Maleisië 2011

Siem Reap - Kuala Lumpur, 29 oktober

Vandaag gaat de wekker weer op tijd. Wat de meeste die dit lezen, niet als uitzonderlijk zien. 05.30 uur is nog steeds iets, waar ik niet aan kan wennen. Aan vliegtuigen missen ook niet, dus douchen, spullen pakken, droog geroosterd toast met 'ranzige' boter naar binnen werken, koffie, tuc tuc, vliegveld, tas inchecken, even wachten, instappen en daar gaan we, richting Kuala Lumpur! In mijn eerste planning had ik 2 dagen overstap Kuala Lumpur zitten, zodat ik heel even de geur van de stad kon opsnuiven maar zeker net zo belangrijk: de Petronas Towers. In 1998 gebouwd en even het hoogste gebouw(en) van de wereld geweest, totdat in 2003 de Taipei 101, werd geopend. Hoe dan ook, het was een nekken-legger en ben blij dat ik via plan B, ze toch nog even mocht zien. In de middag zijn we een beetje door de stad gezworven en in de avond getuige geweest van de ontluiking van China town, tot een waar eetparadijs. Straten vol met restaurant en kraampjes, waar het eten live voor je wordt bereid. Als we buiten op 2 kleine houten krukjes aan een afzichtelijk plastic tafelkleedje zitten, komen de straat verkopers weer voorbij. 'Tida(k) bloom', is voor de meeste voldoende, (nee, nog niet) om te begrijpen dat er niets te halen valt. Al is het Maleis in sommige dingen hetzelfde als Behasa Indonesisch, ik wordt terecht, gecorrigeerd op bepaalde dingen. Het is echter even 'aanpassen' aan de andere cultuur(?) Manier van verkopen(?) Na 1 keer 'nee', zeggen, (en ik zeg het met een glimlach, zeker niet op een 'er-is-geen-speld-tussen-te-krijgen-bitchen-manier) gaan ze ook verder. Heel raar.
Ik kan best wel zeggen dat ik een beetje 'cultuur shock' heb. Maar dan andersom... De meeste hebben moeite om te zien dat Azie anders of armer is. De dingen zijn wel hetzelfde maar... anders. Van rijk naar arm blijft toch een moeilijker iets, dan visa versa.
Het stadse, dringt tot me door. Er is een KFC (zouden ze moeten afschaffen), op elke straat hoek een Mac. Er zijn bijna geen brommertjes en over het nul fietsen beleid maar te zwijgen. Geen tuc tuc maar een 'teksi' met airco. De mensen zijn dik, hebben puisten van het vette eten en dragen teveel make up (helaas is de regel; je moet je opmaken alsof het natuurlijk is, hier nog niet doorgedrongen) De dames zijn tè uitdagend gekleed, lopen op te hoge  hakken en lijken allen hun geld te verdienen in een 'happy end'. Geen kenbaar makende knikjes en een glimlach. Geen plattelandse vriendelijkheid waar ze nog opkijken van een een blanke. Ik moet er nog even aan wennen.

