Singapore & Bali
30 jan, Ubud – Kenderan
Voor vandaag hebben we een afspraak ingepland met David. Een oude en goede vriend van Wulf zijn vader. Zij kennen elkaar sinds ze samen studeerde in Parijs en hebben nu, jaren later nog steeds goed contact met elkaar. David woont samen met zijn vrouw Made (betekend kind nummer 2) in de buurt van Ubud en hebben een kleine bungalow op hun terrein wat ze graag te huur willen zetten op Airbnb. We zijn aanbevolen door Wulf zijn vader en hebben gisteren dan ook een afspraak voor vandaag vastgelegd. Om 10 staat er al een auto op de oprit van Padma hotel. Een Indonesische man komt naar ons toe en zegt dat hij ons op komt halen. Ik was in de veronderstelling dat David ons zelf kwam ophalen maar hier in Azië werkt het soms toch een stuk anders. Hier hebben veel buitenlanders toch vaak een huishoudelijke hulp voor elke dag, een chauffeur en een tuinman. Helemaal niets mis mee want het zorgt allemaal voor banen en gevulde buikjes. Nu blijkt alleen dat onze chauffeur niet zomaar de chauffeur is maar de zwager van David. We zijn dus in extra goede handen.
Na een rit van 20 minuten door kleine kampongs (dorpjes), rijstvelden, slechte smalle wegen en een soort van bouwterrein waar eerst hutjes voor de bouwvakkers worden gemaakt (die vervolgens een naastgelegen hotel gaan bouwen) komen we aan bij een houten poort. Het huis van David en Made is zo’n 25 jaar geleden gebouwd door twee Italiaanse architecten. Op Davids verzoek is het huis in Bauhaus style gebouwd wat hier in de jungle van Ubud uitstekend op zijn plek is. Het huis staat zelfs is een speciaal uitgegeven boek over ‘villa’s in Bali’.
Het staat beschreven als: ‘In de schoot van tropische luxe. In de groene jungle van het dorpje Kenderan bij Ubud en gezeten op een steile helling. Dit huis is ontworpen uit de luxe natuurlijke omgeving om de dienen als een privé retraite. De GM architecten, bij wie ook opviel hoe ongelofelijk mooi de omgeving was, waar onder andere de uitkijk op de jungle en het ravijn met stromende rivier onder viel. En niet te vergeten de naastgelegen zeer oude Balinese tempel, Besloten om het geheel op te nemen en te kiezen voor een bouw die op zou gaan in de plaatselijke schoonheid.’
En dan volgen er nog 4 pagina’s met text en foto’s. Het is inderdaad een mooi huis met veel teak. En een groot huis wat niet opvalt omdat alles op de begane grond is en deels in de grond ligt. Er zijn grote raampartijen om je 1 te voelen met de natuur en het groen om je heen. En de infiniti pool strekt zich lang uit totdat het bijna strekt tot de volgende palmboom aan de andere kant van het overgroeide ravijn. Regelmatig komen er aapjes (vriendelijke) op bezoek. Vooral als de offertjes worden weggezet waarin altijd wat eten te vinden valt. We krijgen een rondleiding door het huis en door de naastgelegen bungelow. David en Made willen dit verhuren als idee voor een pensioen plan en wij dus ‘ingevlogen’ om ze te helpen.
Niet veel later zitten we aan eettafel (in Bauhaus style met bijpassende stoelen. Die verdomd veel weg hebben van de stoelen waar ik de eerste 12 jaar van mijn leven heb opgezeten) te werken en vertellen we David die op Fontainebleau heeft gezeten hoe hij het best zijn product op de markt kan zetten… David is bijzonder spraakzaam en verteld zonder blikken of blozen over zijn stoute verleden en zijn liefde voor vrouwen. Afgezien van dat hij op 76 jarige leeftijd nog steeds een enorme charmeur is, doet hij ook veel goeds. Zo is hij vrijwilliger bij de bloedbank op Bali. Aangezien blanke mensen en de mensen van Bali niet dezelfde bloedgroep hebben, is er bijna altijd een tekort aan bloed voor de toerist. Mochten ze dit nodig hebben. Na een scooter ongeluk.. om maar een voorbeeld te noemen. Hij zet zich in om via hotels de toerist hiervan te informeren en te vragen of de ‘witte mens’ bloed wil geven.
Daarnaast is hij vrijwilliger bij de Temesi recycling non-profit organisatie. Een project waar 90% van het ingekomen (huis)afval wordt gerecycled tot aerobic compost. In plaats van dat 100% naar de landfill gaat (afval wordt hier letterlijk in een gat in de grond gestopt. Zelfs op het strand..) Super interessant en het sluit perfect aan bij de golf van nieuw denken wat hier op het eiland heerst. Ik bestudeer het foldertje en daar staat met een kopje “de kinderen op locatie”. Iedere andere blanke zou meteen gillen: Nee! Kinderarbeid! Boycotten! Maar aangezien ik soms voor kinderarbeid ben, (ja, echt) lees ik geïnteresseerd waarom ze hier een stuk tekst aan wijden. Voor al de mensen die altijd tegen kinderarbeid zijn en denken dat het allemaal de schuld is van de Westerse wereld, lees dit: ‘Het Temesi kompost project heeft meerdere keren geprobeerd om de kinderen te weren van het afvalscheidingterrein. De ouders van deze kinderen zijn immigranten van Java en hebben niet veel geld. Daarom is de ouders aangeboden om hun kinderen (betaald) naar een Moslim school in de buurt te laten gaan. Er is ook geprobeerd om de kinderen bij een crèche onder te brengen in het schone - Environmental Park -. Helaas waren de ouders niet geïnteresseerd in deze oplossingen want ze willen hun kinderen dicht bij hun hebben.’ Dus wereldverbeteraars, hier een antwoord op dit dilemma. Als je het rechtvaardiger vind om kinderen bij hun ouders weg te trekken omdat jij denkt dat het beter is voor het kind, dan ben je in mijn ogen niet veel beter dan een missionaris die zijn geloof koste wat het kost aan een ander wil opdringen..
