Dordogne 2016

'Stress bestendig'

Juli

Gisteren werd er door mijn schoonvader verteld dat we niet stress bestendig waren. We, dus ook ik. Hij zei het 2x. 'Jullie zijn niet stress bestendig.' De tweede maal zei hij erbij: 'wat betreft familie die overkomt.' Ik wilde eerst in discussie gaan maar liet het commentaar eerst inzinken.

Ik-niet-stress-be-sten-dig? Dat is één van de kwaliteiten die je moet hebben als horeca persoon, als bedrijfsleidster, als manager, als 'eigenaar' van een eigen horeca establishment en nu blijk ik helemaal niet over die eigenschap te beschikken. Mijn radartjes gaan draaien. 'Ben ik dan altijd stressvol geweest?' 'Had ik dingen dan nooit onder controle?' Ik weet dat ik me snel irriteer. Ja, dat is een hele vervelende eigenschap en ik kan me enorm opwinden over dingen die ik nooit zou doen, of denk niet te doen, die andere mensen wel doen. 

 
Ik ga met de honden lopen (we hebben een logeerhond over) en het muntje valt verder. Ik her-ontdek mezelf, in de slechtste zin van het woord dan. 
'Ik ben niet perfect.' 'Ik ben gewoon niet perfect!'
Ik dacht dat ik redelijk mijn horeca persoon pro-plus-punten had gevinkt maar nu blijkt dat ik niet perfect ben. Weet ook wel dat ik niet perfect-perfect ben, maar in mijn categorie van gastvrijheid dacht ik dat ik best een beetje aan de top hing. Althans daar doe ik altijd mijn best voor.
Wat een catastrofe. De werkelijkheid slaat in. Het besef word ongenuanceerd door mijn resterende hersencellen via mijn prefrontale cortex naar de zenuwbanen in mijn schouders gestuurd en ik laat ze voor het eerst sinds maanden hangen. Wat een teleurstelling in mezelf. De beste man heeft gewoon gelijk. Ik probeer het beestje nog een andere naam te geven maar ik ben bang dat ik me erbij neer moet leggen. Al presteer ik beter onder druk, 100% stressbestendig ben ik blijkbaar niet en inderdaad, al helemaal niet met schoonfamilie.
 
Dat laatste probeerde ik de afgelopen jaren al op afstand te houden. Ik ging voor de jongen en niet voor zijn entourage van een familie. Het liefst schopte ik de hapjes in de morgen dan ook van de bedrand, zodat er een niet al te dichte band ontstond. Mijn vriend is geen hapje meer, wel oogappel-hapje elke morgen als ik naast hem wakker word, maar geen snackje voor korte tijd. Deze mag blijven. Klagen over schoonouders doe ik ook zo weinig mogelijk want zij hebben er natuurlijk voor gezorgd dat we hier als fake yuppen op het Franse platteland leven. Er is echter een frictie ontstaan tussen wat overige familieleden (niet die van mij) die wat boobytraps onder ons bestaan leggen. Om hier niet al teveel op in te gaan; ja er is stress als de familie komt en nog meer pre-stress als het gepaard gaat met wat pittige vingerwijzingen e-mails.
 