Kuala Lumpur - Cameron Highlands, 30 oktober

De cultuur shock is nog niet over. 'Wat is er gebeurt met het fruit ontbijt?' 'Cornflakes met lauwe melk? Jak. 'Zelf pakken?' 'Waar zijn de lieve ochtend mensjes.' 'Koffiemelkpoeder inplaats van echte melk?' Vindt ik heel lekker hoor, maar lang niet gezien. 'Strak asfalt, echt nergens een gat in de weg? Misschien ergens een heel kleintje dan? Als je het met het minimale moet doen, omdat er gewoonweg niets anders is, dan wen je daar gek genoeg heel snel aan. Je hebt ook veel minder last van het 'Westerse syndroom': Ik wil meer, meer, meer. Het moet: beter, groter, sneller, mooier.
Nee, de rustige pas in een minder ontwikkeld land was prima.
We hebben dan ook besloten om de grote boze stad achter ons te laten en ons onder te dompelen in de thee plantages van de koele hooglanden. (Die hippe-kip-clubs, lounge barren, Honululu bar en sky terrases komen wel weer een keer. Misschien. Ooit)
Via de mono-rail vinden we onze weg naar het busstation. Vriendjes politiek personen leiden ons naar te dure busmaatschappijen. Goed ingelezen en inmiddels door de wol geverfd, vinden we goedkopere tickets en zitten we 4 minuten later in een PBR bus. (prima been ruimte). Een Duitse begint tegen me te praten. Een duidelijk gevalletje van, 'Ik weet niet waar ik aan begonnen ben.' Ze laat vooral blijken dat haar werk heel hectisch is geweest en ze echt wil bijslapen. (Doe dat dan ook, houdt je mond en laat me met rust) Volgens mij heeft ze totaal geen notie hoe het land in elkaar zit en wil maar al te graag contacten leggen. (Reizen in je eentje is ook héél eng.. Not) Als we een stop met de bus maken, staan er weer verse vruchtjes voor de grijp, wordt er pisang goreng gebakken en liggen er allemaal tropische snackjes in de schappen. Het toilet bezoek is als vanouds; een latrine. Deze is in vergelijking met andere, prima en best wel schoon. De Duitse loopt totaal in paniek van de ene deur naar de andere en moet zeker gedacht hebben: 'Waar zijn de echte toiletten, weet je die, waar je op kan zitten? Help!' Maar ja, hoge nood, besluit ze het er toch maar op te wagen. Ze komt daarna uit het hokje gestormd en staat met haar handjes in de lucht te wapperen. 'Oh, dit moet ik even verwerken.., laat me maar even.' Oké?!, die mag dus écht niet bij ons clubje! Rare..
Aangekomen in Tanah Rata, lijkt het meer of we in Oostenrijk terecht zijn gekomen dan in de Maleisische hooglanden. De gebouwen zijn voorzien met het bekende donkere houten skelet aan de buitenkant en er tussenin is alles wit gestuukt. Het vergezicht is echter een uitgestrekte vallei met bergen en jungles met palmen, dus het doet allerminst vermoeden dat je in Europa bent.

Tanah Rata, Cameron Higlands, 31 oktober
 
Frips aan de bips, hier in de Cameron Highlands.
In de avond schommelt de temperatuur rond de 20 graden. Nu begrijp ik dat sommige hier van zouden gaan watertanden maar als je al een tijdje in de 35 graden je vocht niveau op orde probeert te houden, is het toch een beetje.. koel. De 4-seizoenen-tas wordt uitgegraven voor een trui ergens op de bodem en de lange sokken worden even opgerekt voor gebruik. We gaan voor een ontbijt in de stad omdat de keuken van het guesthouse op maandag gesloten is... In het stadje moeten we even wennen aan de gezichten van de mensen. Geen typisch Aziaten hier. Ik kom ook helemaal terug op de gedachten dat alle Aziaten er hetzelfde uitzien. Afgezien van het zwarte haar en de donkere ogen, zijn er duidelijk verschillende rassen in dit wereld gedeelte te onderscheiden. Hier zijn bijvoorbeeld heel veel Indiase en Birmese invloeden. De mensen zijn een stuk donkerder en lijken meer op onze Darwinistische voorvaderen uit Afrika.
We hebben geen populaire trekking geboekt en gaan zelf lekker op onderzoek uit. We gaan een waterval bekijken, lopen door de jungle en check check, op de bloedzuigers. De lucht is koel en schoon. Het uitzicht is groener dan groen en het water in de rivier naast ons, stroomt met een rap tempo voorbij. Terug in de bewoonde wereld schuilen we in een botanicus tuin cq kinderpark voor de regen. We willen nog een wandeling maken naar de Parkit watervallen maar het pad is zo modderig dat we die maar even overslaan. We komen een lokale inwoner tegen, die ons graag even op de foto wil zetten en een vreemdsoortige Engelsman die wat tegen ons brabbelt. Ons standpunt jegens rare mensen is nog niet verandert, dus ook hij wordt niet toe gelaten tot ons genootschap. Bij de plaatselijke winkeltjes pluizen we de schappen uit, op zoek naar lands eigen lekkernijen en lopen de 72 traptreden weer op naar ons guesthouse. Hier vormen of veranderen moet ik zeggen, de plannen voor de aankomende dagen.