Na een ochtend en middag gewerkt te hebben worden we rond een uur of 3 weer bij Padma hotel afgezet. In de avond komt David ons weer ophalen om met z’n drieën wat te gaan eten. In de ‘pauze’ die we hebben, kiezen we ervoor om de rijstvelden van Ubud te gaan ontdekken. Nou eerlijk gezegd, gaan we niet direct voor die rijstvelden als wel voor een aanbevolen cafeetje wat in het midden van die rijstvelden ligt. Om bij Sweet Orange Warung te komen nemen we een scherpe bocht naar rechts op de drukke hoofdstraat van Ubud wat ons onmiddellijk in een klein slopje tussen hoge muren brengt. Via Google maps (waar zouden we zijn zonder) op het schermpje van mijn telefoon lopen we over een smal grond pad waar af en toe wat stap stenen liggen. Rechts naast ons is een hele steile helling naar beneden wat leidt naar een rivier. Een gedeelte van het pad is wegslagen, waarschijnlijk door de regen en twee houten planken liggen over de ontbrekende grond. Is dit echt de goede weg? Google maps zegt ja. Na zeven minuten bereiken we de rijstvelden die echt pal achter de huizen van de drukke straat liggen. Hier geen brommers, toeristen of auto’s. Geen getoeter, geen lucht vervuiling. We zijn opeens op het platteland. En op hergebruikte rubberen banden zien we toch echt dat we richting ‘Orange’ gaan. Er zijn mensen aan het werk in de rijstvelden. Eenden lopen in collone langs de droge paden tussen de verschillende velden en plots is daar onze retraite voor de middag. We raken in gesprek met een ouder stel uit Toronto die net een fietstocht achter de rug hebben. Waarom ga je in hemelsnaam met dit weer fietsen? Dan moet je echt een hekel aan jezelf hebben.. Met een Bintang en een mango sapje zijn we weer content in deze hitte en genieten van het vreedzame uitzicht wat zich voor ons ontvouwt.
Precies op tijd, geen minuut teveel, staat David de Zwitser ons op te wachten om naar zijn ‘drinking hole’ te gaan. In deze termen betekend dat restaurant Fly, een etablissement ten noorden van Ubud. David heeft dezelfde wijnsmaak als ik. Geen Chardonnay (als het echt zo goed was geweest, dan had het wel Chardonnya geheten) maar Sauvignon Blanc. En dan gaat zijn voorkeur ook nog uit naar een Nieuw Zeelandse versie. Mijn absolute favoriet. Met een Wienerschnitzel voor David, Rendang (of wat er voor doorging) voor Wulf en Gado Gado voor mij, zit iedereen aan zijn favoriete maal en worden we niet alleen getrakteerd op het eten maar ook op de oude avonturen op magic mushrooms van David. Hij mag dan wel 76 zijn maar van binnen is hij duidelijk nog de man van toen hij 28 jaar oud was. En hij verteld zijn verhalen dan ook alsof het gisteren is gebeurd.
31 Januari Ubud – Monkey forest
Onze kamer is niet helemaal afgesloten. Dat wil zeggen dat ons plafond het nok van de dak is en in een driehoek loopt. Boven de schuifdeuren naar het terras zit een groot hor wat frisse lucht en licht doorlaat maar zoals nu blijkt; ook regen. Het dondert en het bliksemt en het regent zo hard, dat we een lichte drizzle aan regenwater op onze huid voelen. Het is heerlijk verkoelend in deze verstikkende hitte en luchtvochtigheid. Zolang het niet met liters water naar binnenkomt en onze kleding en elektronica droog blijft, vind ik het prima. Ik kan goed slapen met het geluid van de grote ventilator boven ons en de verfrissende drupjes.
We hebben een tour gepland met de zwager van David maar als het zo blijft regenen hebben we er weinig zin in.
Ik mag uitslapen. Wulf heeft onze tour afgezegd. Ons ontbijt is op de kamer gebracht. Mijn bananen pannenkoek is koud geworden en mijn vruchtensap warm. Gelukkig hou ik daarvan en kom pas rond 10 uur in het land der levenden. Geen tour vandaag dus we moeten zelf een plan maken. Plannen te over en vooral koffiezaakjes en eettentjes te over die ik op Google heb aangemerkt als “favorite” of als “want to go”.
We beginnen met een koffiezaakje genaamd Seniman. Het heeft goede reviews en staat te boek als – the original specialty coffee + design studio -. Ik ben gek op goede koffie maar nog meer op design wat autenthiek is. En dat is het. Was ik een beetje teleurgesteld om plastic tuinstoelen op de foto’s te zien (kan natuurlijk echt niet meer), blijkt dat deze onbreekbare witte stoelen voorzien zijn van een houten schommel onderstel.. Recycling. Top. Helaas is het super druk en kunnen we niet zitten waar we willen zitten. Of we aan de bar willen zitten, eigenlijk niet. Maar ja, we komen voor de koffie – en Wulf voor zijn 2de ontbijt- dus uitzicht maakt niet. De bar lijkt meer op mijn dagen dat ik nog eens scheikunde les had in Middelharnis. Langzame koude koffie wordt gezet door middel van scheikundige toeters en bellen. We zitten niet alleen eerste rij om de barista’s aan het werk te zien, we worden ook nog eens extra bedeeld met verschillende koffie proefjes. Zo proeven we duidelijk het verschil tussen Sumatraanse koffie (te bitter) Javaanse (onze favoriet) en koffie van Sulawesi. De menu kaart is zo geweldig, dat ik gewoon geen keus kan maken. Letterlijk, ‘ik kan geen keus maken.’ Het is fantastisch om de barista’s aan het werk te zien. Mijn oog valt vooral op een Indo met kroeshaar die zo’n plezier heeft in zijn werk. Wat doet hij het goed! We krijgen met onze, in eerste instantie ‘2de rangs plaats’ een eerste rangs voorstelling over hoe leuk het kan zijn als mensen aan het werk zijn. Was het decennia geleden nog de bar-tender- die de show maakte, anno 2019 is dat echt de bar-ista- die dat stokje heeft overgenomen. 1ste prijs. 5 out of 5. Beste koffiezaak van mijn leven. O’ ja, de cappuccino was natuurlijk ook errug goed. SENIMAN dus, als je in Ubud goede koffie wil drinken. En ze zijn ook nog milieu vriendelijk met hun recycling en geen plastic.
