we eigenlijk nog een keer terug moeten. Naar Auschwitz maar dan met eigen vervoer. Er is zoveel te zien. In het behoud van het concentratie kamp, is zo veel liefde, respect en aandacht gestoken, zodat we maar niet vergeten dat zoiets gruwelijks nooit meer mag gebeuren. En dat een gegidste tour absoluut geen recht brengt aan het geheel. Elke barak had zijn eigen verhaal en we hebben zoveel van die verhalen gemist. Terug naar Krakau, waar we geen tijd hadden voor de (gewone) musea, de ondergrondse musea die onder de markt ligt en het interieur van de kerken. Geen tijd voor kasteelzalen,- en een kapellen bezoek van Wawel. Graag hadden we zeker nog drie uur in het Schindler museum rondgelopen. 

Krakau - Trakt Krolewki, Lazienki park | Warschau, 8 oktober

Ook voor Warschau hebben we niet voldoende tijd. Als we in de morgen om kwart voor tien de trein terug nemen naar Waszawa Centralna om daar drie uur later aan te komen, heb ik al voor ogen wat ik nog wil zien. We gaan naar Lazienki park. Bij aankomst in Warschau, waar het een stuk kouder is, nemen we getraind onze tram 17 naar het oude hostel. We gooien de koffertjes af en gaan op zoek naar bus 180.

De Trakt Krolewski (de koninklijke route) die van de Stare Miasto (oude stad) naar het Lazienki park loopt is een lange weg van vier kilometer, bestaande uit drie straten: de straten Krakowski Przededmiescie, de Nowy Swiat en de Ukjazdowksi. De straten zijn een verrukking om doorheen te lopen. Voor ons op het moment; om doorheen te rijden. De koningen reisde vroeger van hun Zamek Krolewski, het koninklijk paleis naar hun 'paleis op het water' in het park. Langs de route staat onder andere het Potocki paleis (1740) en het Radziwill paleis (18de-19de eeuw). De grootste  universiteit van het land (1816), ook aan de Nowy Swiat gelegen, bied heden ten dage plaats aan meer dan 61.000 studenten.  We stappen uit bij één van de ingangen van het 76 hectare grootte park. We vinden zelf dat we de beste periode van het jaar hebben uitgekozen: de herfst.

Het klassiek aangelegde park is goud van de herfst kleuren. Rood, geel en oranje bladeren sieren de bomen. En dan opeens spotten we opeens een klein communistisch eekhoorntje. Rood van kleur en een stuk kleiner dan zijn familie in Amerika. Bij het aandachtig opnemen van de omgeving, blijkt het niet om één exemplaar te gaan maar om tientallen. De rooie rakkers zijn flink aan het hamsteren voor de winter. Ze graven in het gras en in de grond op zoek naar nootjes of om de nootjes juist te verbergen. Als we bij hét kasteel aankomen, het kasteel op het water oftewel Palac na Wyspie (niet te verwarren met het kasteel' aan het water oftewel Palac na Wodzie) zijn we tevreden over ons uitzicht, bijzonder tevreden.

In het park is het rustig met bezoekers, de kleuren zijn adembenemend mooi, het paleis precies in de juiste verhoudingen gebouwd en eendjes die kalm in het water dobberen. Het levert een fraai plaatje op. Het einde van de middag nadert en we kunnen niet naar het paleis en de mooi gekleurd omringende bomen blijven staren. We lopen een rondje langs het kasteel en gaan een kijkje nemen bij de verderop gelegen Oranjerie die nog als zodanig dienst doet. Aan het water of op het water moet ik zeggen, is een colloseum gebouwd, bedoeld voor de Chopin concerten in de zomer. Het geheel is een replica van het Romaanse Forum in Rome. In de herfst zijn er geen optredens en alleen wij, de paauwen en de rooie eekhoorns betreden het terrein om te kunnen voorstellen hoe romantisch dat in het warme jaargetijde moet zijn.