Tanah Rata, Cameron  Highlands, Georgetown, Penang (Unesco), 1 november
 
Vandaag hebben we een dagtour geboekt, om de verschillende bezienswaardigheden in het rijke hoogland met eigen ogen te zien.
We beginnen met een tempel bezoek. Nog nooit zo'n monsterlijk exemplaar gezien. We zijn dan ook een beetje verwend met de Angkor Wat. Deze zou echt nooit op mijn lijstje 'graag nog eens zien' komen. Foeilelijke schilderijen van neo-LCD-gebruikers-kunst hangen aan de wanden. De ene boeddha nog afzichtelijker ingekleurd dan de andere. Het is bijna een belediging. We maken een wandeling door een rozen/bloemenkwekerij. Het lijkt ons vooraf niet echt bijzonder maar als ik bijna aan de hand van een medewerker wordt meegenomen voor een privé tour en Wendy zich snel bij mij voegt, worden we getrakteerd op vers geplukte blackberry's, roseberry's en frambozen. Ik krijg een handkusje, als ik de brave Hendrik bedank met mijn 'tharima kasih banjak' (heel erg bedankt). Dat was even boven de verwachting. De mooie bloemen en het uitzicht over de vallei dan, niet het handkusje. We gaan bij een aardbeien boerderij kijken. Proeven een verse aardbeien shake, jammie jammie. Krijgen een mini excursie op het landgoed van Bole thee en vergapen ons aan het landschap van theestruiken. Wederom een perfect gemanicuurd landschap in het dal met de felste kleuren groen (van de verse blaadjes). De één na laatste stop brengen we door in een vlindertuin waar de nationale vlinder van Maleisië prominent aanwezig. Zowel in kwantiteit als in grote van de vlinder zelf. Er zijn ook wat hoge aaibaarheids factor diertjes aanwezig, in de vorm van een paar angora konijnen en een paar chipmunks. Mijn 'dieren' taal leidt een automatisch leven als ik ze in de smiezen krijg. Een tarentula, deze valt absoluut niet onder de noemer hoge-aaibaarheidsfactor(!), wat schorpioenen en een groot aantal slangen (gatver), doen weer wat af aan mijn enthousiasme. De laatste stop is bij een bijenkorf landschap. Niet echt bijzonder, dus we gaan maar even voor Wendy wat vruchtjes scoren op de naast gelegen markt. We worden eerder terug geroepen van de tour, aangezien de bus van Wendy, die vandaag richting Malacca reist, vervroegd de hooglanden zal verlaten. Onze wegen scheiden hier dus weer. Ik trek verder naar het noorden en zij ontvlucht het aankomende regenseizoen en gaat richting Indonesië. Om 2 uur staat ook mijn busje klaar en hang ik 2 uur later bijna kotsend over de leuning van mijn stoel, door het fanatieke rijgedrag van onze chauffeur in bergen. Aangekomen in Georgetown, op het eiland Penang ten noord westen van Maleisië, raak ik aan de praat met een Japanner die al jaren in Thailand woont maar nu 'even' is gevlucht naar Maleisië. We gaan samen eten bij een Indiaas restaurant, dat gerund wordt door mensen uit Bangladesh. We hebben het over cultuur verschillen, over de na-zorgen van de tsunami, walvissen jacht (die moest ik er natuurlijk even tussendoor gooien), globalisering en kapitalisme. Hij is goed ingelezen in de wereld politiek en heeft veel kennis over Aziatische landen. Om 11 uur ga ik terug naar mijn 'cel'. Een hok van 6 vierkant meter met een bed, een plastic krukje, een ventilator en een raampje van 30 bij 30 die uitkijkt op de gang. Geen daglicht, alleen een ferme tl- balk die zijn koude licht over de kamer schijnt, zonder ook maar ergens een schaduw achter te laten.