We besluiten om voor een wandeling te gaan. Door de straten rond het grote groene park in het midden van Ubud, zijn vele juweliers, kleding winkels, interieur en design shop. Er is zelfs een winkel gewijd aan de straathonden van Bali. Al is dit voor menigeen (lees toeristen) een groot probleem, ik zie ook wel het goede hiervan in. De straathonden doen wat ze willen, lopen waar ze kunnen gaan en er valt altijd wel wat te eten. Als een gemiddelde Franse hond dit leven zag, dan zou hij hier waarschijnlijk de voorkeur aan geven. Niet geketend aan een boom of een klein hokje in de kou en regen. Deze honden zien er dan niet altijd even fris uit en krabben gemiddeld 99x keer per dag achter hun oren, ze hebben vrijheid. Iets wat veel honden niet hebben. Plus ze zijn straatwijs. Weten wanneer over te steken en achter welke toerist aan te lopen als ze iets nodig hebben. Toch ontfermd zich een dame met haar collega’s zich over de honden van Ubud. In de winkel staan verschillende manden waar sommige hondjes graag gebruik van maken (ja, honden houden ook van de airco) en er staat water en brokjes. We besluiten iets goed te doen en kopen 2 bandana’s met hondenpoot afdrukken voor onze hondjes. Hiermee steunen we het sterilisatie,- en voedsel plan van de organisatie.
Na heel wat winkels van binnen te hebben gezien gaan we naar een volgende gepinde favoriet; Kafe. Dit koffiezaakje heeft zo’n uitgebreide kaart dat ik door de bomen het bos niet meer zie. Met een halve pagina H2O versies ben je me al snel kwijt. Feit ook dat iedereen, letterlijk ie-de-reen in dit café op zijn telefoon zit te kijken of zit te typen achter de laptop, maakt dit voor mij meer een kantoor dan café. Wulf en ik voelen ons bijna schuldig dat we praten. Moet toch kunnen? Praten in een café? Als dit de trend voor millenials is, haak ik af. Ik ben voorstander en ambassadeur voor vegetarisch-veganistisch eten, geen plastic, geen afval, recyclen en modern denken. Maar zelfs dit gaat voor mij een stap te ver. Ik moet het concept toejuichen maar doe het tegenovergestelde. Het publiek wat wordt getrokken is niet mijn publiek. Als er een stel naast je zit dat de ober vraagt om de soep in de koelkast te zetten omdat deze te warm is… sla mij maar neer. En een bestelling doorgeven via Whatsapp..? Echt waar? Ik heb ook een hekel aan mensen hoor. Meer waarschijnlijk dan de gemiddelde persoon, maar enige interactie moet er toch wel zijn. Anders vervreemden we van elkaar. En al die blanken die hier in het café zitten, posten waarschijnlijk de leukste foto’s op Instagram met hashtags zoals: zo leuk hier, mensen zijn zo aardig. Dat weten ze helemaal niet. Onzin. Hypocriet. Ik distantieer me van deze mensen, van deze modegrill. Daarbij vind ik het onrespectvol dat gasten de bediening niet eens aankijken of de Indonesische woorden voor dank je wel niet eens leren om een beetje te integreren. Ik schaam me echt dat ik net zo wordt aangezien als toerist, als al deze andere mensen. Terwijl Wulf en ik elke ochtend met het personeel van Padma bezig zijn om Balinese woorden te leren en niet zoals de ‘hippe travel bloggers’ schrijven over hun o’ zo magische trip of Bali. Terwijl ze er het niet eens echt mee maken. Triest voor hun eigenlijk. Dus waar maak ik me druk over..
Om ons verder te verdiepen in de antropologie, brengen we een bezoek aan het Mandala Suci Wenara Wana oftewel het Sacred Monkey Forest Sanctuary. Ik ben eigenlijk helemaal geen fan van apen want ze zijn net als mensen, vals. Maar dit mogen we toch niet missen. En het is goed om een project als dit te steunen. Daarbij leven de apen vrij, leven dus niet in kooien en zijn wij eigenlijk de toeristen attractie voor hun.. Als we de Holy spring tempel, de main tempel, de dragon stairs, de holy pool, het wooden path en de dragon stairs hebben betreden en gefotografeerd hebben, met alle apen families, gaan we verder onze ronde afmaken. We zijn al bijna 6 uur onderweg en het is warm. Heel warm.
We strijken even neer bij een typisch Balinees tentje, want eerlijk is eerlijk ik ben de blanke toeristen hotspot met eendere prijzen even beu. We lopen van de drukke straat waar de scooters en grote auto’s langs razen, door het restaurant, zomaar naar de rijstvelden… In 30 meter. Van drukke weg, midden centrum, luchtvervuiling en chaos, door het restaurant.. en dan daar: alleen maar groen. En rijst. En vogeltjes die de rijst stelen. Wat apart.
Om onszelf te verwennen na de lange wandeling van vandaag, gaan we weer voor een massage. Wulf laat zich dubbelvouwen, kraken en afbeulen voor een uur en ik ga voor een Tension relief massage. Om hopelijk eens van de hoge rugpijn af te komen.
Helemaal relaxed en opgeladen gaan we in de avond eten waar we al eerder hadden willen neerstrijken, Warung & Bakery, waar alles nog Balinees is. De zaak zit er waarschijnlijk al 20 tot 30 jaar en het is een verademing. De grote binnentuin is voorzien van pagoda’s waar je privé kan zitten. Je kan je verschuilen tussen de groene wildernis en de kabbelende vijvers en waterstroompjes. Dames is traditionele kledendracht zijn uitermate vriendelijk en nog meer behulpzaam als we onze inmiddels ingestudeerde woordenschat over ze heen kieperen. Niet alleen in Bahasa Indonesisch maar ook in Bahasa Balinees. Ze vinden het geweldig en denken dat we na die woorden-stroom vloeiend kunnen antwoorden op alle vragen die ze stellen. Dan moeten we ze helaas weer snel terug fluiten want onze kennis is maar ‘sedikit sedikit’.
