Er was eens, hier ver ver vandaan...

12 oktober 2014 

In een land met kastelen en meren..

..een jongen en een meisje die vanuit een ander koninkrijk kwamen gereden. Na een lange rit van wel meer dan 12 uur kwamen ze aan bij een  oud stenen huis met een donkere houten deur. Op een geheime plek waar alleen de jongen van wist, lag een sleutel die precies in het slot paste. Ze opende de deur en ze kwamen binnen in een gang waar een donkere trap naar boven leidde. Het was al bijna middernacht en moe van de lange reis, wilde het meisje toch meteen op verkenning gaan. Ze verlichtte alle kamers in het huis en zwierde van de ene grote ruimte naar de andere. De jongen stond tevreden achter het huis over het landgoed te kijken wat door het maanlicht werd verlicht. Het was bronstijd voor de herten en aandachtig luisterde hij naar het geroep van het grote rode hert. De nieuwsgierigheid van het meisje was gestild en ze sloot zich geborgen tussen de armen van de jongenman. Samen keken ze uit op de vallei en volgden ze de wijze uilen die in het holst van de nacht hun terrein verkende. Een kleine traan rolde over de wang van het meisje. Het was te mooi om waar te zijn. .. En als iets te mooi is om waar te zijn… is dat ook meestal zo.. 

 

De dagen gingen voorbij en na lange nachten waren er lange dagen. Er werd gepoetst en geschrobd, er werd gemaaid en gesnoeid en er werd gedacht en gepraat. Er was eens die dag waar een uitstapje werd gemaakt naar het eeuwenoude Bergerac en er was de dag waar roze werd veranderd in beige.

De ouders van de jongen kwamen na eenzelfde lange reis op een middag aan en er werd gedronken en gegeten als koningen in Frankrijk. Er werd geproost en gepraat en er werd genoten van de wilde dieren in het bos. Er was ook eens die dag waar de hond in het zwembad viel en waar een muis uit hetzelfde bad werd gered. Er was ook die dag waar een bezoek werd gebracht aan de grotten van ‘’Gouffre de Proumeyssac” en de stad Sarlat. En er was die dag waar ze van Monseigneur Bernard en Madame Jaqueline een Armagnac met bubbels kregen, een dag waar de trekker begon te roken op het verste punt van het landgoed, de dag waar er om het haardvuur werd gepraat en de dag dat de hond bijna wist hoe die een haas ving.

 

De jongen en het meisje moesten verder. Ze trokken via kleine wegen, die langs fruit,- en wijngaarden leidde langs de immense burchtstad Carcassonne. Zo’n 255 kilometer voor Barcelona sloegen ze linksaf en waren ze bij de Mediterrane zee aangekomen. Na hevige regenbuien kwamen ze aan in het Maures gebergte waar ze bleven slapen in de herberg van vrienden. Daar was die dag met een een bezoek aan St. Tropez en  die dag met een wandeling naar de trollentoren bij Roche Blanche. Na een gezellige tijd met eten, drinken en veel geklets, vertrok het stel richting Nice, Cannes en Monaco om de grens naar Italië over te steken. Door het zwaarbewolkte Zwitserland werd er van tijd tot tijd door regen gereden maar kon er toch genoten worden van de uitzichten op de schitterende bergen. Bij Liechtenstein werd een pauze ingelast en ze werden door iedere voorbijganger bijzonder vriendelijk begroet. Vervolgens werd de grens naar het oude vorstendom van Oostenrijk over gegaan met het koningrijk van de jongen als einddoel.

Er was eens …dat idee... En er waren dagen rond het haardvuur, aan tafel met bier en wijn waar werd gepraat en gepraat en gepraat. Het idee kreeg vorm. De jongen en het meisje hadden elkaar leren kennen op een ‘Oddysee’’: een reis vol avonturen, tegenslagen, bittere kou, muiterij, brandende zon en ontdekkingstochten. Een nieuw avontuur samen..? dat klonk heel intressant.

Er was eens... in een land hier ver ver vandaan… een jongen en een meisje uit twee verschillende koninkrijken…