Georgetown, Penang (Unesco), 2 november
 
In de morgen besluit ik mijn tas over te plaatsen naar het Reggae Penang hostel, waar ik een ontbijtje heb geregeld. Dit is een soort accommodatie waarvan ik zou wensen dat ik hier overal in terecht zou komen. Terrasje buiten, lounge bank binnen, barretje, vriendelijk perfect Engels sprekend personeel en een bedje zo aanlokkelijk als een Auping matrasje. Ja, je kan het meisje wel uit de luxe halen maar de luxe niet uit het meisje, is gebleken. Het interieur is strak zonder kil of uitdrukkingsloos te zijn. Ik maak een praatje met een oudere medewerker van het hotel. Er ontbreken enkele tanden van zijn gebit en mede daardoor moet ik bijna letterlijk met gespitste oren naar zijn soms onverstaanbare Engels luisteren. Hij is echter zo vriendelijk, om me in de stad (in zijn vrije uurtjes) rond te leiden en laat me de bekenste gebouwen zien. Queenstown is bijzonder multicultureel dus we lopen van een tempel, langs een moskee naar een kerk. Er zijn van oudsher veel Chinese invloeden en het Mandarijn is een 2de taal die je hier kan spreken. In ben wat minder geoefend in dit dialect en kom niet verder dan, 'goedemorgen' en 'hallo meester'. Naast het binnen gelopen te zijn van enkele tempels, breng ik als brave 'westerse' burger ook maar een bezoekje aan de oudste kerk van Maleisië, de St. George Church. De stad heeft een gemengde Aziatische met koloniale sfeer en ademt echt het woord 'Orient' uit. De koloniale huizen zijn schitterend. Veel grote gebouwen zijn in Franse stijl opgetrokken en verder valt er een Engelse en enigzins Griekse oudheid stijl (toen ze nog geld hadden) te onderscheiden. We sloffen over een lange steiger (de Jettys) waar oude houten huisjes aan zijn gebouwd en we stoppen bij een Chinese markt waar ik 2 vruchten shakes en een bordje met 'iets' krijg voorgeschoteld. Het bordje iets is (uiteraard) vegemetarisch maar ik vertrouw het niet helemaal. Charlie, zoals mijn Maleisische gids heet, besteld buiten bij een kraampje wat anders voor me. Het zijn blokjes van fijngemalen rijstebloem en daar wordt een goeie lepel sambal en soja doorheen geroerd, wat taugé erbij en klaar. Heel simpel maar wel lekker. De man van het kraampje komt bij ons aan tafel zitten en verteld over zijn omzwervingen door Azie, zijn gezinnetje en het feit dat zijn kinderen niet de hele dag achter de pc of voor de tv mogen zitten maar buiten moeten gaan spelen. Waar heb ik dat eerder gehoord..?
In de avond ben ik te vinden in een lokale 'foodcourt' met mijn Duitse kamergenootje. Gelukkig voor ons begint het karaoke, wat hebben die mensen daar toch mee?, later op de avond. Charlie staat me op te wachten en neemt me mee naar hotel Bayview waar op de bovenste verdieping één van de beste uitzichten over de stad te zien is. In 360 graden, want het zitgedeelte draait rond. Nog even een blik in de onbereikbare wereld, het Oriënt hotel. Mooi zwembadje hoor, zo lekker aan de zee met palmen en relaxte ligstoelen. Op de terugweg naar het hostel komen we een blanke, monnik tegen. Nu kijk je in Azië na een tijdje al helemaal niet meer op van de monniken in hun oranje gewaden en kaal geschoren koppies maar een 'witte' blijft toch een vreemde eend in de bijt. Hij zegt me met een knik vriendelijk gedag en vraagt op zijn Amerikaans hoe het met me gaat. Ik zeg goed en vraag hoe het met hem gaat. Ook goed. Gelukkig. Hij bedankt me voor de wedervraag en mijn interesse. We komen nader tot elkaar en maken een praatje. Reuze interessant. Charlie wil niet meer wachten en vraagt of ik de weg naar huis weet en vertrekt. Broeder Mark en ik nemen plaats op een stoepje, met een open stromend verlaagd watertje ervoor. We worden soms lastig gevallen of ik moet eigenlijk zeggen, onderbroken, door nieuwsgierige mensen. Die net als ik, een blanke monnik niet tot het standaard straatbeeld rekenen. Ik heb zoveel vragen en hij heeft gelukkig evenveel antwoorden. Na 2 uur kletsen nemen we afscheid. Mochten we elkaar nog een keer treffen, dan hebben we nog genoeg stof om over te praten maar graag die keer, met voorkeur, niet boven een open riool.
 