1 februari Ubud – Amed
Ubud is leuk. Erg leuk. Maar ik kan de travel-bug maar moeilijk uit me krijgen en wil altijd meer. Meer ontdekken, meer zien, meer ondernemen. We willen weer naar de kust en hebben nagedacht wat mooi kan zijn. Candidasa ligt aan het oosten en is niet al te ver rijden, lees goedkoper. Amed ligt ten noorden van Candidasa en heeft uitzicht op vulkanisch zwarte stranden heeft een koraalrif voor de kust en zicht op Gunung Anung, oftwel de half wakkere vulkaan van Bali. Gisteravond laat hadden we dan eindelijk een hotel in Amed gevonden. Na lang zoeken en afwegingen maken, ging de keus naar Kembali aan het strand. Maar toen we uiteindelijk wilde boeken, was er niets meer beschikbaars. Wulf in de stress. Maar ik zou mezelf niet zijn als ik niet kreeg wat ik wilde. Plus het feit dat ik achtergrond informatie van de hotelbranch heb, heb ik toch een huisje kunnen bemachtigen bij Kembali.
We krijgen ons ontbijt weer netjes uitgeserveerd op ons terras om 7 uur in de ochtend is het nog enigszins koel en we maken een plan voor de morgen. Eerst geld wisselen, dan een koffie en 2de ontbijt voor Wulf, een massage, spullen pakken en gaan.
We gaan geld wisselen en willen graag bij Café Lotus, het oudste en bekendste café van Ubud wat drinken. Het staat al dagen op onze lijst maar het komt er maar niet van. Nu staan we voor een gesloten door. Door werkzaamheden gesloten tot 1 uur. Dat gaat hem dus niet worden. We besluiten bij een soort van bakkertje naar binnen te gaan. Dit is alleen geen ‘bakkertje’. Het grote restaurant wat achter de counter ligt heeft 2 verdiepingen en we gaan naar de onderste verdieping om te mogen roken. Wulf dan, ik rook niet in de morgen. We besluiten om helemaal achterin plaats te nemen, altijd leuk voor de bediening, not, en hebben een schitterende achtergrond door het open restaurant. Het is namelijk helemaal jungle met een rivier op de bodem. Ik maak een filmpje. Het lijkt echt alsof we midden in de jungle staan maar als ik de camera draai zie je toch echt dat we in de wakkere wereld van de horeca staan. Heel bijzonder. Ik krijg mijn koffie, mango jus en versnappering van de bakker voorgeschoteld en Wulf gaat voor koffie, cola en een warme maaltijd. Als onze buikjes weer gevuld zijn, liggen we kort daarna weer op de massage tafel. Ik voel alsof ik ben overreden door een goederenwagon, aangezien ik gisteren niet heb gezegd dat ze het zachtjes aan moest doen. Vandaag heb ik dezelfde dame en ze vouwt mijn huid samen alsof ze brooddeeg aan het kneden is. Maar ‘no pain no gain’, zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Hopelijk kan ze de 4 knopen in mijn rug hierdoor wel weg krijgen.
Om 12 uur staat onze taxi chauffeur klaar, die in eerste instantie hartstikke aardig lijkt maar als ik na 2,5 uur kots misselijk ben van zijn rijstijl, vind ik hem een stuk minder leuk. Hij plakt bij elke weggebruiker om vervolgens keihard op de rem te stappen. En weer gas en weer remmen. Vol gas, vol remmen. Kots-mis-se-lijk. En aangezien we ook nog door gebergte moeten, waar ik al helemaal geen held in ben, ben ik niet alleen misselijk maar ook boos. Godverdomme, je kan toch wel normaal rijden! J.F. Wat een ongelofelijke prutser deze gast. Dat hij zichzelf van de berg afrijd als hij terug moet. Asshole.
Enfin, we komen aan bij Kembali en hebben uitzicht over de tuin, het zwembad en de zee! Wauw. Het is hier helaas ook regen seizoen dus als we snel wat hebben gegeten bij een tentje op het strand genaamd Pyramids, rennen we tussen de regenbuien terug naar ons Bali basic huisje. De rit van 3 uur heeft er in gehakt dus we rusten op de comfortabele stoelen op onze privé veranda. Ons huisje heeft mijn favoriete beige kleur en overal Louvre luikjes voor de ramen. Het bed ligt heerlijk en ik kan me terugtrekken als een kind in een zelfgemaakte hut. We hebben namelijk een mega grote klamboe. Yee, eindelijk kan ik slapen zonder dat ik word opgegeten door de muggen. De badkamer is half buiten en de douche die 7 minuten warm water geeft alvorens weer voor 45 minuten op te warmen heeft een aparte ondergrond, namelijk stenen van het strand met 2 grote tegels ertussen. Maar het werkt. Zoals gezegd; Bali basic. Maar de locatie is perfect en om weer eerste rang te zitten bij een tsunami is natuurlijk altijd spannend. Ditmaal hebben we echter een bonus. De bekende vulkaan ligt op enkele kilometers van ons vandaan en als het niet de rest van de dag zou regenen zouden we de top met rook kunnen zien.
2 Februari, Amed
Om kwart voor zeven wordt ik uit mijn bed gedrild en zoals sommige wel weten ben ik in de ochtend niet de meest tactische, vriendelijke, spraakzame, sociaalste persoon. Nooit geweest en dat zal ook nooit veranderen. Het is in feite zo dat als er in de ochtend iets fout gaat, iemand iets fout tegen me zegt of het me gewoon niet zint, ik een tirade zonder schroom kan geven, maakt niet uit tegen wie en kan de rest van de dag chagrijnig zijn. Ik zie dit niet als verbeterpunt van mezelf, anderen wel, interesseert me niet.