Ik zet het nogmaals voor mezelf op een rijtje;
Ja, ik heb plaatsvervangende schaamte (naar onze andere gasten) van die twee kleine krijsende, gillende kinderen die hier nu rondrennen. 
Ja, het verbijsterd me dat gasten zonder gêne mijn fruit opeten wat in de woonkamer staat, alsof het hun eigen ingekochte boodschappen betreft. 
Ja, ik knipper twee keer met mijn ogen als ik duidelijk op papier heb geschreven wanneer de wasmachine te gebruiken omdat de dalprijs velen malen lager ligt in het toch al dure atoom-energie Frankrijk. Ik knipper nogmaals als gasten ervan uitgaan diezelfde wasmachine voor AL hun was te gebruiken en zonder gêne ook al mijn wasmiddelen gebruiken. En mijn ogen rollen er bijna uit als ik voor de extra duidelijkheid heb verteld om gelieve de wasmachine te gebruiken tussen 2 en 5 (dalurentarief) en er vervolgens niet word geluisterd en er lekker een wasje word gedraaid om 6 uur.
Ja, ik vind het niet normaal als gasten vragen de keuken te gebruiken en daar vervolgens ook onder verstaan dat ze de olies en kruiden mogen gebruiken. Of al mijn gekraakte walnoten opeten.
Ja, ik stoor me er mateloos aan dat gasten hun zooi continu laten slingeren in en rond het huis en mijn inziens daarbij geen respect tonen voor andere verblijvende gasten.
Ja, ik vind het asociaal als kleine kinderen mijn bloeiende geraniums kaalplukken en de ouders er naast staan en er niets van zeggen.
Ja, ik vind het ongepast als gasten om mosterd vragen, ze de vrijheid hebben om dit zelf te pakken, maar vervolgens met ons gehele sauzen arsenaal terug te komen.
En ja, ik word boos als mensen de keuken (mogen) gebruiken en vervolgens hun hele hebben en houwen er neerstorten alsof het hun eigen huis is en vervolgens niets opruimen, geen vaat afwassen of zelfs de vieze vaat niet in de lege wasmachine zetten. Ik probeer er zo weinig mogelijk van te zeggen maar van binnen word ik boos, omdat ik het niet begrijp, omdat ik niet zo ben opgevoed. My bad. 
 
En nu heeft dat beestje dan eindelijk een naam...
'Je. Kan. Niet. Met. Stress. Omgaan.' 
Ik begrijp het. 
Kortom: niet stressbestendig..
Blij dat dat de wereld uit is

kinderen zijn hinderen

Eind juni

Ik heb kinderen nooit leuk gevonden. Zelfs toen ik kind was, vond ik andere kinderen al stom. Ze schreeuwde, huilde, krapte, blèrde en zeurde. Er is weinig veranderd. Kinderen zijn nog steeds stom maar op mijn leeftijd mag je dat niet meer zeggen. Ik heb namelijk de mama-leeftijd en daar horen genuanceerde uitspraken bij. 

 
Afgelopen tijd heb ik meerdere malen mogen vernemen dat ik niet politiek correct ben. Ik ben voor zwarte piet, al is het een achterlijk kinderfeest waar kinderen nog meer van schreeuwen. Ik zeg neger tegen een negroïde persoon, heb nooit begrepen wat daar fout aan is. Als ik 'gekleurde' tegen een halfbloedjes zeg, (dat tweede mag schijnbaar ook niet) dan is dat racistisch en moet ik Eur-Azier zeggen. 'Pinda' tegen een Indonesiër mag ook niet want daar reageren mensen allergisch op. Ik bedoel er echt niets verkeerds mee en ben absoluut geen racist. Heb meerdere pinda's als vriendjes gehad (die mij die woordkeuze notabene hebben aangeleerd), heb gekleurde vrienden waarvan ik soms niet eens zie dat zij niet hetzelfde biggen-roze-kleurtje als ik hebben, en mijn grote liefde is een 'inside out banana'. (Azier van binnen, blank van buiten)
 
Er zitten bepaalde woorden in mijn vocabulaire die er al decennia inzitten. Deze gebruik ik dagelijks en heb er nooit bij stil heb gestaan dat mensen dat als schokkend (hebben) ervaren. Zo ook het woord: kutkinderen. In mijn verschilde stadia van leven waren ze er al. Overal. In winkels: zeuren. In Ikea's: rondrennend en altijd hun ouders verliezen en natuurlijk de kers op de taart: kinderen in de horeca.
Ik kan er niet mee omgaan. Kinderen spreken een andere taal, zijn druk, hebben geen respect voor planten, bloemen of kleine torretjes, janken om van alles en kunnen hun vraag 25x achter elkaar stellen zonder schaamte. Ongelofelijk irritant.
 