Georgetown- Batu Ferringi - Georgetown, 3 november
 
Even een kleurtje opdoen. Ik ga met het openbaar vervoer naar Batu Ferringi.  Georgetown heeft wel een strand, of eerlijk gezegd meerdere, maar met Butterworth, een industriestad op het vasteland, is zwemmen niet echt aanbevolen. Tenzij je graag licht geeft in het donker. Kan handig zijn als je tussen de stroom van het verkeer aan de andere kant van de weg probeert te komen. Aangekomen in de lange straat die paralel loopt aan het strand, heeft  het dorp meer weg van Saudi Arabië dan een Aziatisch land.
Ik lig even later in mijn bijna misdadige mini bikini op een strandbedje terwijl er hordes vrouwen in zwarte burka's voorbij komen zweven. De mannen zijn hip en westers gekleed. Hoedje, voetbal polotje, korte broek, kindertjes aan de arm die niet zouden misstaan in het tijdschrift 'Ouders'. Waarom, vraag ik mezelf dan af? Waarom dragen die vrouwen van top tot teen zo'n zwart gewaad? Het is me inmiddels wel duidelijk geworden dat veel Aziatische vrouwen een hoedje, een mondkapje of doekje, lange mouwen en teenslippersokken (leuk woord voor galgje) dragen. Ze willen niet donkerder worden. Je kan hier ook bijna geen normale dagcrème kopen want in elke dagcreme zit 'whitener'. Ja, inderdaad zoals wij de tandpasta kopen. Wit staat voor hun gelijk aan een hogere status. 'Witte' mensen hebben namelijk meer geld omdat ze binnen zitten om te werken. Kantoor banen verdienen nog altijd meer dan de job als straatverkoper of als boer. En wij maar op dat strand bakken. Want voor ons staat bruin zijn, gelijk aan het idee dat je geld hebt. Geld om op wintersport te gaan, (aub zonder imprint van een bril op je hoofd, doet me altijd aan die vooraf geïnformeerde Nina Brink denken) om naar een warm land te gaan en geld om vrije tijd 'te kopen'. En of je dat nu verdeelt over een zonnebank kuur, werken tussen de hortensia's en de buxes op je eigen landgoed of een weekend Ibiza, bruin betekend dat je in de luxe positie bent om tijd voor jezelf te creëren.
Zonneallergie of indoctrinatie van de echtgenoot? Ik weet het niet. Geld en plezier hebben ze iniedergeval. De hoofdoekjes komen langs gevlogen in de trapeze van de parachute die achter de speedboot hangt. Een continue zweem van benzine dampen vervullen mijn neus, als er weer een jetski voorbij komt gescheurd en mijn rust verstoord. Samenscholing met giebelende vrouwen en dure handtassen. Verder hebben ze geen enkel herkenningspunt want zwart blijft zwart. Een beetje voor pampus lig ik in de schaduw van mijn parasol te tukken. Met een half oog wakend of iemand naar me toe komt gelopen en me een bedrag berekend voor de in gebruikname van het bed. Er komt echter niemand. Het strand is afgezien van een enkele toerist en half Abu Dabi, leeg. Om half 5, vaste prik, vormen de wolken zich weer samen en maken zich op voor het dagelijkse ritueel, regen met onweer en wind. Net op tijd zit ik weer in de bus terug en sla het dagelijks leven gade, waar het leven even stopt als de wolken zich ontladen.