Wulf is als een klein kind deze morgen. Note; ik heb ook een hekel aan kleine kinderen.. zeker in de morgen. Vroeg. Voor zevenen. Het is gestopt met regenen, de zon komt op, boven de vulkaan is geen wolk te zien, afgezien van de rook dat het zelf afgeeft en ik mag dit moment niet missen! Kortom ik ben slachtoffer van zijn enthousiasme en moet met mijn net wakkere hoofd mee naar het strand om foto’s te maken. Na mijn eerste lading met scheldwoorden begrijpt hij ook dat zijn enthousiasme teveel was deze morgen. Na bijna 5 jaar samen kennen we elkaar inmiddels en is er na 10 minuten geen vuiltje meer aan de lucht, behalve dan de rook van de vulkaan..
Alles is Bali basic aan deze plek, zoals ook het ontbijt. Mijn traditie van bananen pannenkoek met vruchtenjus zet ik voort. Ik kan alleen nooit wennen aan de koffie hier, die moeten we dus maar laten staan. Het ontbijt is inclusief en de prijs per nacht is rond de €40. Niet goedkoop voor basic maar ook niet duur. Je betaald voor de locatie zullen we maar zeggen, dus het is prima zo.
Bij de receptie gaan we betalen voor onze 2 nachten en regelen we alvast een taxi voor morgen. Gelukkig voor Wulf hebben ze ook wat snorkelgear klaar liggen zodat hij als een vis in het water de ‘andere wereld’ kan bezoeken. Als ik een waterrat ben, weet ik niet wat Wulf is. Natuurlijk opgegroeid in de warme wateren van Azië met ongeveer 3 vakanties op Bali per jaar, heeft hij meer zwem,- en snorkel ervaring dan ik. Hij heeft ook een Padi, duik diploma. Maar aangezien de laatste keer dat hij ging duiken er een zuurstoflek in zijn tank zat en bijna lichamelijke schade opliep, is hij te huiverig om het nog een keer te proberen. En ik ben daar stiekem een beetje dankbaar voor. Zo hoef ik niet bezorgd te zijn en weet ik dat hij hier lekker voor de kust blijft dobberen ipv dat hij weer een risico aangaat met zo’n tank.
Ik bestempel mezelf niet als watje. Laat ik zeggen dat ik weet waar mijn voorkeuren naar uitgaan en waar ik duidelijk weet waar mijn grenzen liggen. Dit heeft niets te maken met angst of falen maar meer met ‘waar ik me niet prettig bij voel’. Waar ik me niet prettig bij voel is zwemmen waar veel vissen zijn. Ik eet geen vis en hoop dan ook dat ze mij ook niet eten. Maar de laatste ervaring op Ascension eiland in 2014 was een ervaring waar de vissies dat wel deden. Ze aten me niet op maar ‘nibbelden’ aan mijn huid. En dat vind ik niet fijn. Wulf wil toch graag dat ik even in de zee kom kijken naar het leven daar. Ik sla de snorkelwaar al af omdat ik weet dat ik ga ademen alsof ik terug ben op de Boliviaanse hoogvlakte. Ik heb een zwembril en dat is voldoende, ik hou mijn adem wel in. Het zwarte zand is heet door de zon, er liggen grote en scherpe stenen. Ik plof in het water waar het ongeveer 80 cm diep is en steek mijn hoofd onder water. Ik zwem wat rondjes. Wat is dat voor kikkerdril met bruine stippen? Zijn dat kwallen? Ja, dat zijn kwallen. Oke, klaar voor vandaag. Ja, het was leuk. Succes. Ik ga zwemmen in het zwembad. Doei. En dat was mijn snorkelervaring in de zee van Amed..
Via de zwembadrand heb ik prima uitzicht op vriendlief die heerlijk ligt de dabberen in de zee om een te zijn met de visjes en het (dode) koraal. Ieder zijn ding.
Voor de lunch brengen we een bezoek bij een schattig zaakje met maar 8 tafeltjes genaamd Small time cooks. Het hippe uithangbord verwelkomt ons als eerste gasten en na ons nog eens 4 tafels. We bestellen beide een burger met frietjes. Ik eet de burger huiverig omdat ik de rest van mijn leven zal heugen dat er ooit een worm uit mijn broodje kwam. Waarom koos ik ook alweer een burger? De burger smaakt prima, geen levende of dode dieren in mijn eten. Maar denk dat het toch een lange tijd zal duren voordat ik ooit weer een burger eet. Geen goed idee.
Voldaan van ons eten, trekken we ons terug in onze klamboo tent. Ik zet het alarm voor een uur later. Het is zo heet overdag dat we in de koele kamer met airco terug op temperatuur komen. Nadat we wakker worden van ons middag dutje en ik de telefoon openklap, blijkt dat het alarm anderhalf uur geleden al is afgegaan.. woops.
Als Wulf voor de tweede maal de zee gaat verkennen en ik mijn rondjes in het zwembad ga maken is het tijd voor een simpel diner wat we bestellen bij de bar. Ze maken dit echter niet zelf maar bestellen dit bij een restaurantje in de buurt. De dame op de brommer komt met 2 borden gewikkeld in plastic en de bon. Het mag smaken, deze andere basic vorm van voedsel. Ik kijk uit naar het luxe strand van Nusa Dua waar we morgen hopen aan te komen.
3 Februari Amed – Nusa Dua
Na het ontbijt en onze zwemsessie komt de ingehuurde chauffeur al om 9 uur een kijkje nemen. We hebben hem pas om 10 uur besteld en zijn ook niet van plan om opeens te gaan haasten, zeker niet in deze hitte. Om 10 uur precies rijden we weg en de chauffeur lijkt aardig. Ik zie enorm tegen de autorit op omdat de trip heen naar Amed nou niet echt relaxed was. Ik vraag dan ook vriendelijk doch dringend om hati hati te rijden, voorzichtig. We hebben geen haast, we hebben geen vlucht te halen en we willen van het landschap genieten.