Ik heb nooit kinderen gewild. Van jongs af aan al niet. Op jonge leeftijd nemen mensen je niet serieus als je zegt dat je niet van kinderen houd en ze daarom ook niet 'neemt'. Op een beginnende adolescent leeftijd zeggen ze: komt wel. Waarom begrijpen mensen niet dat nee, nee is?!
Mijn maag draait om van jankende kinderen, letterlijk. Het zweet breekt me uit als er een vervelend onhandelbaar kind bij me in de buurt is. Je zou zeggen: een allergische reactie. Vanaf gisteren hebben we besloten dat we na deze zomer geen kinderen meer aannemen als gasten. Ik kan er niet mee omgaan. Heb continu plaatsvervangende schaamte over dat geschreeuw, die hoge stemmen, dat geslaan met de deur, dat gestamp, dat gekrijs, dat ongelofelijk irritante gedrag van die kleine mini mensen. Van s'ochtends vroeg tot de zon ondergaat, die schriekende hoge tonen op mijn trommelvliezen.
Ik ben er klaar mee. Zo klaar mee.
 
'Nee, ik wil geen kinderen.'
'Nooit?'
'Wat begrijp je niet aan het woord 'geen'?'
 
'Ik vind kinderen stom'
'Maar mijn kinderen toch niet?'
'Heten jouw kinderen geen kinderen dan? Zijn jouw kinderen geen kinderen? Is het een chinchilla die je opvoed, die je in een kinderstoel vastgespt in de auto, voed alsof de lepel een vliegtuig is en alleen geluiden produceert die nooit of ten nimmer een verstaanbare taal gaan worden?'
 
Ik heb 1001 reden om niet aan kinderen te beginnen en hier een klein lijstje voor de mensen die nog me nog steeds willen overtuigen met hun oer-instinct om zich wel voort te planten, alsof de mens alleen bestemd is om zich met hun destructive gedrag maar moeten blijven vermenigvuldigen:
- ze worden ziek en daar hebben ze nooit om gevraagd. Ze zijn hier op de wereld omdat mama en papa sex wilde hebben. Of omdat mama en papa zo ongelofelijk egoïstische waren dat ze alleen aan hun eigen primitieve voortplantingsdrang konden denken, zonder ook maar een seconde te denken aan de tegenspoed die het kind in zijn leven moet aanschouwen.
- ze worden van hun fiets afgereden
- ze worden misbruikt door een pedo
- ze worden mishandeld door derde
- ze krijgen een auto ongeluk
Kortom ze gaan dood voordat jij doodgaat: trauma voor de rest van je leven.
- Altijd zorgen maken. Altijd. Ook als ze 40 zijn
- Niet meer uitslapen
- Altijd troep in huis
- Stank in de baby periode
- Opstaan in het midden van de nacht. En ik haat, haat, haat het, om vroeg mijn bed uit te moeten
- Ze zijn duur. Luiers kosten al een vermogen, laat staan die scooter, telefoon abonnement of dat rijbewijs
- Nooit meer makkelijk reizen
- Altijd lawaai, geschreeuw
- Continu bezig zijn met de opvoeding, gezondheid, veiligheid 
- er zijn teveel mensen op de wereld
- je zet je kind toch niet in deze wereld met vervulling, oorlog, klimaat verandering en al de slechte dingen die nog komen gaan, als je het beste met ze voor hebt?
- je maakt kinderen verantwoordelijk om de fouten op te lossen van de andere generatie
- kinderen zijn irritant, luidruchtig, je moet alles 10x zeggen en ik heb daar het geduld gewoon niet voor
 
Dus mensen stop met mij een kinderwens op te leggen. Stop met vragen waarom ik er geen heb. Ik ben het zat om me te moeten verantwoorden waarom niet. Ik vraag toch ook niet continu aan ouders waarom in hemelsnaam wel? Ik probeer ze toch ook niet te overtuigen om er geen te nemen, omdat de wereld al zo vol is en omdat ik het f...ng egoïstisch vind. Maar dat mag ik natuurlijk helemaal niet zeggen..
 
Kortom: ik vind kinderen stom. En de politieke correctheid daarvan kan me aan me reet roesten



Houdbaarheidsdatum

Maart
 
Mijn vriendinnetje is ziek en ze wordt ook niet meer beter. 
Borstkanker met uitzaaiing naar de ruggenwervel en lever. 
Houdbaarheidsdatum: tot 2 jaar na de diagnose.
 