Georgetown - Batu Ferringi, 4 november

Ik wou dat ik mezelf schrijver kon noemen. Ik zit aan de avond bar, in een 4-sterren hotel aan het strand. Mijn colaatje kost net zoveel als 2 drankjes en een Indiase naan op de Aziatische voedselmarkt, waar ik zojuist geweest ben. Ik spreek met een Engels echtpaar waar ik de internet code van ontfutseld heb. Ze vragen wat voor werk ik doe. Een vraag die me al zeker 50 keer gevraagd is het afgelopen jaar. Ik moet altijd een glimlach onderdrukken als ik probeer uit te leggen, dat ik die niet heb. Wat zal er in die hoofdjes die luttele seconden omgaan, bedrijf verkocht? loterij gewonnen? rijke man? (zal de volgende keer meteen checken of ze naar een ring om mijn vinger zoeken) voordat ik ze vertel dat ik even alles heb achtergelaten om te reizen. De meeste zullen ook wel denken dat ik flink heb gespaard. (huhuhu, yeh right, net of dát in mijn vocabulaire zit) Toch zou ik graag zeggen dat ik een beroep had en dan volmondig zeggen dat ik nekhaar-rijzende thrillers schrijf of een (betaald) reisblog heb waar culinaire (vegetarische) hoogstandjes uit alle windstreken in worden beschreven. Dat ik met sfeer bepalende woorden, een toekomstige gast naar een eiland of naar een boutique hotel weet te lokken, door de juiste snaren van de literaire kunst weet te beroeren. Al formuleren er zich soms fantastische zinnen in mijn hoofd, ik ben nog steeds geen pro, die met een blocnote onder de arm en het potlood achter het oor, de letterkunde onder de knie heeft en zichzelf auteur mag noemen. Terug naar de orde van de dag: Nadat ik vanmorgen bij het ontbijt het gebrabbel van Charlie weer aan moest horen, blijft zo fijn die mensen in de morgen tegen me praten, ben ik op zoek gegaan naar een vervoersdocument om Thailand in te komen. Luckie, de scooter verhuurder van het guesthouse, met een verwildert paardestaartje en ooit ergens in is blijven hangen, roept me bij zich. Hij weet een goedkoper adres. 'Spring maar achter op scooter,' zegt hij. Hij tovert een extra helm tevoorschijn en ik bevestig de rode pot op mijn hoofd. We zoeven door de straten op weg naar zijn speciale adresje. Kaartje geregeld, nog even met de borrelmensen van gisteravond gesproken en dan is het tijd om mijn bus weer naar Batu Ferringi te nemen. Batu is meer voor de crème de la crème en staat dan ook bol van de resorts en duurdere hotels. Er zijn enkele goedkopere versies en daar ben ik dan natuurlijk te vinden. Nog even onderhandelen over de prijs en ik neem mijn intrek in een 2 persoonskamer met airco en blower. Afgezien van kranten en af en toe een magazine, lees ik niet zoveel. Sommige mensen verslinden boeken zoals ik dat met sunday ice creams zou kunnen doen. Maar op reis heb ik daar al helemaal geen behoefte aan. Waarom zou je een boek in de bus lezen als de wereld aan je voorbij trekt? Daar reis je toch voor, voor de uitzichten? Anyways, ik heb een boek gevonden en ben daar aan verslaafd. Zolang de verslaving duurt, want eenmaal als een pitbull mijn tanden in het papier gezet te hebben, is het bijna een race tegen de klok om het uit te lezen. Verslinden doe ik het. Binnen 24 uur is het dan ook uit. Het gaat mee naar het strand, terug naar de kamer. Ik ben helaas zo dom geweest om niet te checken waar de moskeeën zijn gebouwd. That sucks, want er staat er één recht in de achtertuin. Na een half uur lang die klaagzang over allah weer te hebben aangehoord, terug naar het strand. Wordt ik weer aangevallen door zandvlooien. Mijn benen zien er al uit als oorlogsveteraan die gewond is geraakt bij een muskieten explosief. Meer bewijs heb ik ècht niet nodig. Andere plek gevonden waar ik tijdens het lezen door, de schitterende zonsondergang zie, die voorzichtig vanonder het wolkendek uitkomt en haar gouden gloed over het strand werpt. Zo snel als het licht zich laat weerkaatsen in de dagelijkse namiddagse regen, - en donderwolken, verdwijnt het langzaam tussen 2 bergtoppen. De ontknoping nadert. Mijn staafjes en kegeltjes werken prima door al mijn konijnenvoer, maar heb nu echt meer licht nodig om mijn crime zaak opgelost te zien worden en ga terug naar mijn kamer. Mohamed staat nog steeds door de megafoon zijn jank verhaal af te steken. Gebiologeerd door de plot wendingen, humor en spanning in het boek, weet ik de Koran verzen te negeren. Wat zou het toch mooi zijn als je jezelf schrijver zou kunnen noemen.
 