En zo geschiedde.. We blijven de eerste 30 minuten achter een vrachtwagen hangen die soms niet harder dan 40 km per uur de berg op kan. Ik vind het prima en laat de mooie landschappen van bergen, zee, rijstvelden en het dagelijks leven van de Balinezen aan me voorbij trekken. We zeggen gedag tegen de vulkaan die gelukkig rustig is gebleven. Bij Chandidasa, waar ik in eerste instantie wilde verblijven, maken we een stop om foto’s te maken van het grote lotus (Padma) meer. Wulf is hier jaren geleden ook geweest en kan zich nog herinneren dat hij hier met een vriend een nachtje had doorgetrokken en dat er vroeg in de ochtend een koe met zijn hoofd door het raam gedag kwam zeggen. Het lotus-meer bestond toen nog niet. Dit was een gebied waar vooral veel afval werd gedumpt. Gelukkig heeft het nieuws van ‘een beter milieu begint bij jezelf’ ook Bali bereikt en worden steeds meer mensen zich bewuster van hun eigen invloed. Na weken uit bamboe of stalen rietjes gedronken te hebben en glazen te hebben gebruikt die uit gerecyclede wijnflessen bestonden, ben ik dan ook eerder teleurgesteld dan verbaasd als ik ergens wel een plastic rietje tegenkom.
Het is zondag en dat betekend niet alleen in de westerse wereld een rustdag. We komen overal scooter clubs tegen die een dagrit aan het maken zijn. De rijke Javanen die het geld hebben om een privé politie escorte te regelen volgen met hoge snelheid op hun grote Harley’s. Als je denkt dat Indonesie een arm land is, moet ik je teleurstellen. Ik heb het idee dat de gemiddelde Balinees meer geld, materiaal en grond bezit dan dat ik heb. Dat is ook niet zo moeilijk natuurlijk, want ik heb niet zo veel.
Om 2 uur in de middag komen we aan op de Nusa Dua stretch van mooie hotels en laten ons afzetten bij ons geboekte hotel Grand Wizz, de goedkoopste versie van het stel voor 38 euries per nacht zonder ontbijt. Achter de open receptie strekt zich een zwembad van 50 meter uit. Yep, dat gaan we absoluut benutten de eerst komende paar dagen. Onze kamer is klein en heeft geen buiten. De receptie heeft perfect aan mijn verzoek voldaan en dat was; gelieve op de begane grond. Ik dacht namelijk dat je vanuit je kamer dan meteen in het zwembad kon springen. Niet wetende dat dat de luxe kamers waren en dat wij een standaard kamer hadden geboekt. We waren niet van plan om veel tijd op de kamer door te brengen want we zitten zo’n 200 meter van een schitterend strand vandaan.
Alle luxe artikelen zoals tandenborstels, eenmalig te gebruiken sloffen, tandenstokers, zeepjes etc worden meteen weggestopt in de koffers. Wulf is na zijn 2 uur durende slaap in de auto weer hangry dus we gaan naar het Italiaanse thema restaurant bij het zwembad. We vallen bijna stijl achterover van de prijzen. Ja, Amed en Nusa Dua zijn niet echt met elkaar te vergelijken. Zo kost een halve liter Bintang in Amed 35.000 rupias en hier 125.000..
Na een paar uur in en rond het zwembad rond gedobberd te hebben komen Mark en Ketut ons vergezellen. Na een wandeling langs de luxe resort maken we een stop bij Tamarind restaurant. Het restaurant met grote open bamboe constructie is voor Mark nog onbekend. De prijzen zijn hier ook westers. Het is nog steeds niet duur, gewoon de prijs die je in Amsterdam ook betaald voor een biertje en een mango sapje. Mark en Wulf zitten weer op de praatstoel en kletsen weer honderuit over hun ervaringen in Azie.
We gaan even terug naar het hotel waar we ons omkleden en ons klaar maken voor het lang verwachte bezoek aan Bumbu Bali. Wulf kijkt hier al naar uit sinds augustus en heeft zelfs voor zijn verjaardag een waardecheque gevraagd om hier te gaan eten. We laten ons een uur eerder door de taxi afzetten en gaan bij een plaatselijke Chinees eerste wat drinken. De hitte is echt ongelofelijk. Ik zit voor de waaier, we hebben al koude handdoekjes gekregen maar ik voel me slecht. Dit is zo’n moment waarop ik moet kiezen of ik niet beter met de taxi naar huis kan gaan of proberen om er weer boven op te komen. Ik neem een aspirine om mijn bloed wat dunner te maken (helpt enorm in dit warme weer) en ga buiten een beetje rondlopen. Ik duik her en der wat naastgelegen winkeltjes in om zogenaamd naar jurkjes te kijken. Ik kom alleen maar voor de verkoelende werking van de airco maar dat weten zij natuurlijk niet.
Om 8 uur betreden we dan eindelijk het restaurant Bumbu Bali en worden door heel het keukenteam welkom geheten met “Salamat Datang” oftewel welkom. De open binnenplaats heeft weer allerlei stroompjes, beekjes en groene planten. Het middelste gedeelte van de zaak wordt vrijgehouden voor optredens. Er zijn 3 verschillende gedeelte waar gasten kunnen zitten en wij worden begeleid naar de ruimte links achterin. De keuze van het menu voor de jongens is al gemaakt. Wulf wil de klassieke rijsttafel maar moet dit met iemand delen. Mark is de enige aan tafel met wie dat kan aangezien Ketut en ik beide geen vlees eten. Ik voel me inmiddels een stuk beter maar ga toch maar voor een kleine maaltijd en een flesje water. Het is een gezellige afscheid avond, aangezien we Mark en Ketut vandaag voor het laatst zien. Overmorgen vertrekken we weer naar Singapore en morgen wacht een gewone werkdag voor beide. Een dikke knuffel bij afscheid van een van mijn beste maatjes.
4 februari, Nusa Dua
Aangezien we geen ontbijt bij ons hotel hebben geboekt zijn we vrij om te gaan eten waar we willen. Wulf houdt van eten. Nog meer dan dat ik doe. Al zien we eruit als een stel waarvan het vrouwtje al het eten van het mannetje op eet. Hij kijkt ongeveer elk kookprogramma en volgt meerdere food vloggers die alleen maar reizen om te eten. Dat is iets wat hij ook het liefst zou doen. Ik reis om te ontdekken, hij reist om eten. Een van zijn helden, die ik niet kan uitstaan, is een Aziatische gast geboren in Afrika maar in Amerika op school heeft gezeten. Nog zo’n 3de cultuur kind zoals Wulf is; (vader Duits, moeder Engels, geboren in Indonesië, opgegroeid in Singapore, naar boarding school gegaan in Engeland en gestudeerd in Duitsland plus Canada en gewerkt in Pakistan) Mark Wiens, de food vlogger, heeft ooit een vlog gemaakt over het ontbijt van de Sofitel in Nusa Dua. En laat dat hotel nu 150 meter bij ons vandaan zitten. Het ontbijt kost 21 euro pp maar moet dan ook super zijn.