Dat we ons niet meer aan de precieze houdbaarheidsdatum hoeven te houden heeft de media ons onlangs wel duidelijk gemaakt. Mijn vriendinnetje doet er ook niet aan. Twee en half jaar na haar eerste gesprek met haar dokter is ze er nog. En hoe. Ze heeft een boek geschreven over haar ziekte: 'Als je dit leest, ben ik er nog'. Niet verdrietig, zwaar of melancholisch maar oprecht, grappig en inspirerend.
 
Toen ze nog aan het schrijven was vertelde ze me de titel. Ik ben soms nogal al bijgelovig en voor mij heet dit 'jinxen'. 'O, ja die ruitenwissers gaan nooit stuk hoor.. En bij de eerst volgende regenbui moesten we op de Duitse autobaan 70 rijden omdat we door defecte wissers niets meer zagen.  'Be careful what you wish for'... Het lot tarten met gevaarlijke uitspraken.
 
Of het moet de andere gedachtegang zijn: 'wie schrijft, die blijft'. Dus-als-je-dit-leest-ben-ik-er-nog-omdat-je-de-woorden-leest-die-uit-mijn-gedachten-komen.. Zoiets. Of misschien is het motivatie. Ze heeft geen tijd om toe te geven aan haar zieke lichaam omdat ze nog zoveel van haar lijst moest strepen, waaronder haar boek. 
 
Omdat haar houdbaarheidsdatum is genoemd, gaat men er naar leven. Niet alleen zij maar ook ik. Er word een boekpresentatie gegeven in Amsterdam en ik ben uitgenodigd. Ik voel me heerlijk thuis in Frankrijk en wil eigenlijk helemaal niet naar Nederland. Maar ik zou me schuldig voelen als ik niet zou gaan want je weet nooit wanneer de laatste keer is. En zeker omdat die stomme stempel op 'zie onderzijde' is gedrukt, gaan we ervan uit dat later nu eerder is. Daarbij ben ik natuurlijk ape-trots op mijn journalistiek klasgenoot vriendinnetje en dat ze het zo ver geschopt heeft, -het aan heeft gedurfd om iets af te maken waar eigenlijk geen tijd meer voor was. En over de spreekwoordelijke 'deadline' van het schrijvers wereldje is gegaan om haar doel te bereiken. Dus ik ga. Ik ga omdat ik haar wil steunen, omdat ik trots op haar ben, omdat er een dag zal zijn dat ik haar boek zal afstoffen in een oude Franse boekenkast en zal terug denken aan die energieke griet die ooit aan me vroeg: wil je mee naar New york? en letterlijk de volgende dag boekte. 
 
Maar ik ga ervan uit dat ik dan oud en rimpelig ben en er niet uit zie als een student, zoals vanmiddag bleek bij een vertraagde vlucht en twee tafelgenoten: 
'Oh, studeer je in Leeuwarden?' 
'Nee, mijnheer die leeftijd ben ik allang voorbij.' (Maar bedankt voor het compliment)
Ik hoop dat we beide grijze haren hebben en dat zij haar zoon 18 ziet worden en ik mijn hond 16. Een houdbaarheidsdatum is een illusie waar de farmaceutische industrie miljarden mee verdient.
Streep maar weg die cijfers, ik geloof er niet niet in. 'Als je dit leest, ben ik er nog' ga ik pas over 14 jaar lezen want dat betekend dat mijn vriendinnetje er nog is.
 
'Als je dit leest, ben ik er nog'
Door Jette Vonk
Nu in de boekenwinkels & online

Speurwerk vs Kattenknuffelen

Februari
 
Februari is een druilerigere maand. Het vriest niet echt. Er is geen sneeuw. Regen en harde wind zijn meer de sfeermakers deze weken. In de tuin kan niet worden gewerkt want er groeit nog steeds niet. Het is te nat om te maaien en te fris om ervan te genieten.
 