Batu Ferringi, 5 november

En wat ik al vreesde met groze vrezen, Mohammed begint weer te huilen om 04.30 uur in de morgen. Ik kan niet geloven dat de god- vrezende mens met hun ellebogen leunend op de vensterbank, hun hoofd ondersteund uit het raam gaan hangen om de serenade aan te horen. Misschien heb ik het mis. Heb eerlijk gezegd ook niet zo heel veel kennis van de islam. Misschien geldt hier ook; onbekend maakt onbemind, om maar even met een Hollandse uitdrukking te strooien. Ik ruil mijn boek om in het resort waar ik graag ben en neem plaats op een van de strandstoelen. Ik word al enige tijd gestoord door een piepend geluid. Er vanuit gaande dat het om ongesmeerde wieltjes van een buffetwagentje gaat, besteed ik er geen aandacht meer aan. Op een gegeven moment verplaats het geluid zich boven mij. Geen horeca attributen dus. Blijkt er een hele Makaken familie met kinderen van boom naar boom te slingeren. Heb nog nooit met een stel apen op het strand gelegen, althans geen echte apen. Het strand hotel wordt mede gerund door een Nederlandse jongeman en laat ik die nou net kennen. Ik kan ongeneerd als plep tussen de meerder bedeelde lopen. Donald komt in de middag even bij me zitten en we kletsen wat bij. Heb hem vorig jaar bij de finale van de WK op het kanaalbootje van Christiaan (Ho Ch Minh City) in Amsterdam voor het laatste gezien. Uiteraard ken ik het gevoel om op alle afdelingen van een hotel te lopen dus aan inzicht in zijn werk geen gebrek. Druk druk druk. Als zijn dienst in de avond is afgelopen meld ik me (een uur te laat, oeps) voor ons avondje uit. Hij laat zijn privé taxi voor rijden en we gaan, terug naar Georgetown. Hij heeft met vrienden afgesproken in een club wat een mix is tussen een bierbrouwerij en een lounge tent. Ik ben de enige blanke/blonde dame. Afgezien van een hele grote meneer die naast een frunnikje van een meisje zit, is Donald de enige blanke jongeman. We worden vriendelijk onthaald door een vriendin. Ze pakt meteen mijn hand en loodst ons naar binnen. We komen aan bij een volle tafel van wel 10 Aziaten. Ik wuif mijn handje en roep de universele 'hallo'. Iedereen antwoord terug. We gaan daarna nog bij een live band kijken en eindigen de avond op een soort markt met terrasjes. Voor het entertainment is er nog een kleine vechtpartij. Tussen 3 en half 4 stap ik mijn betonnen kamertje weer in. Niks 4 sterren uitstraling hier.