Het is vandaag Chinees oudjaar en zoals iedereen weet is dit een enorm feest. Ik dacht altijd dat alle Chinezen van over heel de wereld terug gingen naar hun eigen land maar helaas, ook de Chinezen hebben ontdekt dat je Nieuwjaar kan vieren op een vakantie bestemming. In principe heb ik niets tegen Chinezen, 1 van mijn vrienden is een Chinees en hij is getrouwd met een Indo-Chinees. Maar alle andere.. geen problemen mee afgezien het feit dat ze hond eten, overal roggelen, spugen, schijten, boeren en ongelofelijk racistisch zijn. Het hele Sofitel is volgestouwd met Chinezen (Bebeks) en ze sommige kijken ons aan of we de eerste blanken zijn die ze zien in hun leven. Bij het buffet komt er een klein arrogant Chinees vrouwtje langs die me met haar hand probeert weg te wuiven. Nu kan ik met mijn zelfde handbeweging haar naar de andere kant van het buffet slaan en haar een dubbele schedelbasisfractuur verzorgen maar dat besef komt pas later. Ik ben gewoon niet gewend om gediscrimineerd te worden en ik haat het. Ik ben dan ook volkomen verbouwereerd door haar arrogante gedrag, alsof ze beter is dan ik. Never!
Wulf gaat 4x terug naar het buffet en ik 3x. In de tussentijd hebben we een leuk gesprek met de enige blanke die aan het werk is, Ben. Franse Ben zit op de hotelschool in Periqeux, dat is dus hemelsbreed 50 km van ons vandaan en loopt hier stage als restaurant manager. Hij moet nog een maand maar het zwaarste gedeelte van zijn stage begint nu, de eerste dag van de feestweek, Chinees Nieuwjaar dus. Hij kijkt er niet echt naar uit.
Het buffet is ok. Voor alle nationaliteiten is er wat. Er is sushi en kaas. Ligt bij elkaar. Heel vreemd. Er is een boulangerie- patisserie afdeling, een Indo-Chinees afdeling, een vers fruit sapjes afdeling en nog iets waar ze alleen maar vlees hadden. Daar was ik niet in geïnteresseerd dus ben dat ‘stalletje’ niet ingeweest. We halen onze €21 pp er wel uit want we hebben voldoende gegeten voor ontbijt en lunch maar dat het nu zo dramatisch goed was… nee..
In het 50 meter bad leg ik elke keer een steen of bloem op de badrand. Zo kan ik bijhouden hoeveel baantjes ik heb getrokken. Als ik bijna een 2 km heb gezwommen, vind ik het voldoende. Buiten het zwembad is het nauwelijks vol te houden. De warmte is zo intens, zelfs het zwembad voelt aan als een jacuzzi, dus we gaan maar afkoelen in de kamer. Dat water net zo goed zonlicht doorlaat is duidelijk als ik in de spiegel kijk. Ik heb een panda – Nina Brink – gezicht aangezien ik met zonnebril opzwem. Mijn rug, schouders, buik, benen en borst zijn weer verbrand. Gelukkig hadden we al een voorraad Aloe Vera ingelagen dus die wordt dan ook dikker gesmeerd dan Nutella op een baquette.
In de avond gaan we voor een strandwandeling over het Nusa Dua strand. Luxe hotels met hun massage pagoda’s staan aan het strand. Niemand maakt er gebruik van maar in gedachte liggen we daar natuurlijk allebei een heerlijke relaxte massage te ondergaan met het geluid van de ruisende golven op de voorgrond. We gaan richting het kleine winkelcentrum van Nusa Dua wat er alleen voor is om de luxe (Chinese) tourist te voorzien van goud, jurken en andere lelijke dingen. We strijken neer bij een restaurant wat ik online heb uitgezocht. De reviews waren ok afgezien van de commentaren op het personeel, wat blijkbaar niet altijd vriendelijk was. Aangezien we reviews nog altijd zien als handleiding en niet als feit, moeten we dat dus zelf gaan ondervinden. .. en de reviews hadden gelijk. “Verdant” organic & true food kitchen mag dan wel een interessante kaart hebben maar de bediening loopt erbij alsof ze de vorige nacht om 4 uur zijn begonnen. Niet echt uitnodigend naar gasten en we voelen ons bijna schuldig als we ook nog om extra zout en peper vragen. De Luwak koffie die op de kaart staat is compleet tegen mijn principes en ook totaal onaanvaardbaar in een “organic en true food kitchen’. Het eten is prima (afgezien dat ze de bonen van 10 cm niet hebben schoongemaakt waardoor ik kokhalzend de boonstrengen probeer te herkauwen) maar ik zal dit laatste toch wel in de review zetten. Hopelijk lezen ze zich in en snappen dat de speciale katten die de koffiebonen eten om er de Luwak koffie van te maken in erbarmelijke omstandigheden leven. Je denkt toch niet dat ‘gemak dient de mens’ mensen met plastic handschoentjes en een schepje in het vrije leefgebied van deze Civet kat lopen om hun poep op te rapen zodat ze er de duurste koffie van de wereld van kunnen maken. Natuurlijk niet! Deze katten worden in het kleinste metalen hokje gepropt en uitgehongerd. En met deze honger krijgen ze alleen maar die verdomde rauwe koffiebonen te vreten die ze vervolgens weer uitpoepen. Niets te romantisch denken over hoe we aan deze koffie komen. Het is pure dierenmishandeling! En de eerste de beste die ik tegenkom die deze gruwelijke koffie drinkt kan hete koffie in zijn gezicht verwachten.