Ik struin het internet af naar tweedehands meubeltjes. Altijd wel een hobby geweest; oude meuk opknappen maar nooit echt genoeg tijd voor gehad om het een voltallige hobby te noemen. Daarbij haalde mijn vader de oude kastjes en tafeltjes weg bij het grofvuil. Gedumpt op de stoep door de vorige eigenaar. Voor de één troep, voor de ander een schat.
 
Ik heb inmiddels heel wat kastjes en tafeltjes onder handen gehad, dus vertel me niets over afbranden, vullen, schuren, verven en dat soort zaken. Sinds vorig jaar heb ik ook 'geleerd' hoe stoelen opnieuw te bekleden. Niet dat ik het 'kan' maar het is; dat ik het 'doe'. 
 
Mensen zetten hier niets bij het grofvuil maar gaan meteen door naar de 'detecherie' oftewel de milieustraat. Via het Franse marktplaats, Bon Coin, struin ik in de regio naar 'meubelement'. Mijn voorkeur gaat uit naar oude Lodewijk de 14de stoeltjes of Belgere stoelen maar die laatste zijn bijna onbetaalbaar. Als ik iets waardevols zie waarvan ik denk dat het een koopje is, schrijf ik een mail, vertaal het met Google translate, verontschuldig me voor mijn Frans en hoop op een bericht terug. Op deze wijze hebben we inmiddels een 'mediterienne' bank gescoord alsmede een oude kast met spiegeldeur. 
Heb ik voor het belachelijk bedrag van €50 een schitterend 'ligt de repos' (dagbed of  canapé) weten te bemachtigen en daarbij meteen een Pers van 2 bij 3 meter weten te onderhandelen voor een andere €50. Twee andere, vrij standaard Lodewijk de 14de stoeltjes haalde we weg bij een bovenwoning in Bergerac voor €35 per stuk. De dame in kwestie sprak gelukkig niet alleen Frans maar ook Engels. Zoals we inmiddels hebben ondervonden, spreekt elke Fransman Engels; zodra ze iets kunnen verkopen. 
 
Tot op de dag van vandaag denk ik dat sommige mensen ècht niet weten wat ze weggegeven. Opnieuw gestoffeerd en ontverfd zien de stoeltjes eruit zoals ze bij de Maison du Monde (de Franse versie van Rivièra Maison) staan geadverteerd. Voor een bedrag van €249 per stuk...
 
Een ideaal online stoffenwinkeltje heb ik nog niet kunnen vinden. Mijn stoffen bestaan dan ook uit beddengoed en linnen tafellakens die ik in de uitverkoop van Zara.com scoor. Werkt net zo goed, niemand die het ziet en prima kwaliteit. Met wat geduw, getrek, bloed, zweet en tranen staan er her en der door het huis verspreid 'zo goed als nieuw' meubeltjes waarvan ik elk oneffenheidje inmiddels ken. 
 
Met het toegenomen zelfvertrouwen op klusgebied, speur ik op pinterest hoe eigen bloembakken te maken. Er staat nog een oude aangevreten pallet in de schuur die ik met ingehouden agressie uit elkaar weet te hakken. Grote koevoet hamers en nijptangen komen er aan te pas om het bouwsel te ontleden naar losse planken en balken. Om deze vervolgens weer als hippe 'vintage' plantenbakken in elkaar te spijkeren.
 
Mijn speurtocht naar opknap-meubelen en goedkoop hout brengt me ook weer naar Angelo info, de Dordogne expat site waar we onze lieveling Pitou hebben opgeduikeld. Tussen de 'al weggegeven' en 'al verkocht' advertenties kom ik ook de volgende tegen: katten knuffelaars gezocht. Ik denk dat het een grap is en schrijf een bericht naar de adverteerder; is dit serieus? Zoeken jullie echt iemand om met katten te knuffelen? Als dit zo is, meld ik me graag aan.' Daags later krijg ik bericht van Sue een vrijwillig van dierenasiel in Bergerac. Ze wil me graag ontmoeten en rondleiden in het asiel. Er zijn vrijwillers die hokken schoonmaken, met honden lopen en nu zoeken ze ook vrijwilligers die met de katten willen knuffelen. We stappen een kamer in met 10 katten. De vorige maand zijn er wel 23 geadopteerd vandaar heden ten dagen de beperkte oplage. Ik laat me informeren; geen kattensnoepjes, niet van het ene kattenhok naar het kittenhok op één dag ivm overbrengen van ziekte of bacteriën. Ik begrijp het en betaal 20 euro om lid te worden. Mijn geld gaat rechtstreeks naar de bouw van het 2 miljoen kostende nieuwe complex. 
 