Penang, Maleisië - Thailand, 6 november

Na mijn flater van gisteravond, noem het fashionable late of dom weg 'vertrouwen' op een nep Cartier, ben ik rond 12 uur, de ècht afgesproken tijd in het resort. Donald en ik maken nog even een praatje en maken de afspraak dat we volgend jaar Hong Kong maar als party plek moeten nemen. Ingestapt in een overvolle bus, het is een speciale vakantiedag vandaag, zwaai ik het reserve Abu Dabi uit. In Georgetown aangekomen, loop ik bepakt en bezakt weer door de straten heen en hoor plots mijn naam. Het zijn mijn vriendinnetjes uit Utrecht/Vianen, die ik voor het laatst in Pakse, Laos heb gezien. Ik schuif even bij voor een ontbijtje-lunch en we kletsen wat bij. Als het goed is tot over een paar dagen in Thailand.
Om kwart over 4 worden ik en de andere wachtende eindelijk opgehaald door ons busje. Deze chauffeur heeft volgens mij ook weer niet op rechtmatige wijze zijn rijbewijs gehaald en drukt het gas in en laat deze vervolgens weer los alsof hij het voetenwerk van pianospelen beheerst. Voor de grens maken we een stop en moet ik mijn paspoort afgeven. Vraagteken. Waarom? Ik krijg geen antwoord, moet gewoon mijn paspoort inleveren en kan er op wachten. Er wordt een bezoekers briefje ingedaan en ik krijg alles weer terug. De chauffeur: 'ten Bhat'. 'For What?' vraag ik. 'Ten Bhat'. 'Ja, dat had ik de eerste keer ook al begrepen maar waarvoor?' Hij komt met een geplastificeerd briefje terug waarop staat dat buiten kantoor tijden, en dat is hier na 4 uur, je extra moet betalen. 'Dit kan mijn neefje ook typen', zeg ik tegen de man, niet van mijn stuk gebracht over nieuwe oplichting praktijken. 'Ik heb al extra voor een middagkaartje betaald en dan moet je achteraf niet aankomen dat ik nog eens moet gaan betalen. Daarbij heb ik geen geld meer, dus zal eerst langs een ATM moeten.'Ten Bhat', jammert hij weer. Ik maak een geldwrijvend gebaar met mijn vingers en schut nee. 'No money', zeg ik. Hij krijgt ook niets meer en daarmee is onze 'vriendschap' verzegeld.
Aangekomen in één of ander dorpje, worden we bij een ander ticket bureau afgezet. Het is in de avond, donker, ik heb geen idee waar ik ben en of ze me geen loer proberen te draaien. Maar soms moet je je maar mee laten voeren als een mak schaap (of als een lam naar de slachtbank), anders kom je niet van a naar b. Ik vraag mijn ticket terug omdat ik betaald heb voor deze busrit, de opvolgende en de Ferry naar het eiland. Zonder ticket kan ik niet bewijzen dat ik alles heb betaald. Ik krijg mijn ticket niet terug en inmiddels heb ik de chauffeur, waar hij waarschijnlijk het beste uitzicht heeft, op de kast.
Ik wil mijn ticket terug en heb bijna slaande ruzie. (Als je zo graag in de toeristen branche werkt, leer dan Engels spreken) Als laatste steek ik nog even mijn middelvinger op. ..Heb graag het laatste woord.. Ik loop het andere ticket centrum in, waar een poppetje al heel gretig een ander briefje voor me uitschrijft. En dat we elkaar maar begrijpen..
Ik ga een rondje lopen met een dame die bij me in de bus zat. Ze komt uit Siberië en is het type van middenscheiding hippyhaar en een mierzoete blokjes jurk uit de laat 70'er jaren. Ze gaat naar een Shamanistische bijeenkomst op het eiland. Lijkt me ook super interessant maar heb nu eenmaal al andere afspraken en zou me toch eerst weer een beetje in willen lezen voordat ik deze 'zweverige' wereld bestijg.
 
 

Maak jouw eigen website met JouwWeb