Enfin. Kalm. Deze koffie hoort dus niet op de kaart en dat zal ik ze laten weten. We sluiten af en na een korte wandeling door het winkelgebied lopen we terug over het strand. In de verte is het aan het onweren en wordt Gunung Anung (de vulkaan) schitterend verlicht. We brengen het geduld op om foto’s te maken van de bliksem en na 300 pogingen is het dan eindelijk gelukt. We hebben 2 foto’s van de bliksem, het zee en het strand in het donker. Onze wandeling leidt terug naar de Grand Wizz maar om de laaste honderden meters af te leggen moeten we wel door een heel nauw en donker steegje of we kiezen ervoor om door het Sofitel te lopen. En dat laatste doen we dan maar. Het Sofitel is een schitterend hotel (150 euries per nacht) en verschillende kamers op de begane grond hebben direct toegang tot een bijzonder uitgestrekt zwembad. Je kan dus makkelijk naar de buren zwemmen en naar de buren van de buren enz. Met de juiste verlichting en veel groen zijn de foto’s schitterend. Als we ooit een keer veel geld hebben en we komen terug naar Bali, dan staat dit hotel zeker op mijn lijstje. Als het ontbijt inclusief is..
5 februari Bali – Singapore
Ik hoor ver weg mijn telefoon rinkelen. De telefoon is dichtbij maar ik moet van ver komen, uit de droomwereld die zo vroeg in de ochtend altijd meer aanlokkelijker is dan de werkelijkheid. Ik hoor: ‘Adeline. Mark.’ Ik open mijn ogen en neem de telefoon op, het is Mark. Ik vraag Wulf of hij net tegen me heeft gezegd dat ik de telefoon moet opnemen omdat Mark belt. Maar Wulf heeft niets gezegd. Het is de telepathie weer die zijn werk doet. Handig. Het is 7 uur in de morgen en ik snap er nog niet veel van. Mark en Ketut bellen om ons een goede reis te wensen, aangezien we binnen enkele uren vertrekken richting Singapore.
Aangekomen op het vliegveld is het druk. Zoals we verwachtte, Niet alleen de Chinezen maar ook Indiase, en andere blanken mensen vliegen vandaag. We kijken allebei niet uit naar deze vlucht. Naar geen enkele vlucht om eerlijk te zijn, We verbazen ons over de rare mensen die hier lopen. Soms lijkt het meer of we op een openlucht festival zijn dan op een internationaal vliegveld. Zo zien we hele aparte mensen maar de kroon wordt wel gespannen door een (slank) stel wat in een fel fluoriserend geel strak pak langs komen lopen, Ongelofelijk.
De vlucht gaat verder goed. Het vliegtuig zit vol. Wulf en ik zitten achter elkaar omdat ik niet op de toegewezen 61 wilde zitten en Wulf wil perse aan het gangpad zitten. Dus zitten we tussen 8 Indiase gasten die bij elkaar horen en die zo luidt praten dat zelfs de purser komt vragen of ze wat zachter willen praten. Indiase mensen zijn nou niet bepaald beleefd moet ik zeggen. Dat komt waarschijnlijk omdat ze met zo veel mensen op elkaar leven..
Bij aankomst moeten we eerst een uur wachten bij de douane omdat het zo druk is. Dan proberen we internet te krijgen zodat we een Grabtaxi kunnen boeken omdat er geen taxi’s zijn. Dan sluiten we toch maar aan bij de rij voor de taxi’s al wordt die heel langzaam korter. Vanmorgen om 10 uur vertrokken, vlucht was maar 2 uur, en eindelijk rond half 6 zijn we weer terug in ons appartement.
We bestellen wat eten, wat 2 uur duurt voordat het word afgeleverd. Via de app kan je precies volgen hoever je bestelling is, wanneer het uit de keuken vertrekt en waar je koerier is. Nu leek even dat onze brommerleverancier dicht bij was, toen verdween hij van de rader en de bestelling ging terug bij af. Om half 10 hebben we dan eindelijk ons eten. Wat helaas weer zo teleurstellend is (voor mij dan) dat ik besluit dat ik voortaan liever droog brood van de 7/11 eet dan dat ik weer eten bestel.. Happy new year
- Ikke in het kort -
In 2010 heb ik als dolende dertiger* mijn huis in het Brabantse verkocht, heb mijn baan opgezegd en ben gaan reizen.
Een beetje motorrijden in Indonesië, een lesje Spaans in Buenos Aires, paardrijden in Colombia, met walvissen zwemmen in Tonga, boompjes planten op een eiland bij Auckland, een nijlpaard bespieden vanuit de tent, kamperen in de Serengeti, vijf keer het Paaseiland rondrijden, klappertanden op de rand van de Ngorongoro krater, kitten redden in Marokko, lifters oppikken in Australie, wijnproeven in Chili, zuurstof tekort in Bolivia... van dat soort reisdingen.
Om mijn laatste continent Antarctica aan te tikken, mocht ik een zeven weekse Atlantische bootrip maken. Op deze reis ben ik mijn grote liefde tegen gekomen.
Korte tijd nadat we "officieel" (als zoiets al bestaat) vriendje en vriendinnetje waren kregen we de mogelijkheid om in het buitenhuis van de schoonfamilie te gaan wonen; een oude voormalige boerderij met landgoed en bos in de Franse Dordogne... Die kans werd zo direct in de schoot geworpen dat we (natuurlijk) geen nee konden zeggen.
Sinds 2015 leven we dit landelijk leven wat we voor de kost delen met bekende en onbekende gasten.
* Een persoon van in de dertiger die geen flauw idee heeft wat hij/zij met het leven aan te moet, laat staan welke richting heen te gaan
Mijn reisverhalen (van 2010 tot nu) kan je vinden bij de continenten bovenaan de pagina. Mijn dagelijkse leven is maandelijks te lezen bij
Dordogne
- Alle foto's zijn zelf gemaakt en dus eigendom. Alle teksten zijn zelf geschreven. (m.u.v. bronvermelding) Dus alles op deze site gepubliceerd is eigen en dient zonder toestemming niet gedupliceerd, gekopieerd of in andere vorm overgenomen te worden.- @ copyright