De katten hebben buitenlucht, warmte lampen, een overvloed aan mandjes met weldadige zachte kussens, bakken met harde brokjes en een dienblad met zacht voer. In principe ontbreekt het ze aan niets, behalve dan aan vrijheid. Tussen het klussen door kom ik dus wekelijks in het asiel om in het Hollands tegen de katten te praten en achter de oortjes te krabbelen. Het schijnt namelijk ook dat met katten knuffelen de bloeddruk verlaagt. En dat komt best weleens van pas als een kluswerkje niet geheel naar wens gaat..

Toos Werkeloos

Januari

Wie had gedacht dat ik in 2016 nog steeds niets zou uitvoeren. Zes jaar geleden rond deze tijd was ik nog een modelburger die maandelijks braaf de hypotheek betaalde en vroeg opstond om deze te gaan verdienen. Nu slaap ik uit tot tien omdat de hond naar buiten wil.

Het leven kent geen stress en geen moeten. We zijn eigen baas en bepalen de snelheid van opknappen van het huis en de kamers naar gelang de dag gestaag voorbij trekt. Voorbereidingen voor het fruitseizoen zijn al gedaan: boompjes gesnoeid en een nieuwe vriezer gekocht. Want naast het verhuren van kamers verdienen we wat wisselgeld met de huisgemaakte jam. Niet veel maar toch, alle beetjes helpen. We werken ook niet hard, dus verwacht ook niet dat er veel geld op de plank komt om over de balk te kunnen smijten. Maar dat maakt niet uit. Het is een andere manier van denken. Modern gezegd; een andere mindset. We hebben niet veel nodig want we hebben al zoveel (spullen dan).

 

Afgezien dat het dagelijks vakantie is en ik in mijn oude kloffie naar buiten kan lopen, mis ik het reizen wel. Het alleen op onderzoek gaan en het opsnuiven van andere geuren en culturen. Er staat nog zo veel op de lijst. Mijn hart kan stiekem een klein sprongetje maken als ik er aan denk om weer wereldvreemd in een oud aginebisch hostel aan te komen om vervolgens een cafe te zoeken voor een goede koffie en een plan te gaan maken. Klaar om de stad of  het gebied ' van mij' te maken. Camera om de nek en klikken - ademen - bewust zijn dat ik daar op dat ene plekje ben en hoe fortuinlijk ik ben. Nergens anders in de wereld willen zijn dan alleen op die plek waar ik dan sta en het uitzicht, de horizon, de wereld vanaf dat punt in me opneem.

 

Overdag dwalen mijn gedachten vele malen af naar een bezochte plek op aarde. Elke keer opnieuw ben ik daar, alleen. De wereld aan het bestuderen. Op een of andere manier hebben mijn hersenen onthouden welke inrichting bij welk hostel hoorde en in welke stad het stond. Welke mensen ik leerde kennen en wat voor conversaties we hadden. Mijn stokkende zuurstof toevoer als ik een adembenemend gezicht op een olifanten familie had of voor het eerst een luipaard of leeuw zag. En ik weet nog waar ik zat toen ik voor het eerst in het wild een giraf aan een boom zag knagen.

 

Dagdromen. Niet wat ik ga of wil zien maar echte beelden, terug geprojecteerd op mijn netvlies. Zoveel nog om te verwerken. Zoveel om nog proberen te begrijpen. Tot die tijd geniet ik van mijn landleven. In de zon, omringt door groen en hertjes. Met een beetje geluk doen we het heel goed dit jaar en kan ik allebei hebben: reizen en een landleven. Dat klinkt wel als een ideale combinatie.