Ik wil mijn vader nog even op de foto en vraag hem plaats te nemen op een bankje met de herfstkleuren die als mooie achtergrond mogen dienen. Een rondsnuffelende eekhoorn die totaal niet schuw is aangelegd gaat bij mijn vader op de bank zitten. Mijn vader biedt hem een nootje aan maar daar trekt hij zijn neus voor op. Als we niet veel  later richting de uitgang van het park gaan en paps zijn jaszak heeft volgestopt met kastanjes, eikels en beukenootjes komt een nog brutaler exemplaar naar hem toe... en klimt zo via zijn broekspijp omhoog. Nu moet je natuurlijk niet denken dat die eekhoorns dom zijn. Die wist verdraaid goed wat voor wintervoorraad mijn vader had gehamsterd. Toch wel geschrokken door zijn eigen enthousiasme springt de eekhoorn weer op de grond en gaat op zoek naar zijn eigen noten. Terug tussen de aristocratische gebouwen op de Nowy Swiat, strijken we eerst voor een goede koffie neer bij de I Coffee. Ook in Polen is de koffiecultuur een booming business geworden en worden de baristas aan de lopende band getraind. Onze Latte smaakt dan ook heerlijk.

Bij een regionale specialiteiten restaurant nemen we in de avond plaats aan een klein tafeltje naast een kast vol lokale producten. Om de week af te sluiten, vinden we het beide wel een geinig idee om dan ook maar af te sluiten met écht Pools eten. Paps gaat voor de Borstj, de bietensoep begeleid door een afgrijselijk ruikende appel cider. Het doet me meer denken aan rottende appels in een boomgaard die van natura aan het gisten zijn geslagen dan aan een fijne alcoholische versnapering. Paps vind het lekker en daar gaat het om. Ik ga voor de 'pirogie'. Heel de week word dit échte Poolse gerecht al aangeprezen als 'moetje'. Ik ben een koolhydraten meisje en van wat pasta ben ik dus echt niet vies. De 'pirogie' is een oost Europese versie van de ravioli. Maar om nou te zeggen dat het iets is wat ik nooit heb geproefd, nou nee. Iets om nog een keer te bestellen dan, ook niet. Ik heb mijn taak iniedergeval gedaan: de echte Poolse keuken geproefd.

Warschau - Friesland, 9 oktober

Op het gemak nemen we het ontbijt tot ons alvorens richting het centrale station te gaan. Informatie op internet verteld dat er met de trein naar het Modlin airport kan worden gereisd. Bij navraag op het station blijkt deze trein maar twee keer in de ochtend te gaan. Een aardige dame van het informatiepunt verteld in haar beste Engels dat we de Wizzair-bus ook weer terug kunnen nemen naar het vliegveld. Een bus te vroeg, hebben we voor deze optie gekozen en zitten we in een wederom luxe bus met wifi richting de oude legerbasis. Dat het vliegveld nog maar sinds juli (voor de WK voetbal) open is, is goed te zien aan de net opgeleverde winkeltjes zonder assortiment. Voordat we richting het toestel mogen lopen, word er nog een snuffelhond op ons losgelaten. Gelukkig is hij niet getraind op het zoeken naar nootjes of eikels die paps probeert mee te smokkelen naar het thuisland.

De vliegreis gaat voorspoedig al is de beenruimte claustrofobisch te noemen. 'Maar ach, wie klaagt daarover als je voor 27 euries naar een top-locatie vliegt?' Aangekomen in Eindhoven moeten we tot de klok van zeven wachten om gebruik te kunnen maken van onze
treinkorting. Er word een hapje gegeten op het plein, we zijn tenslotte nog steeds op reis.  Als we voorspoedig naar het noorden reizen, krijgen we voorbij Zwolle via de intercom te horen dat er 'een aanrijding is geweest met een persoon' op ons traject. 'Dat is dus gewoon iemand die voor de trein is gesprongen.' Vanaf Heerenveen tot Leeuwarden worden we met de bus vervoerd. In Leeuwarden
uiteraard de volgende trein weer gemist. Kortom, de reis is korter en goedkoper om vanuit Eindhoven naar Warschau te vliegen dan een retourtje Leeuwarden-Eindhoven-Leeuwarden waar je bijna twee keer zo lang over doet en meer voor betaald. Rond half 12 in de avond zijn we weer veilig en wel thuis. Ik kan gerust zeggen dat Polen boven verwachting was en zeer zeker aan te bevelen is.


Zen-koeie: dank je wel | lody: ijs | kawa: koffie | herbata: thee | piwo: bier | tak: ja | wegetarianski: vegetarisch | dobre: goed | borsztj: rode bietensoep | damski: dame | gratis: gratis | dwa: twee | Swiat: wereld